Naar het noorden

280 19 0
                                    

"Wakker worden! We gaan naar het  noorden!" Roept een bemanningslid. 

Geschrokken word ik wakker. Snel spring ik uit mijn hangmat en doe ik mijn schoenen aan en mijn hoed op. Met Boris op mijn schouder ren ik de trap op en naar Jack toe. Die zoals gewoonlijk het plekje voor het stuur heeft ingenomen. 

"Waarom gaan we naar het noorden?" Vraag ik.

"Dat is het snelst." Antwoord Jack zonder mij aan te kijken.

"Waarvoor?" Vraag ik een beetje te nieuwsgierig.

"Daar ben je te jong voor." Zegt Jack.

Ik haat het als mensen dat zeggen, maar nu maak ik me meer zorgen om Jack. Jack gaat nooit naar het noorden. Er is iets. 

"Ga je ook aan het werk, Lucianne?" Vraagt Jack. 

"Ja, ik ga al." Zeg ik een beetje zeurderig.

Voordat ik wegloop kijk ik naar Jack die bezorgd naar de horizon kijkt. Met een zucht draai ik me om en loop ik naar Greg die net naar boven komt.

"Hey, je ziet er bezorgd uit. Wat is er?" Vraagt Greg.

"We gaan naar het noorden. Jack gaat nooit naar het noorden. Het is te gevaarlijk zegt ie." Zeg ik bezorgd.

"Maar wat is daar dan?" Vraagt Greg.

"Dat weet ik niet. Jack wilt er niet over hebben." Zeg ik.

"We kunnen er niets aan doen, Lucianne. We redden het wel, echt waar." Zegt Greg.

"Hey jongens, helpen jullie even met lakken van de randen?" Vraagt William.

"Jaahaa." Zeuren Greg en ik in koor.

We krijgen beide een pot lak ik onze handen gedouwd.

"Lucianne jij begint stuurboord aan de boeg en Greg jij begint aan bakboord bij de spiegel." Beveelt William.

"Aye, Cap'n!" Zeg ik sarcastisch aangezien William de kapitein niet is.

 William loopt weg en Greg en ik schieten in de lach.

"Lucianne, doe wat je gevraagt word!" Roept Jack.

"Aye." Roep ik terug terwijl ik schuldig naar Jack kijk.

Jack kijkt mij boos aan, maar wenkt dan dat ik kan gaan. Samen met Boris op mijn schouder loop ik naar beneden om hem in zijn kooi te doen.

"Ik zie je zo." Zeg ik terwijl ik Boris een stukje banaan geef.

Met het potje lak loop ik naar boven en begin ik met schilderen. Greg is erg geconcentreert bezig en kijkt niet om. Ik wou dat ik me zo kon concentreren, maar dat gaat niet. Het is te onrustig op zee en het begint ook al te regenen. Door de regen wordt de bemanning ook onrustig en begint iedereen te schreeuwen. Het waait steeds harder en ik ben nog niet eens op de helft. Even draai ik me om in de hoop dat Jack zegt dat ik kan stoppen. Maar dat is niet zo. Hij ziet me niet eens.

Dan raffel ik het wel af. Denk ik bij mijzelf. Ik dou mijn kwast in de lak en ga verder met verven. Na een tijdje ben ik op de helft. Het regent nu nog harder.

"Maak de zeilen stormklaar." Roept Jack.

De mannen worden nu al helemaal druk. Ze rennen naar de masten, trekken aan touwen en zet ze weer vast.

Ondertussen kom ik op de trap terecht. De golven worden hoger en komen over de rand heen. Ik kijk naar de rand die ik net gelakt heb en zie dat het weggespoeld is. Met een zucht stop ik mijn kwast weer in de pot en ga toch verder. Mijn kleren worden steeds natter en het water loopt ook mijn laarzen in. Verder op zie ik een bliksemflits uit de lucht komen. In mijn hoofd begin ik te tellen. 1, 2, 3. Er komt een donderslag. Het onweer is maar 1 kilometer van ons vandaan. Van die gedachte krijg ik een rilling over mijn rug. Niet snel daarna komt weer een bliksemflits. Weer ga ik tellen. 1, 2. Weer hoor ik de donderslag, maar nu nog harder. Het onweer is nu maar 750 meter van ons vandaan. Snel ren ik naar Jack om het vertellen.

"Jack, het onweer is niet ver meer." Zeg ik bang.

"Het komt goed, Lucianne. Maak je maar geen zorgen." Zegt Jack.

Voordat ik weer wegloop kijk ik Jack raar aan.

Ik zou het proberen. oke? Denk ik bij mijzelf. 

Met moeite vanwege de zware natte kleding loop ik naar de achterkant van het schip. Het is daar namelijk het veiligst. Dat heeft Jack me geleerd. Als het stormt moet je weg blijven van de hoge uitstekels. Heeft hij altijd herhaalt. 

Om niet om te vallen pak ik een touw vast. Het schip schomelt nu heel erg heen en weer. Om niet misselijk te worden kijk ik naar boven. Maar dan komt er van boven een bliksemflits naar beneden. Het land net voor mijn voeten. Van de schrik spring ik over de rand. Net voor de indompelingsgrenslijn zit een plank. Ik kan me er net aan vast pakken, maar het kraakt en breekt steeds meer af. Er komt nog één grote golf en het plankje breekt af. Ik krijg erg veel water in mijn mond en raak in paniek. Het wordt erg donker en daarna zie ik niks meer.

Geadopteerd door een piraat VOLTOOIDWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu