True North

80 6 0
                                    

Henry en ik waren bij de supermarkt. Henry stond de Hulk te lezen in een stripboek van Marvel terwijl ik rond liep. Echt hoeveel dingen hier doet me aan Annet denken. Ze is echt verslaafd aan Marvel films en The Maze Runner. 'Wat lees je?' Vroeg een meisje. 'De Hulk tegen Wolverine.' Zei Henry. Ik vertrouwde het niet helemaal dus liep ik erheen. 'Ik ben Ava. Ik ken jullie van school. Jullie zitten bij mevrouw Blanchard in de klas, toch?' Vroeg Ava. 'Ja, klopt. Ik ben Indy en dit is mijn broertje Henry.' Zei ik. 'Ben je klaar, Ava?' Vroeg een jongetje. 'Dit is mijn broertje Nicholas.' Zei Ava. 'Kom we gaan.' Zei Nicholas. 'Zin om mee te gaan?' Vroeg Ava. 'Ja, leuk. Waarom niet.' Zeiden Henry en ik. We liepen naar de deur tot Meneer Clack naar de deur liep. 'Waar gaat dan heen?' Vroeg hij. Hij deed me denken aan Sneezy want hij nieste best veel. 'Maak je tas open. Ik zag wel dat je iets pikte. Maak open.' Zei hij. 'Maar ik heb niets gestolen.' Zei Henry. Hij gaf Henry's tas en maakte het open. Er zat allemaal eten en drinken in zijn tas. 'En ook nog liegen.' Zei hij. Ik richte me op Ava. 'Daarom praatte je met ons. Intussen stopte je broer dat in zijn tas.' Zei ik pist. Niemand maar dan ook echt niemand laat mijn broertje in de problemen komen behalve hijzelf of ik. 'Henry, ik ben verbijsterd. En wie denken jullie wel niet dat jullie zijn?' Vroeg hij. Hij pakte zijn telefoon en belde de sheriff, dus Emma en Regina.

Voor je het wist waren ze er. 'Mevrouw de burgemeester, uw zoon heeft iets gestolen.' Zei hij. 'Klopt dat?' Vroeg Regina. 'Mam, Henry zou dat echt nooit doen. Ik op dat betreft.' Zei ik het laatste zacht. 'Kijkt u zelf maar.' Zei hij. 'Mijn zoon snoept niet en hij is niet zo dom om te stelen. Die twee zijn de schuldigen. Kom we gaan.' Zei Regina. 'Mam, ik blijf bij Emma. Je weet dat ik later ook bij de politie wil. Wat is dan beter om het te zien gebeuren en mee te draaien, alstublieft.' Zei ik. 'Vooruit. Om zes uur thuis.' Zei Regina. 'Dankje, mam.' Zei ik en gaf haar een kus om haar wang. Maar toen liepen Henry en Regina weg. 'Zo ik heb een nieuwe collega vandaag.' Zei Emma. 'Jep.' Zei ik met een glimlach. 'Zijn hun ouders gebeld?' Vroeg Emma. 'Het nummer was buiten werking.' Zei Meneer Clack. 'Hebben jullie hem een vals nummer opgegeven?' Vroeg Emma. 'Nee.' Zei Emma. 'Waar is er dan buiten gebruik?' Vroeg Emma. 'Omdat onze ouders de rekening niet konden betalen.' Zei Ava. 'Jullie wilden ze alleen maar helpen.' Zei ik. 'Alstublieft. Arresteer ons alstublieft niet. Dan raken onze ouders nog meer in de problemen.' Zei Ava. 'Oké, ik betaal de spullen die jullie wouden meenemen en dan breng ik jullie naar huis.' Zei Emma. En zo deden we.

Voor ik het wist waren we bij hun huis. 'Is dat het?' Vroeg ik. 'Ja.' Zeiden ze. Maar ik kon aan hun zien dat ze logen of iets achter hielden. Dat is blijkbaar iets nieuws. Niet dat ik het erg vind maar het blijft eng dat ik hier magie heb. We wouden uitstappen. 'Nee wacht. Alstublieft, nee. Als onze ouders u zien zullen ze zich zo schamen.' Loog Ava. 'Heeft Henry of Indy verteld over mijn superkrachten?' Vroeg Emma. 'Emma, we kennen hun net.' Zei ik. 'Ik zie wanneer iemand liegt. Is alles goed bij jullie thuis, los van dat geldgebrek?' Vroeg Emma. 'Prima. Mogen we nu gaan?' Vroeg Ava. 'Toe maar.' Zei Emma. Ze liepen weg en wij reden weg maar kwamen niet ver.

