Deel 16

3 0 0
                                    

Ik staar uit het raam van het economie lokaal.
Er is niet veel te doen, de docent is het lokaal uit en iedereen is aan het praten, Rach praat ook tegen mij maar niks dringt tot me door.
Ik zie maar een ding.
Ben's gezicht.
"Aarde aan Morrigan," opeens zwaait er een hand voor mijn gezicht.
"Wat?", Verward kijk ik haar aan.
"Het is Bennie," ik haal mijn emoties weg en kijk haar strak aan.
"Wat? Ik heb geen idee waar je het over heb," ik kijk weer naar buiten, vanuit mijn ooghoek zie ik haar grijns, ik hoef het haar niet te vertellen toch?
Na de les hebben we een tussenuur, dat was al snel duidelijk door het gegil en gelach.
Rachel en ik gingen als laatst de les uit en naar mijn kluis.

"Au! Alsjeblieft," we liepen net langs een gang en stopten meteen.
We lopen de gang in en zien drie jongens, allemaal groter dan ik, een klein jongetje, waarschijnlijk eerste jaars, in elkaar slaan.
"Rach haal hulp," ik had m'n zin nog niet af of ze was al weg.
Ik loop zo stil mogelijk naar de jongens toe, toen herkende ik ze, het waren dezelfde idioten die Rach in elkaar sloegen," ik dacht echt dat jullie je les wel hadden geleerd heren," mijn stem hield ik zacht donker, het was genoeg om hun aandacht te krijgen.
"Niet jij weer," de langste draaide zich om," ga voordat ik jou ook nog wat aandoe"
"Ach wat lief," ik geef hem een paar rake klappen en een flinke trap, bloedneus en voorover gebogen.
De andere twee probeerden om hun leidertje te eren maar kregen bijde hetzelfde, al snel had ik ze op de grond, de jongen had moeite met het openhouden van zijn ogen.
"Hé," ik kniel bij hem neer en hoor een van de jongens weer opstaan, met een ruk draai ik mijn hoofd om en kijk ze recht aan," waag het niet," sis ik en ik kijk weer naar de jongen," ik weet niet wie je bent het boeit me niet maar doe wat ik zeg en praat als het je lukt," er kwam wat gegorgel uit maar het was niks waar ik iets mee kon.
Hij komt me ook vaag bekend voor.
"Arm omhoog," ik pakte een doekje om zijn bloedneus te stoppen en hij kromp ineen toen ik en aanraakte.
Hij deed zijn arm een stukje omhoog maar viel toen neer.
"Waag het niet om bewusteloos te raken,"sis ik, achter me hoor ik voetstappen 3 paar.
"Omg," dat was Rachel.
"Hij heeft hulp nodig," was het enige wat ik kon zeggen voordat ik hem optilde en z'n tas opraapte, mijne had ik nog steeds om.
Toen ik me omdraaide zag ik Swing Rachel en de schoolarts.

De hele middag hielp ik om de jongen weer, een beetje dan, op te proppen zoals de arts het noemde.
Bennie belde me nog om te vragen waar ik was, ik had de repetitie gemist, toen Rach hoorde dat ik meedeed begon ze vrolijke geluidjes te maken, giechelen en lachen.
Het was al 4 uur toen we eindelijk het schoolplein afliepen.

De lessen zijn saai.
Ik teken en denk aan gisteren.
Doe niets aan m'n werk.
"Miss Saunders ga er alsjeblieft uit," meneer Owl, verrassend dat u zo lief bent op deze mooie dag.
Met een zucht pak ik m'n spullen en loop ik regelrecht naar Swing's kantoor, zonder te kloppen loop ik naar binnen en doe ik de deur dicht voor wat privacy.
"Eruitgestuurd?," Ik knik.
"Ik heb een vraag, die jongen van gisteren...," Ik was alweer in gedachten verzonken.
"Ja hij ligt in het ziekenhuis, een schedelbreuk en een hersenschudding, of hij het overleefd weten we nog niet," hij had de vraag gelezen in m'n ogen.
Met een kort knikje loop ik het kantoor uit, naar de achterkant van de school, naar de boom.

BAM-BAM BAM.
Ik had er eerder moeten zijn.
Veel eerder.
BAM-BAM BAM-BAM.
Mijn handen zijn bebloed, het doet zeer maar het boeit me niet.
Het is mijn schuld dat die jongen dit heeft, ik had er eerder moeten zijn.
BAM-BAM.
Nog meer bloed en steken.
Ik hoor gelach.
Nee niet iemand van de klas.
Niet iemand die ik goed ken.
Niet iemand van school.
Het is geen levend iemand.
Niet iemand die je kunt zien.
Tenminste niet iedereen.
Alleen ik kan hem zien en horen.
Hij is terug.
Hij wil dat ik dit doe.
Hoe graag ik me ook tegen hem wil verzetten, het lukt me niet.
BAM-BAM BAM-BAM BAM-BAM.
En opnieuw en opnieuw.
Ik kan niet stoppen.
Het lachen word erger en harder.
Ik word misselijk en laat mezelf vallen op de grond.
Mijn handen klemmen zich om mijn oren, ik kan het niet meer.
Ik gil, mijn hoofd doet zeer.

Opeens, doodse stilte.

Ik laat me een beetje ontspannen.
Niet helemaal, als hij terug komt.
Na een tijdje sta ik op.
Ik ben een beetje misselijk maar die het allemaal weg, elke stomme emotie alles weg.
Ik weet dat alles mijn schuld is.
De dood van m'n ouders, broertje.
Het gepest overal waar ik kom.
Ik laat het achter me.
De echte verandering die komt.











































En wel nu.

I changedWhere stories live. Discover now