Het levensverhaal van Roger, Brian en John

43 5 5
                                    


John keek naar zijn nieuwe buurjongetjes. Hij was net verhuisd naar het dorp waar hij zich nu bevond en hij voelde zich meteen thuis. Zijn buurjongens waren een grappig duo en John kon het goed met ze vinden. De een had lang, blond, warrig haar en was klein voor zijn leeftijd en de ander was juist erg lang en had een zwarte krullenbol. John keek glimlachend toe hoe Brian, de lange buurjongen vlechtjes maakte in het haar van Roger, de kleine jongen. Ze zaten in een grasweiland van een boerderij in de omgeving. Roger protesteerde bij elk vlechtje dat hij het te meisjesachtig vond, maar Brian bood hem dan een koekje aan en dan was alles weer goed. John liep naar ze toe en ging naast Roger zitten. 'Mooie vlechtjes.' zei hij. Roger haalde zijn schouders op. 'Het gaat mij niet echt om de vlechtjes, maar meer om de koekjes.' mompelde hij. John lachte. 'Snap ik.' zei hij. Roger boog zich naar voren en pakte een koekje uit een schaaltje wat Brian voor hem had neergezet. 'Stilzitten!' zei Brian streng. 'Oké, overslaan, omheen dan weer overheen en dan-' mompelde Brian in zichzelf. 'BRIAN, STIL. Laten we koekjes gaan eten.' riep Roger. Brian keek hoofdschuddend naar John. 'Het is niet dat je dat al heel de tijd zit te doen hoor.' zei hij sarcastisch tegen Roger. Roger haalde zijn schouders op. 'Laten we naar binnen gaan, dan kunnen we meer koekjes halen.'

'John! Waar was je man?' Roger kwam de huiskamer binnenstormen. John lag ziek op de bank en keek verbaasd op toen hij Roger, met achter zich aan Brian, de kamer zag binnenkomen. 'Eh Roger..Dit is mijn huis.' zei John schor. Brian keek hem verontschuldigend aan. 'Het spijt me, ik heb geprobeerd hem tegen te houden..' zei hij zacht. 'Hoe gaat het met je?' vroeg hij. John haalde zijn schouders op. 'Iets beter dan gisteren. Maar dat maakt niet uit, vertel liever waarom en hoe jullie mijn huis binnen zijn gekomen.' zei hij. Roger begon meteen te ratelen. 'John, beste vriend van mij, dit is de dag die je leven veranderd! We hebben zo'n cool aanbod gekregen van de paardeman die ons altijd lesgeeft! En-' Brian onderbrak hem. 'Roger dat heet een hoefsmid.' corrigeerde hij hem. Roger wuifde zijn woorden geïrriteerd weg. 'Boeien. Laat me het goede nieuws gewoon vertellen. John ik kan het zelf bijna niet geloven, maar hij heeft ons geadviseerd aan een de koning die over dit land regeert! We mogen werken als zijn stalknechten!' riep Roger blij. John kwam langzaam overeind. 'W-wat? Echt? Hoe kan dat? We zijn totaal niet goed in hoefijzers maken.' stamelde hij ongelovig. Roger klapte in zijn handen van vreugde. 'Dat is het hem nou juist. Onze geliefde paardemeester- ('Hoefsmid' mompelde Brian) - vind ons zó slecht in het maken van hoefijzers en dat soort dingen, dat hij ons heeft opgegeven als stalknechten. Hij zegt dat we goed met paarden om kunnen gaan, maar niet met een vakwerk zoals hoefsmid.' zei Roger trots. Brian knikte. 'De koning die over dit land regeert, koning Charlie of Charles geloof ik, zocht stalknechten en ander personeel. Onze meester, de hoefsmid, vond ons geschikt genoeg om te werken als stalknechten. En volgens mij wil hij ons gewoon kwijt. We zijn hopeloos in het smeden van hoefijzers en ander ijzer.' zuchtte Brian. John keek van Roger naar Brian. Hij kon niet geloven dat hij ergens anders moest gaan wonen, want als hij werkelijk mocht werken als stalknecht voor de koning, zou hij daar moeten wonen. Op het kasteel wat bekend stond met de naam Cashewlot..