'Emma stop nu. Ik vertrouw het voor geen meter.' Zei ik en ging de auto uit. Emma parkeerde het en we rende naar het huis. 'Hoe wil je binnen gaan?' Vroeg Emma. 'Uh, door deze dingen. En liet de mijn schuif speltjes zien. 'Ik ben hier niet slecht in. Dit is één van mijn beste inbreek truc.' Zei ik kreeg zo de deur open. 'Wacht wat?' Vroeg Emma. We liepen verder en het leek hartstikke onbewoond. Het zag eruit als een krot. We zagen opeens Ava en Nicholas. 'Waarom hebben jullie gelogen? Waar zijn jullie ouders?' Vroeg Emma. 'Die hebben we niet.' Zei Ava. 'Kom maar met mij mee.' Zei Emma en we reden naar het huis van Emma.

'Ken je ze? Zitten ze op school?' Vroeg Emma. Ava en Nicholas zaten aan de tafel te eten terwijl ik bij Emma en Mary Margaret stond. 'Ik heb ze weleens gezien, maar dit was niet bekend bij ons.' Zei Mary Margaret. 'Ava en Nicholas Zimmer. Hun moeder Dorrie Zimmer is een paar jaar terug overleden. Niemand kent of herinnert haar.' Zei Emma. 'Door de vloek ja. Ik heb denk wel een idee we het kan zijn.' Zei ik. Ze doen me namelijk denken aan Hansel en Gretel. Zijn alleen en "verdwaald". Hebben geen idee waar hun vader is en hun moeder is dood. Klinkt dan logisch op dat betreft. 'En hun vader?' Vroeg Mary Margaret. 'Onbekend. Althans, voor hen.' Zei Emma. 'Wat zegt Jeugdzorg?' Vroeg ik. Emma keek met een verontrusting in haar gezicht. 'Je hebt het niet gemeld, hé.' Zei Mary Margaret. 'Dan belanden ze in het systeem.' Fluisterde Emma. 'Ze helpen hen.' Zei Mary Margaret. 'Jij hebt je er ook aan onttrokken. Ze komen bij pleegouders terecht die het alleen om het geld te doen is. Zodra ze lastig worden, gaan ze maar het volgende stel.' Zei Emma. 'Zo zijn ze niet allemaal.' Zei Mary Margaret. 'Bij mij waren ze wel zo.' Zei Emma. 'Wilde je ze adopteren?' Vroeg Mary Margaret. 'Ik wil hun vader gaan zoeken. Ze kennen hem niet. Misschien weet hij niet dat ze bestaan.' Zei Emma. 'Denk je dat hij ze zou willen hebben?' Vroeg Mary Margaret. 'Ik weet het niet. Maar pleegouders vinden voor twee kinderen tegelijkertijd is heel lastig. Dit is hun enige kans.' Zei Emma. 'Halen ze ons uit elkaar?' Vroeg Ava huilend die denk al een tijdje bij ons stond. 'Nee, dat gebeurt niet. Bij mij en mijn broertje is het ook gelukt.' Zei ik. 'Alstublieft, Mevrouw Swan wilt u daarvoor zorgen?' Zei Ava. 'Belooft.' Zei Emma. 'Emma, wil je me naar huis brengen?' Vroeg ik. 'Natuurlijk.' Zei Emma en we liepen in naar de auto.

'Vertel eens wat over hem.' Zei ik. 'Ik weet nog niks over hun vader.' Zei Emma. 'Niet over hun vader maar over die van Henry en mij. Ik heb ook over jouw ouders verteld. Nu woon je bij je moeder. Mijn oma.' Zei ik. 'Mary Margaret is niet... Ze is... Laat maar.' Zei Emma. 'Alsjeblieft.' Zei ik smekend. 'Ik was nog erg jong. Ik stond net op eigen benen en werkte in een wegrestaurant dat altijd open was. En je vader was in opleiding bij de brandweer. Hij had wisseldiensten en kwam vaak koffie drinken en taart eten. Hij mopperde altijd dat we geen pompoentaart hadden. Maar hij bleef toch komen.' Zei Emma. 'Zijn jullie getrouwd?' Vroeg ik. 'Nee, hoor. We gingen een paar keer samen op stap na mijn werk. Het leven ging door. Met hem ging het beter, met mij slechter. Ik raakte in de problemen.' Zei Emma. 'Toen je de gevangenis in moest?' Vroeg ik. 'Net daarvoor kwam ik erachter dat ik zwanger was van jou en Henry. Ik probeerde contact ,Et hem op te nemen. Toen hoorde ik dat hij was omgekomen bij een reddingspoging tijdens een brand. Je ziet mij als een reddende engel maar dat was hij. Je vader was een echte held.' Zei Emma. We kwamen aan bij mijn huis. 'Heb je iets van hem? Een aandenken, of zoiets? Iets wat je me kunt laten zien.' Zei ik. 'Ik... heb dat niet. Indy, het spijt me. Ik moet verder. Ik weet hoe ik die man kan vinden.' Zei Emma. Ik stapte uit en Emma reed weg.

