Werking feodale stelsel
Het feodale stelsel was een bestuurssysteem waarbij land steeds verdeeld of uitgeleend werd door een heer aan leenmannen. Helemaal bovenaan stond de (Franse) Keizer, die zijn land dan in 2en verdeelde en leende aan zijn leenmannen, die meestal een goede band hadden met de Keizer. Deze leenmannen, ook wel Graaf of hertog, verdeelden dit land en leende dat dan weer aan 2 leenmannen. dit waren dan achterleenmannen van de keizer. Ook deze achterleenmannen verdeelden dit land dan weer in 2en deelde en leende aan zijn leenmannen. Deze mannen noemen we achter achterleenmannen van de keizer.
Dit kan lang doorgaan, totdat het nog maar een heel klein stuk land is. Dan is het hofstelsel van werking, met vrije, horige boeren en lijfeigenen.
Leenman worden
Om een leenman te worden, moesten de leenmannen een eed afleggen eeuwig trouw te blijven aan hun heer en nooit in opstand te komen tegen de heer. Wanneer een leenman zich niet aan de afspraken hield, kon de heer makkelijk zijn land afnemen en hem niet meer beschermen. Als leenman moest hij wel geld en diensten geven aan de heer.
Ontstaan Feodalisme
Karel Martel
Het leenstelsel is geleidelijk ontwikkeld. De ruiters die gingen vechten hadden geen tijd hun eigen eten te verbouwen en voor onderdak te zorgen. De Franse keizer Karel Martel had ook nog een manier nodig om zijn leger te betalen, omdat geld bijna niet meer bestond. De keizer bedacht dat hij de ruiters eten en onderdak kon geven in ruil voor militaire steun en legden een eed van trouw af. Dit waren zijn vazallen. Karel Martel besloot later dat hij zijn mannen stukken land met boerderijen zou uitlenen, hierdoor konden de ruiters voor hun eigen en de knechten hun levensonderhoud zorgen.
Karel de Grote
Karel de Grote was de opvolger van Karel Martel, en hij zette het systeem door, maar hij koppelde het als eerste aan het bestuur. Hij maakte niet alleen soldaten, maar ook hertogen en graven tot hun leenmannen. Een groot probleem was dat de leenmannen hun "geleende stuk land" als eigendom gingen zien dat erfelijk naar je oudste zoon ging. Hierdoor hadden die zonen geen trouw gezworen aan de leenheer en geen eed afgelegd. De leenmannen voelde zich steeds onafhankelijker. deze leenmannen hadden ook weer hun eigen leenmannen. Wanneer ze een oorlog met elkaar hadden, waren de verhoudingen onduidelijk, wie kon je aanvallen en wie niet? Leenheren probeerden hun leenmannen een extra zware eed af te leggen, zodat ze voorrang kregen boven andere heren. De vazallen kozen de heer die het meeste bood. De vazallen kregen steeds meer macht.
Afsluiting
In deze bron zie je een toekomstig leenman die op het punt staat een eed af te leggen aan zijn leenheer. Je ziet duidelijk dat de leenman aan de linkerkant op zijn knieën zit, en dat de leenheer op zijn troon aan de rechterkant zit.
JE LEEST
GS Kenmerkende Aspecten (KA'S)
RandomDit is een boek waarin ik samenvattingen zet van (bijna) alle Geschiedenis KA'S zodat ik terwijl ik lees ipv verstandig te leren ik af en toe iets nuttigs doe. (Dit is dus meer voor mezelf) ;-) Samenvattingen zijn gemaakt van tekst uit MEMO bovenbou...