6

842 38 32
                                    

Met klamme handen sta ik zenuwachtig voor de eettafel.

'Yes, yes, yes!' Begint Melissa te gillen. 'Ik wist het.'

Enthousiast klapt ze in haar handen. Ik kijk haar geïrriteerd aan. Ik voel Stevan zachtjes in mijn hand knijpen.

'En ik denk dat ik verliefd ben op Stevan.' Zeg ik waarna ik begin te huilen.

Stevan laat mijn hand los en trekt me weer in een knuffel. Ik hoor mijn moeder opstaan en naar me toelopen.

'Sebastiaan, kijk me is aan.'

Bang kijk ik naar ma, me voorbereidend op wat er gebeuren gaat.

'Jij bent mijn zoon, toch?

Langzaam knik ik.

'En je zal altijd mijn zoon blijven, of je nu op jongens valt, op meiden, op aliens of zeemeermensen, je bent en blijft altijd mijn zoon! Begrepen?'

Ik knik weer. Ze geeft me een stevige knuffel. Daarna gaan we allemaal weer aan tafel zitten en eten we ons eten verder op. Er hangt een wat ongemakkelijke sfeer, maar daar probeer ik me niets van aan te trekken. Na een poosje voel ik Stevans hand op mijn been. Ik kijk hem even aan en hij geeft me een knipoog. Verlegen glimlach ik even waarna ik weer verder eet.

'Wie wil er een toetje?' vraagt ma als iedereen zijn bord leeg heeft.

Iedereen zwijgt.

'Niemand?' vraagt ze verbaast. 'Maar ik heb kersen roomijs!'

Weer zwijgt iedereen.

'Ik heb eigenlijk geen zin in ijs, sorry ma.'
'Wat jullie willen.'

Ze stapelt de borden van de tafel op en neemt ze mee naar het aanrecht. Even later komt ze terug met een schaaltje roomijs voor zichzelf.

'Mogen we van tafel?' vraagt Mel.
'Help eerst nog even met afruimen Mel, dan mag je van tafel.'

Rollend met haar ogen zucht ze geïrriteerd, maar besluit toch te luisteren.

'Sebastiaan hoeft nooit tafel af te ruimen.' moppert ze nog even door.
'Nee, want Seb helpt mij al met heel veel andere dingen in tegenstelling tot wat jij "dus niet" doet.' neemt ma het voor me op. 'Ga maar van tafel hoor jongens.'

Ik knik en sta op. Samen lopen Stevan en ik weer terug naar boven.

'Of zullen we Lüna uitlaten?'
'Ja, is goed.' zegt hij enthousiast.

We draaien ons weer om en ik pak Lüna's riem van de kapstok. Zodra we in de speelkamer komen komt Lüna al enthousiast blaffend op ons af gerent. Ze spring tegen Stevan op en geeft een lik over zijn gezicht. Lachend aait hij haar over der koppie. 

'Kom Loen.' zeg ik.

Met der tong uit der bek komt ze op me af gedraafd. Ik ga op mijn hurken zitten en klip de riem vast.

'Wij gaan Lüna even uitlaten ma.'
'Maak het niet te laat jongens, het is al bijna donker.'
'Is goed.' zeggen we tegelijk.

Eenmaal aangekomen in het parkje klip ik de riem weer los waarna Lüna meteen wegrent op zoek naar een tak.

'Kom, ik wil je iets laten zien.' zeg ik.

Ik pak Stevans hand en ik ren, hem achter me aan meetrekkend, het pad af. Vervolgens klim ik een grote dikke boom in.

'Kom.' roep ik naar hem.
'En Lüna dan?'
'Zij red zich wel, don't worry 'bout that.'
'Oké.'

Hij trekt zichzelf omhoog aan de eerste 2 takken. Als we zo hoog zijn als we kunnen gaan we tegenover elkaar op een tak zitten.

'Hier zit ik altijd als ik verdrietig, boos of als ik gewoon even wil nadenken.'

We kijken uit op een meer. Af en toe lopen er mensen langs, geen idee hebbend dat ze bekeken worden.

