Hoofdstuk 4

195 4 0
                                    

De volgende dag word ik wakker van mijn zoemende telefoon, die naast mijn kussen ligt. Vermoeid knipper ik met mijn ogen. Nog half slapend pak ik mijn telefoon, en op de tast neem ik de telefoon op. "Waar ben je? Ik sta voor je deur." Aangezien ik nog niet helemaal wakker ben, heb ik moeite om de stem thuis te brengen. "Wacht, wie is dit?" Ik hoor een zucht aan de andere kant van de lijn. "Dave, wie anders? Kom je nou nog, ik sta klaar." Ik kijk op mijn klok hoe laat het is. Het is vijf over half 8. Shit! "Ik heb me verslapen, kom eraan." zeg ik tegen  Dave, en dan hang ik op. Ik trek snel een T-shirt over mijn hoofd, pak een broek en sokken en ren naar de badkamer. Halverwege struikel ik bijna over een broekspijp, maar ik bewaar gelukkig mijn evenwicht. Ik haal een borstel door mijn haar, spuit deodorant onder mijn oksels en sprint de trap af. De laatste trede sla ik per ongeluk over, waardoor ik uitglijd en op de vloer beland. "Fuck." Mompel ik zachtjes. Ik sta voorzichtig weer op, maar zak meteen door mijn enkel. Lekker dan. Ik probeer voorzichtig een paar stappen te zetten, maar ik verga van de pijn. "Mam!" roep ik. Mijn moeder stommelt de trap af. "Wat is er, lieverd?" Ik wijs naar mijn enkel. "Ik ben door mijn enkel gegaan op de trap." Ik zie nu ook dat mijn voet nogal opgezwollen is. Dat ziet mijn moeder ook. "Ik bel een dokter."

Een halfuur later zitten we bij de eerste hulp in het ziekenhuis. Omdat we niet een erg urgent geval zijn, moeten we lang wachten. Het voelt alsof iemand een mes in mijn enkel heeft gezet, en deze aan het ronddraaien is. Ik bijt op mijn lip. Mijn moeder pakt mijn hand vast. "Gaat het, schat?" Ik knik. Ze knijpt zachtjes in mijn schouder. "Je bent een topper." Ik tuur naar het tv schermpje in de wachtkamer, totdat ik een deur open hoor gaan. Ik kijk om, en zie dat er een verpleegster in de deuropening staat. "Mevrouw Janssen?" Ik sta voorzichtig op, met ondersteuning van mijn moeder. Dan hinkel ik naar de verpleegster toe. "Dat ben ik." Zeg ik. 
Ze neemt ons mee naar een kamertje, waar ik op het bed moet gaan liggen. "Er komt zo een dokter bij je." Zegt de verpleegster. Fijn, nog meer wachten. Ik knik haar toe, en bedank haar. Dan loopt ze weg, en blijven mijn moeder en ik achter in het kamertje. Ik hoor mijn telefoon zoemen in mijn tas. Dan bedenk ik me dat ik helemaal niets gezegd heb tegen Dave en Maan, ze zullen zich vast zorgen maken. "Mam, kun je me mijn telefoon aangeven?" Mijn moeder geeft me mijn telefoon, en ik bel Maan. "Hey, ik zal niet op school verschijnen vandaag, denk ik." Ik vertel wat er gebeurd is. Maan wenst met beterschap. "Ik wil wel op je gips schrijven, hoor!" Ik lach, en hang op. Dan bel ik Dave. Hij neemt meteen op. "Waar was je nou? Als je niet meer met me mee wilt rijden kun je dat gewoon zeggen, hoor. En als je het uit wilt maken hoor ik dat liever ook gewoon van je, in plaats van dat je me voor niks laat wachten." "Ook goedemorgen", denk ik, maar dat zeg ik maar niet. In plaats daarvan zeg ik: "Dave, ik lig in het ziekenhuis." Het is even stil aan de andere kant van de lijn. "Wat, waarom?" Dave klinkt verbaasd. "Ik ben van de trap gevallen vandaag, en toen ging ik door mijn enkel," leg ik uit, "De dokter komt zo om te kijken wat eraan scheelt, maar ik kan er niet op lopen." Dave is weer even stil. "Oh. Kut voor je." Zegt hij dan. Wat is dat nou weer voor reactie? Zonder nog iets te zeggen hang ik op. Als hij niet normaal kan doen, hoef ik hem ook niet te spreken. Mijn moeder kijkt me ongerust aan. "Is alles goed, lieverd?" Ik schud mijn hoofd. Nee, alles is niet goed. Een traan loopt over mijn wang. "Och, meisje toch." Mijn moeder slaat een arm om me heen en aait zachtjes over mijn haar. 

