Hoofdstuk 16

262 6 17
                                    

"Mama, maamaaa!!! MAMAAA!" Rial werd hardhandig meegesleurd uit het kamp. Ze waren de dag dat Will weg was gegaan, overvallen door een grote groep rovers. Ze waren zinsdien overal meegesleurt. ze kregen slecht te eten en als ze niet deden wat de rovers wilden of ze deden iets niet goed, dan werden ze afgeranseld. En Rial had zojuist een pas gewassen hemd op de grond laten vallen. Hijzelf was zeven jaar en snapte nog wel dat hij, zijn tweelingzus Maya, zijn grote zus Mara en zijn moeder moesten werken, maar zijn kleine broertje en zusje Benjamin en Zoeloe waren maar vier! "Auw!" De man die hem mee had getrokken duwde Rial in de modder. Greep hem bij zijn kraag en trok hem weer ruw overeind. "WAT DENK JE ERAAN TE GAAN DOEN!? NOU?" Hij sloeg met platte hand op Rials wang. "AUW! sorry! Ik.. het ging perongeluk!" De man hief weer zijn hand om de arme jongen te slaan, maar werd tegengehouden. "Zo is het genoeg! Laat hem los!" Alyss had de man zijn arm vast en trok hem zover mogelijk naar achter. Niet heel ver maar ver genoeg dat hij Rial niet kon slaan. De man keek woedend, maar liet Rial toen los. Om zich vervolgens om te draaien en Alyss te schoppen. Maar Alyss had dit al voorzien en draaide opzij. Om zo gemakkelijk de benen onder de man vandaan te schoppen die al stond te wankelen. Met een doffe klap viel hij neer met zijn hoofd tegen een steen. Daar bleef hij doodstil liggen. Gelukkig was het een eindje weg van het kamp, dus hadden de andere nog niks door. Ze liep snel naar Rial die angstig naar de man keek, maar werd ineens vast gegrepen. "Hier zul je voor boeten!" Ze keek naar de man die haar vast had en zag dat het halve kamp om haar heen stond. Ze zag hoe Rial vast werd gegrepen en werd meegesleurd aan zijn haren. Daarna voelde ze een enorme pijn op haar slaap en werd alles zwart.

"WAT!?" Will stond op en keek de kamer rond. Hij liep naar de postman en schudde deze door elkaar. "JE KOMT ME VERTELLEN DAT MIJN VROUW WORD VERMIST? IS DIT EEN GRAP, OFZO!?" Hij liet de man los die angstig naar de jager keek.
"WAT KIJK JE!?! NOU?" snel keek de man weer weg. Hij zocht naar de andere jager. Halt. Maar die was er nog steeds niet! "Het is geen grap, jager Will... sor." Verder kwam hij niet, want Will had hem vast gepakt bij zijn kraag en trok hem nu de lucht in. Met een gebalde vuist op hem gericht. "WIE DENK JE WEL DAT JE..." "WILL!" Halt stond in de deur opening woedend naar Will en de postman te kijken. Will keek geschrokken terug. Er begonnen tranen te vormen in zijn ogen. "ZET. HEM. NEER...  NU!" Will zette de man neer die snel wegrende en Will zakte in elkaar. "Will! Ben je nou helemaal gek geworden!? Je hebt die postman bijna in elkaar geslagen!" Met grote passen liep Halt naar Will toe. Hij zag heus wel dat er iets was, maar hij kon niet zomaar een man bedreigen. Will gaf geen antwoord. Halt wenkte de man die nog steeds angstig naar de jager op de grond zat te kijken. Voorzichtig liep hij naar Halt toe en bleef naast hem staan. "Waar was Will zo boos over?" Fluisterde Halt. "Wel, toen ik aankwam bij het huis van Alyss was er niemand. Ik ben er toen twee dagen gebleven. De laatste dag heb ik ingebroken en zag dat er duidelijk een soort gevecht had plaats gevonden. Er lag een beetje bloed en alles was omgegooid. Toen ben ik gelijk naar hier gereden." Halt knikte en gebaarde dat hij mocht gaan. Blij liep de postman naar de deur en liep weg. Maar net voor hij door de deur was, riep Halt hem terug. "Haal vrouwe Pauline voor me. Zeg dat het dringend is, maar zeg niet waarover. Dat wil ik liever zelf zeggen." De man knikte en verliet de kamer. Zodra de deur dicht was rende Halt naar Will toe. Hij knielde bij hem neer en sloeg zijn armen om Will heen. Will hield het niet meer en begon te huilen. Halt klemde hem docht tegen zich aan. "mijn..." Will kon bijna niks zeggen. "Het is oké. We vinden ze wel." Dat had Halt beter niet kunnen zeggen. "OKÉ? O. KÉ?! HEB JE WEL GEHOORD WAT ER IS GEBEURD!? BLOED! EEN GEVECHT! ZE ZIJN DOOD! Het... het kan niet anders. En alles wat jij zegt is, oké. Moet ik ze vinden om ze te begraven?" Halt keek met medelijden naar zijn oud-leerling. "Weet je dat zeker?" Will keek hem aan. "Nee, maar.." "Dus kan je in ieder geval gaan zoeken. Misschien hebben ze je nodig!" "Maar jij zegt altijd dat je van het slechtste uit moet gaan." Will veegde zijn tranen weg. "Ja, maar dat betekend niet dat we niet hoeven te zoeken! Het kan even goed zijn dat ze nog leven. En dan hebben ze je waarschijnlijk heel erg nodig." Will knikte langzaam. "Oké." Hij veegde zijn laatste tranen weg en stond op. "Ik ga mijn spullen pakken. Morgen vertrek ik." Halt trok een wenkbrauw op. "Ik bedoel, ik en jij." Halt knikte en stond ook op. Will rende naar de deur en trok deze open. Hij wilde verder rennen, maar botste tegen vrouwe Pauline op! "Oh, sorry! Eeh..." Pauline begon te lachen. "Kan gebeuren Will!" Will stond snel op en liep verder Halt en Pauline alleen achterlatend. "Je wilde het ergens over hebben?" "Ja... over Alyss."

⚠️ Grijze jager deel 1: jagers tweeling ⚠️ ONAF EN GESTOPT⚠️Where stories live. Discover now