'Het is echt mooi hier.' fluistert hij.
'Ja inderdaad.'

Hij kijkt me weer aan. Inmiddels is de zon al bijna helemaal onder gegaan.

'Seb?' zegt hij na een poosje zachtjes
'Ja?'

Hij schuift iets dichter naar me toe en pakt mijn handen weer.

'Wil je van mij zijn zeg maar?'
'Wat bedoel je?' zeg ik grijnzend.
'Nou uhh, gewoon. Je snapt me wel.'
'Zeg het dan.'

Hij zucht.

'Wil je verkering met me?'

Blij kijk ik hem aan. Ik heb dan misschien nog maar 2 dagen echt contact met hem maar ik vind hem echt heel leuk. Hij heeft alles veranderd. Hij is bijzonder, dat zal je niet snel vinden.

'Ja.'

Verlegen lacht hij terug. Ik geef hem lange kus en tegelijkertijd voel ik mijn buik weer helemaal los gaan. Zijn dit wat ze altijd beschrijven als "vlinders in je buik"? Best een raar idee eigenlijk. Waar zou dat gezegde eigenlijk vandaan komen? Waarom denk ik altijd zoveel na? Dit is niet het moment om over moeilijke vragen na te denken. We worden onderbroken door luid geblaf van onder de boom. Ondertussen is het helemaal donker.

'Ja, ja Loen, we komen er aan.' zeg ik lachend.

Ik kijk nog even naar Stevan die me een knipoog geeft. Ik geef hem nog een klein kusje op zijn wang en klim dan voorzichtig weer terug naar beneden. Zodra ik weer op de grond sta schrik ik me een ongeluk. Voor me staat Kaya, breed grijnzend.

'Kaya... wat doe jij hier?' vraag ik geschrokken.
'Ik wilde vragen hoe je afspraakje gegaan was, maar je moeder zei dat je de hond aan het uitlaten was en toen wist ik natuurlijk meteen dat je in je boom zat.'

Op dat moment komt Stevan ook net uit de boom en gaat naast me staan.

'Hey Stevan.' begroet ze hem.
'Hoi.'

Hij kijkt wat ongemakkelijk van Kaya, naar mij en weer terug naar Kaya.

'Uhm, Kaai, wij moeten eigenlijk weer naar huis. Ik spreek je morgen weer.'

Zonder verder nog iets te zeggen klip ik de riem weer vast bij Lüna en loop weer richting het pad. Stevan probeert mijn hand weer te pakken maar ik doe net of ik het niet merk. Ik heb geen zin in het ge zie-je-wel van Kaya. Ik voel haar ogen in mijn rug prikken en probeer nog iets sneller door te lopen.

'Sorry Kaya.' mompel ik.
'Wat zei je?'
'Nee niks, laat maar.'

Hij haalt zijn schouders op.

'Oké dan, wat jij wil. Schaam je je tegenover Kaya?'
'Nee, maar ik heb gewoon even geen zin om "zie je wel" aan te horen.'

Ik kijk hem weer even aan.

'Ik wil gewoon even alleen met jou zijn.' fluister ik er achteraan.
'Ahw, dat vind ik fijn om te horen.'

Hij geeft me nog snel een knuffel en dan lopen we weer naar binnen.

'We zijn er weer ma.'
'Gelukkig, net op tijd.'
'Waarvoor?' vraag ik nieuwsgierig.
'Ik wilde net beginnen met het bakken van een appeltaart.'
'Yes, lekker! Mogen we helpen?' Vraag ik.
'Ja, waarom niet. Het is al wel laat dus misschien moet je even je ouders bellen Stevan.'

Stevan knikt instemmend.

'Uhm, zou ik even met jullie telefoon kunnen bellen? Mijn beltegoed is op.'
'Ja tuurlijk.' zegt ma. 'Hij staat naast de televisie.'
'Oké, bedankt.'

Enthousiast klap ik in mijn handen. Appeltaart is mijn lievelingstaart!

1 oktober 2018

Where it all started! (bxb)Where stories live. Discover now