Een meesterplan

323 20 2
                                    

Jack, ik en Cotton lopen met een gebogen hoofd de trap op. We gaan onder onze eigen strop staan. De bull doet het touw om ons nek, terwijl er iemand opleest wat onze misdaad was. Als de voorlezer bij Cotton komt stoot Jack me aan. Ik kijk hem aan. Jack wenkt naar het publiek. Zoekend kijk ik door het publiek. In het publiek staat een man met zijn arm omhoog. Op zijn arm staat een doodshoofd getatoeëerd. Zoekend naar meer piraten kijk ik weer in het publiek. Het zijn er een stuk of twintig. De piraten trekken hun zwaarden. Er ontstaat paniek. Iedereen rent weg. Één van de piraten schiet op de bull. Ze komen op het platform staan en snijden de stroppen door. Ze geven ons een zwaard en wij rennen weg. Vechtend kom ik tussen de menigte uit. In mijn ooghoeken zie ik de rest van de piraten het water in springen.

"Ren naar de poort." Hoor ik Jack achter me zeggen.

Zoekend naar de poort kijk ik om me heen, maar stop niet. In de verte zie ik Boris.

"Boris, kom!" Roep ik.

Boris hoort mij en rent naar me toe. Nu moet ik stil staan, anders red hij het niet.

Boris is niet ver meer, maar naast me staat een soldaat. Met moeite vecht ik met hem, maar ik heb gewonnen. Boris heeft het ook gered en klimt op mijn schouder. Nog steeds zoek ik naar de poort.

"Lucianne hier!" Roept Jack.

Met twee soldaten achter me ren ik naar Jack en de poort.

"Doe de poort dicht, nu!" Hoor ik achter me.

Jack en nog twee andere piraten zijn al onder de poort. Snel ga ik op mijn buik liggen en probeer ik er onder door te kruipen, maar het is te laat. Mijn been komt vast te zitten.

"Jack!" Schreeuw ik van de pijn.

Jack rent naar mij toe. Hij ziet mijn been en pakt zijn zwaard. Hij kijkt mij aan.

"Doe wat je moet doen, Jack." Zeg ik.

Jack legt zijn zwaard op mijn been en duwt erop. Het is al snel gedaan. Met moeite ga ik rechtop zitten, zodat Boris op mijn schouder kan zitten. Jack tilt me op en rent met me achter de andere twee piraten aan.

"Kom, daar is een strand. Vanaf daar kunnen we naar mijn schip." Zegt één van de onbekende piraten.

Jack rent achter de twee andere aan. Vermoeid komt Jack met mij in zijn armen aan. Half in het water en half op het strand ligt een sloep. Jack legt me in de sloep en gaat bij me zitten de andere twee gaan er ook bij zitten. We roeien naar het schip.

"Hoi, ik ben William Turner. Ik ben een vriend van Jack. Noem me maar Will." Zegt de gene die roeit.

"Mijn naam is Lucianne. Jack heeft mij drie jaar geleden geadopteerd." Zeg ik.

"Mooie naam. Mijn naam is Elizabeth Turner. Ik ben getrouwd met Will." Zegt de vrouw.

Zwijgend varen we verder naar het schip.

Als we aangekomen zijn klimmen Will en Elizabeth naar boven. Er wordt een touw naar beneden gegooid. Jack legt een knoop in het touw, zodat ik er op kan zitten.

Jack tilt me op en zet me op de knoop.

"Trekken maar." Zegt Jack.

Ze trekken me omhoog.

Geadopteerd door een piraat VOLTOOIDWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu