Hst 6 Caitlin Potter

76 5 1
                                    

Caitlin POV

'Hallo Caitlin, ga zitten en doe net alsof je thuis bent. Ik wil het met jou even hebben over de indeling van de huizen. Omdat ik jou persoonlijk gevraagd heb om hierheen te komen, heb ik je al ingedeeld in een van de huizen. De mensen in dat huis weten niet wie je bent. Gryffindor, dat is het huis waar jij bij hoort. Ga er maar snel heen, en maak kennis met je huisgenoten. Professor Mcgonagall, zeg jij tegen Gryffindor, dat ze vandaag geen les hebben omdat er een nieuwe leerling is.' 'Ja, dat doe ik. Kom maar mee Caitlin.' We moeten super veel trappen op, maar uiteindelijk komen we bij een deur. 'Wachtwoord!' hoor ik opeens. Professor Mcgonagall zegt iets wat ik niet kan verstaan. We lopen naar binnen en ik zie een hoop leerlingen zitten. 'Dit is de leerlingen kamer, hier komen alle leerlingen van Gryffindor bij elkaar. Kom, dan laat ik je de slaapkamer zien.' Alle leerlingen kijken me raar aan. Ik loop met Mcgonagall mee naar mij kamer. In de kamer zitten nog meer leerlingen, maar dit zijn allemaal meisjes. Ik ga op het lege bed zitten. 'Dit is je kamer. Pak je tas maar uit. Meiden, help haar even, alsjeblieft. Ze heet Caitlin.' Als Mcgonagall weg is, kijken alle meiden in de kamer me raar aan. 1 meisje loopt op me af en gaat naast me zitten. 'Hoi Caitlin, ik ben Isabel. Moet ik je helpen uitpakken?' 'Ja, graag. Ken jij misschien James Potter?' 'Ja, die ken ik. Dat is een vriend van mij. Hoezo?' 'Weet je ook waar hij nu is?' 'Hij is in de leerlingen kamer. Ik zal zomenteen met je meelopen.' Tijdens het opruimen, bleef het stil in de kamer. Alleen Isabel durfde met mij te praten. Ik snapte er niks van. Toen we klaar waren, liepen we naar de leerlingen kamer. 'Weet iemand waar James is?', vroeg Isabel. 'Hij is even naar de bibliotheek, die is er over 5 minuten. Maar je kan gerust bij ons komen zitten.' We liepen naar die jongen toe. Hij stelde zich voor als Peter. Opeens kwam James binnen, toen hij zag dat zijn zusje bij Peter en Isabel zat, riep hij Peter even. Ik keek op en zag James staan. Ik liep naar hem toe. 'Daar ben je eindelijk. Waarom kijken al die mensen zo raar naar mij?' 'Omdat je opeens in ons huis komt wonen.' 'Weten ze niet dat ik jouw zusje ben?' 'Nee, niemand weet dat. Behalve Dumbledore.' Peter en Isabel hadden mee geluisterd en keken nu net zo raar als de rest. 'Dus jij bent het zusje van James. James, had dat eerder gezegd. Dan hadden we ons voorbereid.' zei Isabel 'Caitlin, ga maar naar bed, het is een hele lange dag geweest.' zei mijn broer. Inderdaad, dat was het ook, dus ging ik maar naar bed.

