Hoofdstuk 29 - Alleen

993 49 5
                                    

Ik heb uren staan lopen. Nadat ik eindelijk de trap af was gelopen, kwam ik bij een eindeloze gang aan.

Mijn voeten willen het bijna opgeven, wanneer ik in de verte ineens iets zie; een muur.

Ik versnel mijn pas niet, de muur gaat nergens heen, en mijn voeten zouden dat niet aankunnen.

Wanneer ik na een paar minuten bij de muur ben aangekomen, zie ik er niks bijzonders aan.

Dan denk ik ineens aan van die oude spionnen films die ik van meneer Weasley op zijn oude tv mocht zien, waarbij je de juiste baksteen moet indrukken om de muur te verplaatsen.

Ik begin aan de muur te voelen, en na een tijdje merk ik dat er in het midden van de muur en rond gat zit.

Ik bekijk het gat goed? Zou het..?

Ik pak de ketting met het medaillon uit mijn zak. Ik probeer het in het gat te doen, maar het is te groot.

Ik bedenk me nu pas dat ik nooit heb gekeken wat zich in het medaillon bevind.

Voorzichtig maak ik het medaillon open.

Er zit een platte metalen munt in, met in het midden een kleine smaragd groene steen.

Ik haal de munt eruit en duw hem in het gat.

Ik zet een stap achteruit en wacht.

Er gebeurd helemaal niks.

Ik zucht gefrustreerd en wil de munt eruit halen.

Wanneer mijn hand de munt aanraakt begint de steen ineens licht te geven.

Ik probeer mijn hand terug te trekken, maar mijn hand zit muurvast. Ik kan geen kant meer op.

Het licht van de steen word steeds feller en feller, en na een tijdje moet ik mijn ogen dichtdoen zodat ik niet verblind word.

Ineens voel ik me heel erg misselijk, alsof alles om me heen aan het draaien is. Ik durf mijn ogen niet te openen, want ik weet dat ik dan over mijn nek zou gaan.

Mijn voeten komen van de grond, en ik voel hoe mijn hand de munt loslaat. Maar het misselijke gevoel gaat niet weg, en alles draait nog steeds.

Na een paar minuten raken mijn benen met een harde klap de grond, en een enorme pijn schiet door mijn linkerenkel.

Ik lig languit op de grond, niet in staat om te bewegen.

Langzaam doe ik mijn ogen open, en ga ik rechtop zitten.

Ik zit tegen de muur van een grote grot aan.

Het is overal donker, maar in het midden van de grot is er 1 kleine lichtbron.

Het Maankristal.

Mijn hart maakt een sprongetje van geluk, en ik sta snel op. En ik zak even snel weer neer.

Een gil verlaat mijn mond en ik grijp naar mijn linkerenkel. Het is blauw, paars en opgezwollen. Een paar tranen springen uit mijn ogen.

Dus dit is de 1e prijs die ik moet betalen om het Maankristal in handen te krijgen. Ik kan niet lopen, dus dit gaat nogal lastig worden.

Ik kijk naar de kleine pilaar waar het Maankristal op ligt. Ik kan het Maankristal zelf niet zien, maar wel een fel paars licht wat er waarschijnlijk afkomstig van is.

Er zit niks anders op dan ernaartoe te kruipen. Ik maak langzaam meters naar voren, totdat ik eindelijk in het midden van de grot ben aangekomen.

Ik sta op, maar zorg er wel voor dat mijn linkerbeen de grond niet aanraakt.

Voor het eerst in mijn leven kijk ik naar het Maankristal. Een voorwerp wat voor veel drama en verdriet in mijn leven heeft gezorgd. En toch staat het hier voor mijn neus, een onschuldig klein ding waarvan je niet zou kunnen raden wat voor macht het eigenlijk in handen heeft.

Het Maankristal is een kleine paarse steen, niet groter dan een inktpotje.

Met mijn hand rijk ik ernaar uit, maar op het moment dat ik het Maankristal aanraak word ik door een enorme kracht achteruit geduwd.

Met een harde klap kom ik tegen de muur van de grot aan, en zak ik neer.

Ik kreun. Alles in mijn lichaam doet pijn.

Ik kijk op naar het Maankristal en zie dat er allemaal rook om de pilaar ontstaat. Ineens begint het te waaien, steeds harder en harder. En mijn haar vliegt voor mijn gezicht.

Dan ineens stopt alles, alsof ik nooit het Maankristal heb aangeraakt, en de storm nooit is geweest.

Ik veeg mijn haar uit mijn gezicht.

Alles is weer hetzelfde, op 1 ding na.

Ik ben niet meer alleen in de grot.

The Letter || The Marauders Fanfic. ✔Where stories live. Discover now