20

548 27 43
                                    

"Ik maak het uit Seb."
"Wat?"

De vakantie is jammer genoeg afgelopen en ik moet vandaag weer gewoon naar school. Ik pleur half om tijdens het opstaan.

"En, een beetje zin in school?"

Ma kijkt me lachend aan zodra ik aan de tafel ga zitten.

"Zeker, ik vind school zó leuk!" antwoord ik sarcastisch.
"Nou schiet maar snel op dan, straks kom je nog te laat."

"Seb, wacht even op mij!"

Zuchtend stop ik. Ik wilde net wegfietsen.

"Schiet op Mel, ik heb geen zin om nog eens te laat te komen!" roep ik terug.

Met een boterham half uit der mond hangend en on-gestrikte veters rent ze de deur uit. Ze slaat de deur achter zich dicht waarna ze zich naar der fiets haast.

"Sinds wanneer wil jij met mij samen fietsen?" vraag ik verbaast wanneer we dan eindelijk onderweg zijn.
"Sinds ik je wat moet vertellen."
"Nou, vertel op." zeg ik enthousiast.
"Ik heb een vriendin."

Trots kijk ze me aan.

"Pas op voor die paal, maar echt? Hoe heet ze?"
"Kaya."
"What?!" Roep ik verbaast.
"Nee grapje."

Lachend geef ik der een duw.

"Wat ben jij gemeen zeg."
"Weet ik."
"Maar hoe heet ze nou?"
"Demi, maar je kent haar waarschijnlijk niet."
"Klopt, maar gefeliciteerd zussie!"
"Thanks."
"Wanneer ga je het aan ma vertellen?"

Ze kijkt me even twijfelend aan.

"Ik ga vanmiddag met der afspreken, wil je dan met me mee gaan?"
"Tuurlijk, als jij daar gelukkig van wordt."

Wanneer we onze fietsen in de rekken hebben gezet geeft Mel me een knuffel en loopt dan de school binnen.

"Sinds wanneer zijn jullie twee zo close?"

Verbaast komt Kaya naar me toe gerent.

"Hey Kaai, fijne vakantie gehad nog?"
"Zeker, Kevin komt nog niet naar school vandaag toch?"
"Nee denk het niet, zullen we anders vanmiddag even naar hem toe gaan?"

Ze knikt.

"Ik ga nog even Stevan op zoeken, tot zo."

Ik zwaai nog even naar der en ga dan snel op zoek naar Stevan. Overdreven als of ik 3 weken op vakantie ga blijft Kaya met een grote grijs zwaaien.

"Houd het netjes hè." schreeuwt ze me nog na.

Ik slaak een diepe zucht. Wat moet ik toch met haar? Ik bedoel ze is een goede vriendin.. soms.

"Hey Seb, kan ik je even spreken?"
"Hey, ja tuurlijk. Eigenlijk, ik was net op zoe.."
"Seb, wacht even."
"Wat is er?"

Ik wordt lichtelijk zenuwachtig. Anders doet hij nooit zo bot. Heb ik iets verkeerd gedaan?

"Seb ik denk niet dat dit gaat werken."
"Wat? Hoe bedoel je? Is er ie.."
"Ik maak het uit Seb."
"Wat?"
"Ik maak het uit."
"Ja, nee dat hoorde ik!" roep ik

Met tranen in mijn ogen duw ik hem weg. Zo snel als ik kan ren ik naar mijn fiets en race weg.

In het parkje aangekomen ga ik op het bankje naast het meer zitten. Waarom maakt hij het uit? We hadden bijna twee maanden. Door hem heb ik het eindelijk geaccepteerd. Hij kan het toch niet zomaar uit het niets uitmaken? Dat mag niet. Huilend trek ik mijn knieën op. Dan hoor ik iemand hijgend naar me toe rennen.

"Seb? Seb, wat is er?"

Het is Kaya. Bezorgd gaat ze naast me zitten. Ik laat me tegen haar aan vallen en moet nog harder huilen. Lief slaat ze der armen om me heen en probeert ze me te troosten.

"Hij heeft het uit gemaakt."
"Nee toch? Waarom?"

Snikkend haal ik mijn schouders op.

"Dat heeft hij niet gezegd."
"Ahw, kom hier."

Ze trekt me tegen zich aan. Op dit soort momenten, als je der nodig hebt is ze de beste vriendin die je je kan wensen.

Zachtjes wordt er op mijn deur geklopt.

"Ik heb thee voor je."

Met een dienblad met daarop 2 grote mokken komt mijn zus de kamer in gelopen.

"Is Demi er niet?"
"Nee, ik heb gezegd dat we beter een andere keer konden afspreken."
"Dat had echt niet gehoeven voor mij hoor."
"Het is goed broertje, geniet nou maar van je thee. Wat ben je aan het doen?"

Verlegen sla ik mijn schetsboek dicht.

"Ik was gewoon wat aan het tekenen."
"Mag ik het zien?"
"Oké, maar niet uitlachen."

ze schud haar hoofd en opent mijn schetsboek weer. Langzaam bladert ze er doorheen. Bij de laatste tekening stopt ze. Het zijn Stevan en ik zonder kleren in het meer, lachend.

"Je kan echt goed tekenen."

Verbaast door haar reactie word ik nog roder.

"Thanks I gues." zeg ik dan.
"Is dat het meer in het parkje?"
"Jup, we hebben daar 3 keer samen gezwommen."
"Midden in februari?"

Lachend knik ik. Inderdaad best gek, het is nog best fris buiten. Lachend schud ze haar hoofd.

"Dat jullie niet ziek geworden zijn."

Ze klapt het boekje weer dicht. Vervolgens gaat ze naast me zitten op mijn bed, voorzichtig laat ze haar hoofd tegen mijn borst vallen. Proberend een goede broer uit te hangen, sla ik mijn arm om haar heen.

"Seb?"
"Mel?"
"Ben je wel eens bang?"
"Waarvoor?"
"Voor wat mensen van je vinden."

Ik begin te lachen.

"Natuurlijk." zeg ik.

Het blijft even stil.

"Maar dat maakt niet uit toch? Je mag bang zijn zolang je je er maar niet door laat tegenhouden. Iemand die nog nooi bang geweest is, is nog nooit dapper geweest."

Ze geeft me weer een knuffel, dat is nu al de tweede vandaag.

"Ben je ongesteld of zo?" vraag ik verbaast.

Lachend slaat ze op mijn borst.

"Nee, ik mag mijn broer toch wel een knuffel geven?"
"Sure, dat doe je normaal alleen nooit."
"Oké, daar heb je een punt."
"Kom je naar me toe als je ergens mee zit?"

Ze pakt haar thee glas en begint er tegen te blazen. Dan knikt ze.

"Oké, doe jij dat dan ook?"
"Sure."
"Sure."

25 oktober 2018

Where it all started! (bxb)Where stories live. Discover now