Hoofdstuk 46

73 0 0
                                    

Laten we in de richting van het bos gaan zoeken zegt Laurens zacht. Dat is de richting waar ik haar het laatst heb gezien. We gaan met je mee jongen zeggen zijn ouders en de ouders van Tess. Bo die naar huis gerent bleek te zijn loopt temide mee met de groep. Als ze een tijdje in het bos lopen ziet Laurens iets glinsteren in het gras. Snel sprint hij erop af. Het is de telefoon van Tess roept Laurens uit. Hij moet uit haar zak gevallen zijn denk ik zegt Rita bedenkelijk. Hij is gebarsten zegt Laurens zachtjes. Wie heeft ze voor het laatst gebeld vraagt Jan. Kan je dat zien? Ze belde, even kijken zegt Laurens zacht. M, mij zegt Laurens zacht als hij de laatste oproepen ziet op haar telefoon. Heeft ze niet naar huis gebeld vraagt Rita zachtjes.  Laurens schud zijn hoofd. Nee, ze heeft me geprobeert te bellen. Ik dacht dat ze me niet meer wou spreken nadat ik haar wou zoenen. Ik ging veel te ver. Laurens stopt Tess haar telefoon in zijn zak. Ik zal hem aan haar geven als we haar vinden. Verbouwereerd gaat Laurens op een boomstam zitten. We moeten haar vinden mompelt zijn  moeder terwijl ze naast Laurens komt zitten. We kunnen dit niet alleen, we moeten echt de politie inschakelen. Ik bel ze wel even zegt Tess haar vader, en hij loopt weg van de anderen. Waar moeten we beginnen mompelt Rita. Het bos is zo groot. Oppeens begint Bo te blaffen. Wat is er jongen zegt Rita die op Bo afloopt. Ineens sprint Bo er vandoor. Laurens en de ouders van Tess en van Laurens rennen achter Bo aan.

Ondertussen bij Tess
Tess weet van de pijn niet hoe ze op het bed moet liggen. Ze probeert op haar ene zij te liggen, om vervolgens weer op haar andere zij moeizaam te rollen. De tranen lopen over haar wangen van pijn. Ze ligt er inmiddels al twee dagen, en de jongens zijn niet meer terug gekomen. Tess heeft geen eten of drinken meer gehad. Ik wou dat er gewoon iemand kwam, het maakt me niet uit wie, de wond ziet er niet goed uit. Ik moet naar een dokter of ziekenhuis denkt Tess voordat ze weer wegzakt.

Bo, waar ren je helemaal heen jongen roept Rita hijgend. Ik houd dat beest bijna niet bij zegt ze tegen Laurens. Opeens staat Bo voor een aantal pakhuizen te blaffen. Wat een enge buurt rilt Rita. Ik zou hier nou niet voor mijn lol willen komen. Tess zou toch niet in een van die pakhuizen zitten zegt Laurens verschrikt. Ik weet het niet jongen zegt Tess haar vader. We gaan elk pakhuis langs tot we haar hebben gevonden zegt de vader van Laurens. Goed, waar beginnen we zegt Laurens zacht. Het zijn er zoveel. We beginnen bij de eerste zegt Rita beslist. Laten we ons spreiden. Ik ga zoeken met Laurens zegt Rita. En Jan en jouw ouders zoeken in de andere pakhuizen, is dat goed? Okee klinkt het van alle kanten. Ze zoeken met zijn vieren bijna alle pakhuizen af. En ze hangen overal foto's op van Tess en vragen aan iedereen of ze Tess hebben gezien. Op een gegeven moment wordt het donker, en besluiten ze huiswaarts terug te keren. Teleurgesteld dat ze haar niet hebben gevonden..

Laurens
Hij kan 's nachts niet in slaap komen en blijft maar malen waar Tess toch kan zijn. Laurens besluit de volgende dag vroeg terug te gaan naar de pakhuizen, en alleen verder te zoeken. De volgende dag staat hij om zeven uur op en schrijft een briefje voor zijn ouders.

Hoi Pa,ma,

Ik kon vanacht niet slapen omdat ik mij zorgen maak over Tess. Waar ze is, of er wat is gebeurd. Ik moet haar gewoon vinden. Ik ben in mijn eentje op pad gegaan. Als ik haar vind of als er iets anders is, zal ik jullie bellen.

Laurens

Snel pakt Laurens nog een paar boterhammen mee voor onderweg en rijd dan in zijn auto naar de pakhuizen. Nu Laurens in zijn eentje is, lijken de pakhuizen nog enger dan als ze met zijn vieren waren. Laurens blijft staan voor het enige pakhuis waar ze gister nog niet binnen zijn geweest. Shit, de deur zit op slot. Gelukkig merkt Laurens dat hij een zakmes in zijn zak heeft zitten waardoor hij een beetje in het slot kan zitten wrikken totdat het uiteindelijk open springt.

Heel even moeten zijn ogen wennen aan het duister. Het is er doodstil. Voorzichtig loopt Laurens door het oude pakhuis heen. Af en toe kijkt hij om zich heen of hij kamers ziet of andere activiteiten in het oude pakhuis. Opeens hoort Laurens een zacht geluid. Snel loopt hij af op het geluid waar het vandaan komt. Het klinkt alsof iemand om hulp roept, al is het heel zacht..

Voetstappen in het bosWhere stories live. Discover now