Na een paar minuten komt de dokter binnen. Mijn moeder zat nog steeds naast me op het bed, maar nu gaat ze gauw weer op haar stoel zitten. De dokter glimlacht. "Het is wat, he?" Hij moest eens weten. Ik knik. De dokter voelt aan mijn been en stelt allerlei vragen, zoals waar het pijn doet, of ik mijn been nog op kan tillen en of ik een paar stappen kon lopen. Dat lukt me niet. De dokter fronst. Dat is vast geen goed teken. "Ik denk dat je een enkelfractuur, oftewel een gebroken enkel hebt. Ik slik. Dat klinkt niet best. "Ik ga meteen kijken of er een röntgenfoto gemaakt kan worden, zodat we het zeker weten." De dokter loopt de kamer uit. Mijn moeder knijpt zachtjes in mijn hand. Dan komt de dokter terug, met twee verpleegsters. "Deze verpleegsters gaan je naar de röntgenkamer begeleiden." De verpleegsters glimlachen vriendelijk. Ik mag niet lopen, de zusters halen het bed van de rem en rijden het de kamer uit. Ik hoor dat de dokter iets tegen mijn moeder zegt. "U mag in de wachtkamer wachten, mevrouw. We zullen u komen halen zodra de röntgenfoto gemaakt is." Daar schrik ik een beetje van, ik had gehoopt dat mijn moeder erbij mocht blijven. Gelukkig duurt het maken van de foto niet lang, en al gauw lig ik weer in mijn kamertje. Mijn moeder wordt opgehaald door een verpleegster. "Hoe gaat het, schat?" vraagt mijn moeder. "Wel goed. Alleen doet mijn voet nog steeds pijn." Mijn moeder glimlacht naar me. "Probeer maar even te rusten, tot we de uitslag krijgen." 

Ik open mijn ogen. Blijkbaar heb ik even geslapen. Ik heb geen idee hoeveel tijd er verstreken is. Ik knipper met mijn ogen, en kijk om me heen. Links van me zie ik mijn moeder zitten. Ze heeft mascaravlekken onder haar ogen. Dat belooft niet veel goeds. "Mam?" zeg ik zachtjes. Mijn moeder kijkt op. "Heb je lekker geslapen?" Ik knik. "Heeft de dokter nog iets gezegd?" vraag ik. Mijn moeder schudt haar hoofd, maar ik geloof haar niet. "Wanneer komt hij weer?" Als mijn moeder niets zegt, vraag ik het de dokter zelf wel. "Ik verwacht hem elk moment." zegt mijn moeder. Ik zucht. Daar heb ik niks aan. Ik besluit maar geduldig te wachten. Ik zie dat mijn telefoon op het kastje naast mijn bed ligt, en ik pak hem op. Ik heb een sms'je  van Maan. "Leef je nog? Het is stil op school zonder je. X Maan." Ik glimlach, en typ een berichtje terug. "I'm alive! Wat er met de enkel gaande is, is nog niet bekend. Ik hou je op de hoogte. X."
Ik leg mijn telefoon weer op het nachtkastje. Ik heb ook een gemiste oproep van Dave, maar ik bel hem niet terug. Ik ga op mijn rug liggen, en staar naar het plafond. Dan hoor ik de deur opengaan. Ik ga rechtop zitten, en zie dat het de dokter is. "En?" vraag ik, voor dat hij de kans heeft om ook maar iets te zeggen. De dokter glimlacht zwakjes. Hij kijkt serieus. "Op de röntgenfoto is te zien dat je inderdaad een gebroken enkel hebt. Om dit te herstellen zullen we je moeten opereren, we moeten dan de botten weer goed tegen elkaar aan zetten. Daarna krijg je gips." "Hoe lang duurt het voordat ik weer kan lopen? Krijg ik krukken?" vraag ik. "Je krijgt inderdaad krukken, maar je moet in het ziekenhuis blijven tot de operatie geweest is. Daarna moet je nog zo'n 6 weken gips, in die tijd kun je op krukken lopen." Ik knik. "Is het al bekend wanneer de operatie is?" "We gaan proberen die zo snel mogelijk in te plannen, reken maar op vandaag of morgen." Ik knik. "En kan ik na die 6 weken weer voetballen?" De dokter schudt zijn hoofd. "Dat denk ik niet. Je moet na de operatie sowieso eerst revalideren, daarbij kan een fysiotherapeut je helpen. Het zal wel even duren voordat je weer kunt lopen, en het zal nog langer duren voordat je weer fanatiek kunt voetballen." Oh. "Is er iets wat ik kan doen om het revalidatieproces sneller te laten verlopen?" vraag ik. "Goed luisteren naar de fysiotherapeut, en niet op eigen houtje kilometers gaan lopen in de hoop dat het beter wordt, dat werkt namelijk averechts. Je zult geduld moeten hebben." Ik baal als een stekker. We gaan net zo goed dit seizoen, misschien kunnen we wel kampioen worden, en nu mis ik super veel wedstrijden! De dokter ziet vast aan me dat ik baal. "Het komt wel goed. Het kost misschien wat tijd, maar na de revalidatie kun je wel gewoon weer voetballen." Hij geeft mij en mijn moeder een hand, en vertrekt. 


Zij verandert allesWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu