H 1 - De ontmoeting

145 12 3
                                    

Vanaf een afstandje keek ik toe. De scène die zich nu voor mijn ogen afspeelde was, op zijn zachtst uitgedrukt, opmerkelijk vreemd. Ik was niet de enige die toekeek. Er was nog iemand die de gebeurtenis bekeek zonder in te grijpen. Een jongen met gifgroene ogen en donkerblond haar. Hij was knap. Zijn spieren kon je zomaar onder zijn wit shirt zien, alsof hij zich er niet voor schaamde. Ik zou mij ook niet schamen, mocht ik ook zo knap zijn. Zonder het te beseffen staarde ik hem aan. Wat er rondom mij gebeurde kon mij helemaal niks meer schelen. Ik keek alleen nog maar naar hem. Ik likte mijn lippen en hoektanden en bedacht me hoe het zou voelen om zijn bloed te proeven. Ik zette een stap in zijn richting maar bleef staan toen ik opmerkte dat hij ook naar mij  keek.

Met zijn vervloekt mooie ogen bekeek hij mij van top tot teen. Mijn maag kriebelde ervan. Waarom keek hij niet weg? Mijn hoektanden staken er, ik weet niet hoe fel, uit. Normale mensen waren toch bang van vampieren? Ik bekeek hem op mijn beurt van top tot teen en merkte toen iets op. Eerst dacht ik dat het door het licht kwam maar toen de wolken over de zon schoven zodat er geen licht meer door kon, zag ik het nog steeds. Er hing een aureool boven zijn hoofd. Shit...

Paniek schoot mijn hoofd te binnen en ik zette stappen achteruit. Hij merkte het en liep naar mij toe. "Wacht, vampier!" riep hij op een machtige toon. Tot mijn eigen verbazing keek niemand op en bleef ik staan. "Wat wil je, Engel?" Mijn vraag klonk bot, precies zoals ik het wilde. Ik keek hem op een achterdochtige manier aan. Ik vertrouwde hem niet meer. Engelen waren gevaarlijke wezens, je kon dus best niet met ze sollen.

"Ik wil je iets vertellen." Hij keek vriendelijk en bleef voor mij staan. Hij straalde een speciaal soort kracht uit. Een kracht die alle Engelen uitstraalden, maar bij hem was dat feller dan normaal. "Wat kan een Engel mij nu vertellen?" vroeg ik. De Engel lachte alleen maar. "Laten we elkaar eerst bij onze namen noemen. Ik heet Muriel en ben de engel van de emoties. Hoe heet jij?" Hij stak zijn hand uit als vriendelijk gebaar maar ik haalde mijn neus op. "Ik ben Daantje." Met mijn kin omhoog keek ik weg en vanuit mijn ooghoeken zag ik dat hij teleurgesteld zijn hand liet zakken. "Goed, Daantje. Ik ben hier om je iets belangrijks te vertellen maar je moet beloven dat je het aan niemand vertelt." Zelfs zijn vingers waren gespierd. Hij duwde mijn kin zachtjes terug omlaag en liet mij hem aankijken. "Wat is dat belangrijks dan?" Mijn nieuwsgierigheid was geprikkeld maar ik kon dat niet laten merken. Vooral niet tegen Engelen. Vooral niet tegen hem.

Hij kwam akelig dichtbij. Onze neuzen raakte elkaar net niet en zijn gifgroene ogen schitterende meer dan ooit. Mijn hoektanden begonnen te jeuken. Zijn nek was niet zo ver weg. Ze kon hem gemakkelijk bijten. Engelenbloed. Het maakte vampieren onverslaanbaar en ook onweerstaanbaar.

Ik greep hem vast en hield zijn hoofd schuin zodat zijn nek zichtbaar was. Ik twijfelde. Zou ik niet beter luisteren naar wat de engel te zeggen had? Ik likte mijn hoektanden. "Doe het dan, duivels wezen", bracht de Engel er moeizaam uit en ik zette mijn tanden tegen zijn huid. De zin om hem te bijten groeide met de minuut, maar toch wist ik mij tegen de houden.

"Ik wil eerst horen wat je te zeggen hebt", zei ik. Hij lachte op een panische manier maar zei niks terug. Hij had ontdekt dat ik nieuwsgierig was. Hij wist dat ik wou weten wat hij ging zeggen. En juist daarom zweeg hij.

"Vertel dan", beval ik hem en hij hield op met lachen. Een akelige stilte vulde nu mijn oren en ik wachtte af. Engelen kwamen niet zomaar naar je toe. Het waren ofwel heel belangrijke boodschappen die ze brachten, ofwel namen ze je mee om je voor eeuwig te laten rotten in de kerkers van de Hemel. Ik blies hevig in zijn nek ter waarschuwing dat ik hem pijn zou doen, mocht hij niet gaan spreken.

"Ik moet je waarschuwen", begon hij, "maar Ik denk niet dat je me zomaar zal geloven." Ik hield hem wat losser vast. "Zeg op dan." Ik trok mijn hoektanden in en liet hem zijn hoofd terug recht houden, maar ik hield hem nog steeds stevig vast. Hij mocht misschien mijn nieuwsgierigheid gewekt hebben, dat betekende nog niet dat ik hem zomaar los liet.  "Ga je mij geloven?" vroeg hij en ik haalde vluchtig mijn schouders op. "Dat ligt aan wat je mij vertelt, Engel." Er verscheen een grijns op zijn gezicht. "O... Ik weet nu al dat je mij niet gaat geloven, vampiertje van me."

Engelenbloed [BoyxBoy]Where stories live. Discover now