POV Isa

Ik werd wakker en het begint net licht te worden. Bijna iedereen ligt nog te slapen. Ik stap uit bed en ga naar de badkamer om me aan te kleden. Als ik dat heb gedaan pak ik mijn boeken, mijn tas en dan ga ik richting de jongens hun kamer. Ik sluip de trap op, open hun deur met Alohamora en open heel zacht de deur. Dan haal ik een roze poeder uit mijn tas. Het is een slaappoeder wat ik zelf bedacht heb. Een snufje hiervan en de jongens slapen nog voor een paar uur als een roos. Snel haal ik de onzichtbaarheidsmantel uit James zijn koffer en prop hem in mijn tas. Ik loop de kamer uit en haal uit een verborgen kast een bezem te voorschijn met een doosje. Die stop ik ook in mijn tas. Dan ga ik naar de grote zaal en ga ontbijten en stop gelijk wat broodjes in mijn tas voor vanmiddag. Als ik het op heb ga ik snel naar de bibliotheek. Daar ga ik aan de slag met het huiswerk voor deze week. Ik heb een verslag voor toverdranken, ik moet voor transfiguration nog oefenen net als voor bezweringen, voor geschiedenis van toverkunsten en verweer tegen de zwarte kunsten leren voor een oefentoets en voor Remus nog wat dingen over weerwolven. Als ik daar mee klaar ben ruim ik mijn boeken op om in een soort dagboek te schrijven. Ik heb hem van mijn moeder gekregen voor mijn ouders gingen scheiden. Ze is in Amerika gebleven en ze zij dat ik alles op moet schrijven wat er gebeurd is in Engeland omdat ik in de zomer naar mijn moeder ga en zij in de winter naar mij. Ook schrijf ik haar een brief over mijn Hogwarts houses. Als ik daar mee klaar ben ga ik naar buiten eerst naar de uilenvleugel om de brief te versturen met een steenuil en dan naar het zwerkbalveld. Ik pak mijn bezem en het doosje uit mijn tas en leg de tas in de kleedkamer. Dan pak ik mijn toverstok en zet ik het doosje neer. Ik zeg geluidloos een spreuk en dan woord de doos groot ik open hem en laat de beukers die er in zitten los en laat ook de snaai los. Ik pak een knuppel en mijn bezem en stijg op en begin te trainen. Eerst als drijver, dan als wachter en jager. Als laatste als zoeker. Die positie naast jager vind ik het leukst. Ik stop alles weer terug en verklein de doos weer ik leg de bezem en het doosje op mijn tas en doe hem om mijn schouder en loop rustig terug. Als ik nog snel even langs de uilenvleugel loop post ik nog even een brief naar mijn vader. Als ik weer verder loop kom ik in de volgende gang ineens Caitlin tegen. Als ze mij ook ziet glijdt haar blik gelijk naar mijn tas en de bezem die er op ligt. Ik zie haar kijken en begin te stotteren. "Euh... hoi Caitlin... Euh... ik moet.... Euh maar eens naar de leerlingenkamer... De jongens zullen zich wel afvragen waar ik ben..... Euhm dag." En ik ren snel de trap op naar de leerlingenkamer, maar voor ik naar binnen ga stop ik snel mij bezem weg met het doosje dan doe ik de onzichtbaarheidsmantel om en loop ik samen met wat vierdejaars naar binnen. Open de geheime kast stop daar mijn bezem en het doosje in en doe hem weer dicht sluip weer naar buiten met twee eerstejaars en doe de mantel af en ga gewoon door het portretgat naar binnen. Dan zie ik Remus, Peter en James aan een tafel zitten en ga bij hun zitten. "Waar was jij vandaag?" Fluistert Remus in mijn oor. "Ik was in de bibliotheek en heb nog even twee brieven aan mijn ouders gepost." Fluister ik terug. Hij krijgt een glimlach op zijn gezicht en als ik zie waar hij aan denkt zeg ik met behulp van Legimentie 'Ik ben inderdaad voor jou wezen kijken'. "Weet jij een spreuk waarmee je iemand onzichtbaar kan maken?" Vraagt James plots. Ik weet wat ze willen doen. Ik heb dat namelijk ook in Remus' gedachten gezien. "Nee sorry James, ik ken er geen die werken op mensen." Zeg ik alsof ik de hele tijd bij hen ben geweest en alles al wist. Ik zie James en Peter raar kijken en Remus en ik schieten in de lach. Dan komen Sirius en Melody binnen. "Hehe daar zijn jullie eindelijk dat duurde echt lang. Ondertussen is Isa er al weer. En Isa weet de spreuk ook niet." zegt James teleurstellend "We hebben de spreuk gevonden" zei Melody.
"Nee ik heb de spreuk gevonden melody" zei sirius met een dodelijke blik naar Melody toe en ze beginnen weer eens ruzie te maken en dit keer over wie de spreuk heeft gevonden hoe kunnen hun daar nou weer ruzie over maken

De Stellanova'sWhere stories live. Discover now