~hoofdstuk 19~

3.4K 134 10
                                    



~David~

Verstijfd blijf ik staan. Ze is zo groot. Niet alleen groter dan de normale wolf, maar groter dan welke alpha dan ook. Ze rent weg maar het lukt me niet om achter haar aan te rennen. Één ik word tegengehouden, en twee ik ben nog steeds verstijfd.

Wanneer ik weer bij zinnen ben word mijn wolf gek.  Ik probeer me los te worstelen uit de greep die me vasthoud. Om achter mijn mate aan te rennen, en om Myrcella te vermoorden. Ik probeer mezelf te kalmeren wat uiteindelijk lukt. Logan laat me meteen los wanneer hij ziet dat ik mezelf onder controle heb.

"Ga haar zoeken. Nu!" Schreeuw ik tegen iedereen die om ons heen staat. Meteen veranderen ze in hun wolven en rennen in de richting waar ze heen rende. Ik verander ook in mijn wolf.

Ik ga voorop en volg haar geur die nog goed te volgen is. Mijn hart slaat een slag over wanneer ik een diepe huil hoor. Rogues. Ik begin nog harder te rennen. We stoppen bij de grens. De grens van de White ghosts roedel. Vermoorde wachters liggen overal. Maar niet door mijn mate, rogues hebben dit gedaan. Ik ruik hun geur overal.

We rennen door en door tot we op mensen terrein komen. We komen aan in een stad en veranderen terug. Ik ruik haar geur hier nog beter dan eerst. Ik loop naar een groep mensen.

"Hebben jullie een meisje gezien van rond de twintig. Bruin blond golvend lang haar. Groene ogen?" De groep denkt allemaal diep na. Een blond meisje komt op me afgestapt. "Ik heb haar gezien, ze ging het hotel binnen." Ik knik dankbaar naar haar en loop richting het hotel.

Met grote passen loop ik richting het hotel. Daarbinnen word ik meteen tegengehouden. De eigenaar is een weerwolf dus ik laat hem mijn ogen zien. Goedkeurend knikt hij en ik leg hem uit wie ik zoek. Nummer 150. Ik ren de trappen op en kom al snel op die verdieping.

Al snel vind ik kamer 150. Ik voel aan de klink maar hij is op slot. Ik hoor haar hartslag, en ruik haar geur hier nog. Ze is overduidelijk bang. Doodsbang. Mijn wolf wil haar meteen geruststellen. Ik leg mijn oor tegen de deur en hoor haar paniekerige stem zichzelf moed inspreken. Ik weet zeker dat ze zal proberen te ontsnappen als ze me hoort aankomen.

Ik moet de deur dus zo snel mogelijk intrappen. Ik loop naar de overkant van de deur en ren met volle vaart door de deur heen. Haar adem stokt en ze begint te hyperventileren. Bang kijkt ze me aan.

Ze rent naar de overkant van de kamer. Rustig stap ik op haar af maar ze raakt alleen maar in meer paniek. "Rustig maar lieverd." Ze schud haar hoofd en doet de balkon deur open. Mijn ogen vergroten zich. Hoe dichter ik naar haar toe kom, hoe verder ze naar achter loopt.

Ze gaat op de rand van het balkon staan. "Alsjeblieft kom daar af lieverd, straks doe je jezelf nog pijn." Bezorgd loop ik op haar af. En dan gebeurd het ze valt.

Dit was het weer morgen weer een hoofdstuk! Als je het leuk vond laat het dan zeker even weten! Vind ik altijd leuk om te lezen!

Groetjes mij!

The lights in her eyes ✓Where stories live. Discover now