Hoofdstuk 9 De heks

80 8 1
                                    

Ik knipperde even met mijn ogen. De dromen die ik vannacht gehad heb waren eng, angstaanjagend. Ik had pijnscheuten gevoeld die de verschikking van mijn dromen vertolkte. Ik had de wind door mijn haar gevoeld. Wind die me duidelijk maakte dat deze negatieve energie overal om me heen waadde. En dan was er nog die angst... Angst die je deed denken dat je zou sterven. Maar het ergste waren de geluiden die mijn trommelvliezen doorboorden. Gegil...niet van mij maar van wezens die zich niet aan het daglicht kunnen vertonen. Ik zag zwaarden en voelde.. Ik voelde de mechanieke energie overal. De vorm van energie die alleen een heks zou kunnen oproepen. En ik voelde macht. Voornamelijk lichte macht met een zware uitwerking. Ik zag gevechten tussen wezens waarvan ik niet eens zeker ben of ze bestaan. En ik zag mijn zusje. Ik heb geen zusje maar het voelde zo. Ze keek me aan, alsof ze mijn lichaamstaal probeerde te lezen. Toen klonk er een harde klap en was er een grote lichtflits. Ik weet bijna zeker dat het niks natuurlijks was. Het was alles behalve natuurlijk. Het was eng, donker en uiterst magisch. En toen was ze weg. Het meisje dat ik als mijn zusje had ingeschat. Het leek alsof de zwaartekracht me liet gaan. Ik zweefde als een met hellium gevulde ballon omhoog. En alles wat net nog zo groot en bedreigend was veranderde in een klein stipje. Een ijselijke gil deed me terug op de aarde belanden. Ik keek hem recht in zijn ogen aan, nee. Ik drong door zijn ogen heen naar zijn hersenen om daar alle tamelijk krachtige gedachtes op te vangen. Lieve Stacie, ik weet dat je mijn gedachten leest. Ik hou van je, wat er ook gebeurt. Zelfs als ik sterf. 'Nee!!' gil ik. De wereld verdwijnt en ik sta helemaal alleen in een donkere kamer. Verschrikt open ik mijn ogen. Ik zie mijn vader en... een vrouw die me tamelijk bekent voor komt. 'Is het gelukt,' vraagt mijn vader aan de vrouw. 'Ik denk het wel.' Geruis. Ik bijt op mijn lip om een gil te voorkomen. Weer die wind, maar dit keer niet door mijn haren. De angstaanjagende wind suist door mijn hoofd. De wervelwind streelt mijn hersenen. En dan is er niks meer. Alles is leeg, weg. En met alles bedoel ik ook echt alles. Ik? Wat doe ik hier? En wie zijn die mensen? Wie is ik? Wie ben ik? De tamelijk grote man kijkt me gespannen aan. 'Stacie, gaat alles wel goed?' Stacie... is Stacie ik? Ben ik Stacie? 'Ik ben Stacie, toch?' De vrouw glimlacht naar me. 'Één van de bijwerkingen. Ze is al haar herinneringen kwijt. Maar geen zorgen. Morgen valt ze waarschijnlijk flauw, dan komt alles weer terug. Nog een voordeel van de gaves,' mompelt ze. De man knikt. Daarna lopen ze samen de kamer uit en laten ze mij alleen achter. Helemaal alleen..

Vinden jullie deze manier van schrijven mooi? Laat het met weten!

xX Adinda

Vampire MysteriesWhere stories live. Discover now