H 11 - Home sweet home

37 4 0
                                    


Genietend van de heerlijke nachtlucht lig ik in de armen van Muriel. Met zijn grote vleugels vliegt hij inderdaad veel sneller dan dat ik zou vliegen met mijn kleine vleugeltjes en ik voel mij heel dankbaar voor alles wat hij tot nu toe gedaan heeft voor mij. Het kan ook liggen aan zijn bloed dat mij plots zo voel, want engelen zijn vriendelijke wezens die het bloed van god in hun aderen hebben. Ik heb dus met andere worden het bloed van God gedronken. God, de altijd vergevende en liefhebbende man die aanbeden wordt door vele mensen.

Mensen zijn dom. Hoe kan je in iets geloven terwijl er geen enkel bewijs is dat hij bestaat. Je kan wel zeggen dat er een bijbel is, maar een bijbel is op zich gewoon een boek. Een boek, geschreven door personen die elkaar waarschijnlijk gekend hebben en samen een leuk verhaal bedachten over hoe een man in de lucht over alle mensen hier op aarde beslist. God bestaat niet als God, maar als een engel. God is een engel die net zoals een koning of een president regeert over alle andere engelen. En die om zijn koninkrijk vredig te houden Lucifer verbannen heeft naar de hel omdat Lucifer net zoals God de baas wilde spelen over de hemel. In dit opzicht is de duivel onschuldig. Door deze gedachtegang is hij eigenlijk alleen maar een onbegrepen engel, iemand die ook een belangrijke functie wilde.

Wij vampieren zijn ook onbegrepen. Wij hebben inderdaad bloed nodig om te overleven, maar daarvoor doden wij niet zozeer mensen. Wij laten ze heus wel leven, we hebben alleen maar een beetje bloed nodig. Hun lichamen maken dat toch zo bij. Maar ja, mensen denken zo niet na. Ze denken helemaal niet na ondanks ze vinden van wel. Ze doen de denken waarvan hun 'gedachtes' zeggen dat het goed is, maar eigenlijk is het niets meer dan alleen hun instinct die met hun speelt. Mensen zijn niet meer dan simpelweg dieren, waarin wij, vampieren, minder dierlijk zijn. Niet alleen zijn wij onsterfelijk, maar wij kunnen ook mensen hypnotiseren. In dat opzicht is dat minder menselijk, minder dierlijk, minder natuurlijk.

Terwijl ik nadenk over dit alles voel ik mijn ogen langzaam dichtzakken. Het is alsof het zandmannetje is gekomen en ik nu ervan bewust ben hoe uitgeput ik ben. Ik heb verschillende dagen vastgezeten bij weerwolven, natuurlijk ben ik uitgeput. Die vreselijke beesten verdragen kost nu eenmaal al veel moeite en dan nog antwoorden geven op hun domme vragen....

Ik sluit mijn ogen en zucht zachtjes. Muriel hoort het zachte gezucht en kijk even naar mij. Al snel kijkt hij terug naar voor want hij moet nu eenmaal opletten waar hij vliegt. Toch zegt hij snel even iets. "Je mag gerust slapen. Ik zal over u en uw dromen waken terwijl ik u veilig naar uw soortgenoten breng", zegt hij en ik druk een kus tegen zijn wang. Slapen zal ik niet, maar ik zal in ieder geval wel rusten.

En dus rust ik de hele weg, maar al snel komt er een einde aan onze reis. Muriel landt namelijk niet veel later en wanneer ik mijn ogen open, zie ik de ingang van het vampierenhoofdkwartier. "We zijn er al", mompel ik zacht en Muriel knikt. "We zijn er inderdaad." Ik kijk mijn engel aan en zie dat hij even slikt. Is hij...bang?

Ik pak Muriel hands vast en knijp er zachtjes in. "Wees gerust, ze zullen jou niks doen. Jij hebt mij gered, jij bent mijn engel, mijn geliefde", zeg ik daarna en er verschijnt een kleine glimlach op zijn gezicht. "Ik hoop het ook. U was bij onze ontmoeting ook niet echt bepaald vriendelijk." Deze keer is het hij die een kus tegen mijn wang drukt en glimlach ik nu ook. "Ik weet het zeker, en anders zullen ze het tegen mij moeten opnemen. Ik vecht voor u, mijn liefste Muriel." Eens ik deze woorden gezegd heb, voel ik een vreemd gevoel in mijn maag. Het is alsof ik het deels meen. Kan het zijn dat ondanks hij een engel is ik toch langzaam echt verliefd wordt op hem?

Voor we ons gesprek verder kunnen zetten, hoor ik een paar voetstappen onze richting in komen. Ik gebaar tegen Muriel dat hij stil moet zijn en kijk naar de ingang van het vampierenverblijf. Al snel komen we er achter wie de voetstappen zijn. Het zijn niemand minder dan de vampierenleider en mijn vader.

"Vader", roep ik uit en mijn vader kijkt mij geschrokken aan. "Daantje? Hoe...?" Verder vraagt hij niet, want al snel merkt hij Muriel op. "Een engel?" vraagt hij plots en ik knik snel. "Mijn engel", zeg ik vol zelfvertrouwen. De vampierenleider trekt een wenkbrauw op en kijk van mij naar Muriel en daarna weer terug. Ondertussen maakt Muriel een diepe buigen naar de leider toe. "Gegroet, ik ben Muriel, een engel van de Hemel en ik ben hier omdat ik uw vampier, Daantje, gered heb van de weerwolven."

Ik voel Muriel hard in mijn hand knijpen en ik knik ter bevestiging. "Inderdaad, hij heeft mij gered. Niet alleen van de weerwolven, maar ook van de verhongering. Hij is mijn engel. Ik hou van hem en hij houdt van mij." Ik buig nu ook voor mijn leider. Ondanks mijn moedig opkomen voor Muriel moet ik toch mijn respect tonen aan mijn leider. "jullie houden van elkaar? " vraagt mijn leider en alweer knik ik. Hij laat overduidelijk een zucht horen.

"Het spijt mij, meneer de vampierenleider, maar wij houden inderdaad van elkaar. Ook heb ik hem van mijn bloed laten drinken, wat betekent dat wij nu een sterke band met elkaar hebben. Hij kan geen enkel ander bloed meer drinken dan de mijne", zegt Muriel plots, waarna het voor een volle minuut stil is. Ik houd gespannen mijn adem in. Wat als hij ons niet zal accepteren? Dan kan ik mijn kans op de macht grijpen wel vergeten.

"Okay, sinds ik weet dat engelen niet liegen, geloof ik u, Muriel de engel. U mag binnenkomen maar jullie kunnen niet verwachten dat alle vampieren jullie zullen accepteren, vooral omdat jullie beide mannelijk zijn", zegt de vampierenleider uiteindelijk en ik haal opgelucht adem. Muriel en ik buigen nogmaals om onze leider te bedanken. Ook mijn vader buigt nu, omdat de leider zijn zoon heeft binnengelaten ondanks hij een engel mee bracht. Zonder daarna nog een enkel woord te zeggen, loopt de leider weg, met mijn vader op zijn hielen. Pas wanneer ze helemaal uit het zicht zijn, keer ik mij terug naar Muriel en druk ik voor de honderdste keer vandaag mijn lippen tegen de zijne. "De eerste stap is gezet", zeg ik daarna en loop vervolgens met Muriel mee het vampierenhoofdkwartier in.

A/N: Hier is, voor mijn verjaardag morgen, mijn verjaardagscadeau voor jullie xD

Engelenbloed [BoyxBoy]Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu