32 (POV Melissa)

371 20 6
                                    

Helemaal in tranen bel ik aan bij Demi. Wanneer de deur opengaat en ik Demi zie moet ik alleen maar erger huilen. Sussend en geschrokken slaat ze haar armen om me heen.

"Mel? Wat is er gebeurt?" Vraagt ze bezorgd.

Stotterend probeer ik te vertellen over Seb. Hij is vandaag overleden bij een auto ongeluk. Ik weet niet wat voor superkrachten mijn vriendin heeft, maar het lijkt wel of ze me begrijpt, alsof ze precies weet wat ik zeg. Ik zelf daarintegen erger me dood aan mezelf, want ik snap zelf niet eens wat ik aan het stotteren ben. Zuchtend ontspan ik me in haar armen. En dan wordt alles ineens zwart.

In de war kijk ik om me heen, me proberend te herinneren wat er gebeurt is. Ik lig in Demi's bed en er liggen wel 3 dekens over me heen. Voorzichtig ga ik rechtop zitten. De deur gaat open en daar staat Demi. Nogsteeds bezorgd kijkt ze me aan.

"Gaat het weer wat?"
"Ja, denk ik wel." Zeg ik zachtjes.

Haar grote groene ogen kijken me lief aan.

"Het spijt me zo voor je Mel, ik weet zeker dat Seb een hele goede broer was." Zegt ze terwijl ze naast me tegen de muur op haar bed komt zitten.
"Dat was hij zeker."

Verdrietig leg ik mijn hoofd tegen haar schouder.

"Ik kan het gewoon niet geloven Deem."
"Dat snap ik, maar we kunnen er niks aan doen."
"I know."

Dan valt er weer een dodelijke stilte. Ik voel Demi's warme handen door mijn haar gaan. De stilte is niet erg, het is eigenlijk wel een fijne stilte. Ik denk weer terug aan hoe eng ik het vond om ma te vertellen dat ik niet op jongens val en dat ik een vriendin heb. Seb heeft me daar toen doorheen geholpen. We waren dan we vaak aan het klieren maar hij betekende alles voor me. Zachtjes begin ik weer te snikken en klem me dichter tegen Demi aan.

Vandaag is het weer zaterdag, een week na het ongeluk en vandaag is de begravenis. Zenuwachtig speel ik met het koortje aan mijn zwarte jurk. Dan voel ik Demi's handen de mijne pakken.

"Het komt goed Mel, geloof mij."

Ze geeft me een kus op mijn voorhoofd. De rest van de tijd laat ze mijn hand niet meer los. Zelfs niet wanneer ik moet spreken, ze blijft naast me staan. Haar vingers verstrengeld met de mijne.

Nadat ik gesproken heb moet ik weer heel erg huilen. Troostend wrijft ze over mijn rug.

"Je hebt het geweldig gedaan."
"Thanks Demi."

Snikkend loop ik terug naar ma. Ook zij is helemaal in tranen.

"Dat was heel mooi Melissa, ik ben heel trots op je."
"Dankje ma."

Ik ga weer op mijn plek zitten en wacht af wat er nu gebeurt. Naast me zie ik Stevan zenuwachtig zijn papier verfrommelen. Geruststellend leg ik mijn hand op zijn bovenbeen en geef hem een knikje. Hij knikt terug en staat dan toch op. Het is zijn beurt om iets te vertellen. Huilend staat hij daar alleen achter de microfoon. Ik kan het niet meer aanzien. Ik sta op, loop naar hem toe en sla mijn arm om hem heen. Geruststellend fluister ik wat in zijn oor, waarna hij met een glimlach zijn verhaal af weet te maken.

"Wat zei je tegen hem dat hij zo moest lachen?" Vraag Demi nieuwsgierig wanneer we weer op onze plekken zijn gaan zitten.
"Niks bijzonders schat, iets kleins tussen ons."

Grinnikend geef ik Stevan een duwtje.

"Goed gedaan broer."
"Thank you." Antwoord hij zachtjes.

Aan het einde van de dag, wanneer alles eindelijk achter de rug is ben ik doodop. Vermoeid strompel ik mijn kamer binnen.

"Waar waren jullie nou allemaal? Ik heb jullie zo gemist!"

Geschrokken sta ik meteen stil.

"Godverdomme Seb, ik schrik me een ongeluk."

Dan pas besef ik me wat hier gaande is. Gillend spring ik, ik geloof wel bijna 10 meter, achteruit. In mijn kamer staat een levende Sebastiaan Kollor. En hij vraagt me doodnormaal waar WIJ geweest zijn.

"Maar... ma.."

Ik snap er geen ene reet van. Sterker nog, ik snap er nog niet eens een halve reet van. En dan wordt alles weer teveel en mijn beeld ziet weer zwart.

28 november 2018

Where it all started! (bxb)Where stories live. Discover now