Ik rende naar binnen. 'Hey, mam. Ik ben thuis en een uur te vroeg. Dat betekent dat ik nog kan lezen toch en niet hoef te eten.' Zei ik hardop. 'Indy, kom is hier.' Zei Regina vanuit de keuken. 'Je weet de kinderen die vanochtend hebben gestolen. Ik heb Jeugdzorg gebeld. Ze gaan vanavond laat naar Boston.' Zei Regina. 'Mam, dat is zo gemeen. Ze worden uitelkaar getrokken. Emma en ik hadden belooft dat, dat niet zou gebeuren.' Zei ik. 'Stop dan met beloftes te maken die je niet kan nakomen.' Zei Regina. Ik liet mijn hoofd hangen. 'Ze gaan weg na het eten. En omdat het je vriendjes zijn mag je met Emma mee om ze af te zetten in Boston.' Zei Regina als The Evil Queen.

Na het eten ging ik met Regina mee naar Emma. Het was tijd om Ava en Nicholas naar Boston te brengen. 'Stap maar in. Het wordt... Het spijt me, maar we moeten gaan.' Zei Emma. Ik ging voorin zitten naast Emma. Henry rende naar de auto. 'Je mag ze niet wegbrengen. Ze mogen niet weg uit Storybrooke. Dan gebeurt er iets ergs.' Zei Henry. 'Dat gebeurt er nu al, Henry.' Zei Emma. Ze starte de auto en we reden weg. Maar halverwege net voor de grens stopte de auto. 'Dit meen je niet.' Zei Emma. 'Wat is er aan de hand?' Vroeg Ava. 'De motor scheidt ermee uit.' Zei ik. Emma pakte haar telefoon en belde iemand. 'Wie belt u?' Vroeg Ava. 'Ik bel om hulp.' Zei Emma. Later kwam er hulp Emma was uit de auto en ik bleef met de tweeling in de auto. Hij stond een tijdje met Emma te praten. En kwam zelfs naar de auto. Wat blijkt hun vader te zijn. Zoals het blijkt alles komt goed.

Ava en Nicholas gingen met hun vader mee terwijl Emma en ik naar huis reden... nou zoiets. We waren eerder onderzoek aan het doen over haar ouders. Waarvan ik wist wie het waren maar zij ons niet wou geloven. Opeens stond Henry naast de auto waarvan ik schrok. 'Wat is dat?' Vroeg Henry. 'Een dossier. En dat?' Vroeg Emma. 'Pompoentaart, voor jou. Indy vertelde het verhaal over onze vader. Daar hield hij toch van?' Vroeg Henry. 'Ja.' Zei Emma en we stapt de auto uit. 'Henry, Indy. Nog even over jullie vader.' Zei Emma. 'Ja.' Zeiden we tegelijk. 'Ik ben blij dat ik het heb verteld.' Zei Emma. 'Ik ook.' Zei ik en we deden een groepsknuffel. 'Hier daarmee.' Zei Emma met een glimlach en pakte het taartje. 'Wat je hebt gedaan voor Ava en Nicholas... Je verandert echt dingen.' Zei Henry. Maar opeens kwam er een vet coole motor aan. En stopte vlak voor ons. Hij deed zijn helm af en liep naar ons. Iets aan hem kwam me bekent voor maar ik zag niet wat. Ik had hem hoe dan ook eerder gezien. Of het in mijn vorige leven was of deze. Ik had geen flauw idee. 'Hey.' Zei hij. 'Hey.' Zei ik. 'Is dat Storybrooke?' Vroeg hij aan mij. Serieus aan mij. Hij kon het ook aan Emma als hij wilde flirten hij is denk ouders dan Emma zelfs. 'Ja. Dat is het.' Antwoordde ik. 'Kan ik hier ergens een kamer huren?' Vroeg hij. 'Blijft u hier?' Vroeg Henry. 'Dat was ik wel van plan. Als ik een slaapplaats vind.' Zei hij. 'Even verderop is Granny's Bed and Breakfast.' Zei Emma. 'Dankje.' Zei hij en keek mij aan alsof hij mij kende. En hij liep weg. 'Hoe zei je dat je heette?' Vroeg ik. 'Heb ik niet gezegd.' Zei hij en reed weg. 'Er kwamen hier toch nooit vreemden?' Vroeg Emma. 'Ja klopt. Maar ik denk niet dat hij een vreemde is. Hij komt me echt bekend voor.' Zei ik

Indy Swan, The Dark CurseDonde viven las historias. Descúbrelo ahora