'Wij zijn de nieuwe stalknechten van koning Charles. Ik ben Brian en dit zijn Roger en John. Aangenaam kennis te maken.' stelde Brian zich voor aan een poortwachter van kasteel Cashewlot. De poortwachter knikte hen toe en liet ze door de poort. 'Dat ging makkelijk.' zei John verbaasd. Roger huppelde vrolijk de binnenplaats op. 'Ik wordt een ridder! Een echte ridder! Doei stomme hoefijzers! Jullie brachten me geen geluk, maar toch komt mijn grootste droom uit! Ik wordt een ridder!' riep hij hard over de binnenplaats. Brian grinnikte. 'Roger we zijn alleen stalknechten. Denk je echt dat we ooit mee gaan strijden in een oorlog? Als een echte ridder?' vroeg Brian droog. Roger snoof. 'Misschien wel, misschien niet.' was zijn enige antwoord. Ze liepen verder tot aan de stallen. Er was niemand te bekennen. Brian keek nerveus om zich heen. 'Komen er geen mensen die ons komen zeggen wat we moeten doen?' vroeg hij onzeker. Roger haalde zijn schouders op. 'We zijn toch stalknechten? Dan is het toch duidelijk wat we moeten doen?' zei hij en hij liep de stal binnen. John en Brian keken elkaar aan en haalde ook hun schouders op. Ze volgden Roger naar binnen. In de stal stonden twee mooie, grote paarden. Een van hen was bruin en was een merrie. Op de box waar de merrie in stond was een groot stuk perkament gespijkerd. Op het perkament stond "Balius". Het andere paard stond in net zo'n box als de merrie, en was een witte hengst. Op het perkament aan zijn box stond "Xanthus". Roger ging naar het witte paard en aaide hem over zijn neus. 'Nou.' zei hij grijnzend. 'Laten we dan maar aan de slag gaan hé. Ik poets dit paard wel.' voegde hij eraan toe en hij liep naar een zwaar uitziende, houten kist die vol met poetsspullen zat. John en Brian gingen samen het bruine paard borstelen en waren al gauw klaar. Toen Roger ook klaar was keken ze erg tevreden naar de twee paarden. Hun vacht glanste mooi en er zat geen spatje viezigheid op de hoeven. 'Zijn er verder geen paarden?' vroeg John verbaasd. 'Nee.' zei een stem achter ze. Ze draaiden zich met een ruk om en zagen een jonge jongen staan van een jaar of 12. Hij had lichte bruine krullen en grote, nieuwsgierige bruine ogen. 'Dit zijn de enige twee paarden die hier te vinden zijn.' zei hij. Roger keek hem fronsend aan. 'Dat is weinig. Maar wie ben jij eigenlijk?' vroeg hij. 'Ik ben Patroklos.' antwoordde de jongen. 'Ik ben hier de stalknecht.' voegde hij eraan toe. Brian trok zijn wenkbrauwen op. 'Maar..Dat zijn wij. Wij zijn aangenomen door koning Charles die hier woont.' mompelde hij verrast. Patroklos knikte. 'Weet ik. Maar koning Charles heeft het een beetje druk. Hij is op zoek naar nieuwe dienstmeisjes en kameniers, maar niemand is in dat soort banen geïnteresseerd, niemand uit het dorp althans. Ze hebben het niet zo op koning Charles namelijk. Maar stalknecht zijn, die baan willen de mensen wel. Ze kunnen goed geld verdienen door voor de paarden te zorgen, maar hoeven koning Charles nooit tegen het lijf te lopen omdat de stallen immers niet in het kasteel te vinden zijn.' lachte Patroklos vrolijk. Roger keek hem woedend aan. 'Oh dus we zijn erin geluisd? Die Charles heeft gewoon gezegd dat we ridders..eh ik bedoel stalknechten mochten zijn maar eigenlijk is dat helemaal niet waar! Eigenlijk moeten we gewoon stomme klusjes opknappen in het kasteel als een of andere...' hij zocht verwoed naar woorden. 'Bediende.' hielp Patroklos hem vriendelijk. Roger hief zijn vinger naar hem op. 'Inderdaad! Als een of andere bediende. Maar reken maar dat ik mooi geen warme melk voor meneer Charles ga maken! Ik weet niet eens hoe je dat doet!' riep Roger boos. Patroklos glimlachte. 'Dan neem je toch gewoon weer ontslag? En trouwens ik vind het niet erg dat je dacht dat je een stalknecht was. Je hebt mijn werk zo te zien al voor me gedaan.' zei hij blij en hij wees naar de twee paarden achter Roger. Roger gromde. 'Snotaap. Ik wil hier weg. Meteen.' mompelde hij en hij keek John en Brian aan. 'Roger..' begon John, maar Roger sleurde hem mee naar buiten en holde naar de poort. Brian zei Patroklos gedag en rende achter zijn vrienden aan. Toen de poortwachter hen verbaasd weer naar buiten had gelaten, ging Roger wat langzamer lopen. Brian hijgde. 'Roger moeten we niet eerst even naar de koning gaan? We hebben niet gezegd dat we niet meer voor hem willen werken.' zei Brian. John rolde met zijn ogen. 'Brian we hebben nog niet eens een hele dag gewerkt. We hebben twee paarden gepoetst wat eigenlijk het werk is van die jongen.' mompelde hij. Hij keek Roger aan, die strak voor zich uit keek en nog geen woord had gezegd. 'We hadden misschien nog het werk van een bediende kunnen doen..' mompelde hij en hij keek verwijtend naar Roger. 'Nee!' snauwde Roger. Ik wil geen bediende zijn. Ik wil een ridder zijn zo een als in de boeken.' zei hij met een twinkeling in zijn ogen. John fronste. 'Roger we werden aangenomen als stalknechten. Je zou nooit een ridder geworden zijn als stalknecht. En jij leest geen boeken!' mompelde John. Roger keek weer nors. 'Jawel ik heb een boek gelezen. Die ene die met eh..Nou ja het punt is, dat ik daar nooit meer terug kom! Nooit meer. Dat kan ik je beloven. Niet als ridder, niet als stalknecht en zeker niet als dienstmeisje.' zei hij vastberaden. John grinnikte. 'Je zou het anders wel goed doen als dienstmeisje. En je stelt je aan. Als we gewoon hadden gedaan wat koning Charles wilde, als we gewoon die baan hadden aangenomen als kameniers, dan zouden we best goed verdienen.' zei John vermanend. Brian knikte. 'Ik wil wel een kamenier zijn. In zo'n mooi jasje met van die mooie schoenen en-' Roger onderbrak hem. 'Ga naar dromenland.' mompelde Roger kwaad. 'Jullie zijn echt hopeloos. Waarom kamenier worden als je een ridder kunt zijn?' vroeg hij. Brian zuchtte geërgerd. 'We kunnen geen ridder worden, hoe vaak moeten we dat je nu nog vertellen?' zei hij maar Roger hoorde hem al niet meer. Hij rende het pad af, dwars door alle struiken en door al het onkruid wat er groeide. Niet beseffend dat hij wel degelijk ooit zou terugkeren naar kasteel Cashewlot..

Levensverhalen uit CashewlotWhere stories live. Discover now