Hoofdstuk 6

110 1 0
                                    

Snel probeert ze haar mond te spoelen met water. Laurens vraagt ze heel zacht. Kan je even komen? Binnen no time staat Laurens voor de deur. Tess maakt zachtjes de deur van het toilet open. Ik voel me zo slap zegt ze zacht. Snel pakt Laurens haar vast. Kom uhm schat zegt hij zacht. Ik breng je  naar je kamer. Je moet hier een paar nachtjes blijven. Stilletjes lopen ze naar haar kamer toe. Ze ligt op kamer 305. Laurens legt Tess voorzichtig in bed. Ik heb helemaal geen kleren zegt Tess zacht. Ik wist niet dat ik een paar nachten in het ziekenhuis moest blijven. Ik kan wel wat kleren voor je bij je  thuis gaan halen zegt Laurens zacht. Zou je dat willen vraagt Tess zacht. Ja tuurlijk zegt Laurens zacht. Voor jou doe ik dat.  Snel roept Laurens een zuster zodat ze bij Tess kan blijven.  Zacht kust hij haar op haar voorhoofd. Ik ben zo terug. Laurens loopt snel naar buiten. Snel stapt Laurens in de auto en rijd naar Tess haar huis. Zachtjes belt hij aan. Haar moeder Rita doet de deur open. Hallo Laurens zegt ze verwonderd. Dat is een tijd geleden. Is er wat? Waar is Tess? Ze ligt in het ziekenhuis zegt Laurens zacht. Hoor je Rita: wat? Een drietal jongens hebben haar te pakken genomen in het bos toen ze met Bo aan het wandelen was, en ze hebben haar misbruikt en mishandeld zegt Laurens heel zacht. O, god mijn meisje snikt haar moeder. Waar is ze? Ik moet naar haar toe. Ik heb haar beloofd wat kleren voor haar te halen zegt Laurens. Ze moet een paar nachten in het ziekenhuis blijven. Waarvoor vraagt haar moeder snikkend. Ze zit onder de blauwe plekken en ze heeft een gebroken rib zegt Laurens zacht. Haar vader komt net binnen. Rita vertelt het verhaal wat Laurens net heeft verteld, en haar vader trekt wit weg. Rita, pak wat kleding voor haar. We moeten naar het ziekenhuis zegt haar vader zacht. In welk ziekenhuis ligt ze Laurens vraagt haar vader. Snel geeft Laurens het adres van het ziekenhuis op. Ik ben met de auto zegt hij zacht. Jullie kunnen wel met mij meerijden als jullie willen. Snel pakt haar moeder een tas met kleren in voor Tess en gaat bij Tess haar vader op de achterbank zitten. Stil rijden ze naar het ziekenhuis. Heb jij haar gevonden jongen vraagt haar moeder zacht aan Laurens. Ik heb haar gevonden zegt Laurens zacht. Ze hadden haar naar een huisje meegenomen in het bos en haar daar vastgebonden aan een bed. Ik vond haar totaal weerloos zegt Laurens zachtjes. Ze zat onder de blauwe plekken en haar gezicht was blauw. Ik heb haar meegenomen en ben met haar in mijn armen naar mijn huis gerent. Bo was naar het huis van mijn ouders gerent zegt Laurens zacht.  Het was vreselijk om Tess zo te zien zegt Laurens verdrietig.

Stilletjes komen ze aan bij het ziekenhuis. Laurens zet snel de auto weg en ze lopen het ziekenhuis binnen. We komen voor Tess de Wit zegt haar moeder zachtjes bij de receptiebalie. Komt u maar mee. De zuster neemt Laurens en haar ouders mee naar kamer 305. Zachtjes klopt de zuster op de deur. Mevrouw de Wit, mag ik binnen komen vraagt de zuster zacht. Het blijft stil in de kamer. Zachtjes duwt Laurens de deur open. Tess ligt op bed diep in slaap met haar hand op haar buik. Laurens gaat zachtjes naast haar bed op een stoel zitten. Haar ouders blijven een beetje onwennig bij haar voeteneind staan.  Geef de tas maar aan mij zegt Laurens zacht. Ik geef het wel aan Tess als ze wakker is. O, mijn meisje stamelt haar moeder zacht. Ze ziet er vreselijk uit. Ze zit onder de blauwe plekken. Mijn god, wat hebben die jongens met haar gedaan snikt ze. Opeens ziet haar moeder de lichte opbolling van haar buik. Laurens zegt ze zacht. Is Tess zwanger? Laurens knikt zachtjes. Ja zegt hij zacht. Hebben die jongens dat gedaan vraagt haar moeder met trillende stem.  Laurens knikt weer. Wat wilt ze ermee doen vraagt haar vader zacht. Weet je dat Laurens?  Ik geloof dat ze het wilt houden zegt Laurens zacht. Ik wil haar helpen met opvoeden alsof het mijn eigen kind is. Laurens kijkt snel naar beneden. Laurens, dat hoef je echt niet te doen zegt haar moeder zacht. Ze is 25. Ze kan wel zelf ervoor zorgen. En wij zijn er ook nog voor haar. Ik wil het zegt Laurens zacht. Ik voel me verantwoordelijk ervoor. Laurens, dat hoeft echt niet zegt Rita zacht. Ik ben altijd van haar blijven houden zegt Laurens zacht. Ik heb wel met andere meisjes gedate hoor. Maar, ze waren niet zoals Tess.  Haar ouders blijven even stil. Laurens, weet je dit zeker zegt haar moeder onzeker. Je kan er niet zomaar voor weglopen. Dat wil ik ook helemaal niet zegt Laurens zacht. Ik heb nog steeds ons huis in Amsterdam. Er past wel echt wel een babykamer bij zegt hij zacht. Laurens, ik vind dit echt lief van je zegt haar moeder zacht. Toen ik haar zo zag liggen, zo weerloos, wist ik dat ik voor haar wilde zorgen zegt Laurens. Tess wordt langzaam wakker van alle stemmen in de kamer. Slaperig kijkt ze in de gezichten van haar ouders en Laurens die haar bezorgd aankijken. Pap, mam, wat doen jullie hier vraagt Tess zacht. Laurens stond opeens voor de deur om kleren voor je te halen. Hij heeft ons het verhaal verteld en zei dat je in het ziekenhuis lag. We zijn halsoverkop van huis vertrokken. Laurens pakt zacht haar hand vast. Hoe voel je je Tess? Ik voel me zo moe zegt ze zacht.  En ik ben zo verschrikkelijk misselijk. Haar moeder pakt haar andere hand vast.  Ik weet dat je zwanger bent. Weet je al of je het wilt houden of dat je het weg wil halen.  Ik wil het houden zegt Tess zachtjes. Ik weet nog niet precies hoe ik het ga doen, maar ik red me wel. Snel pakt Laurens weer haar hand beet. Ik heb toch gezegd dat ik voor je wil zorgen zegt hij zacht. Dat meen ik echt. Laurens, het hoeft echt niet protesteert Tess zachtjes. Tess, ik wil het zegt Laurens terwijl hij over haar wang strijkt. Neem mijn hulp nou eens aan. Pap, mam willen jullie even de kamer uitgaan zegt Tess zacht.

Voetstappen in het bosWhere stories live. Discover now