🌿ℋ10

8 4 0
                                    

Die avond was ik teruggekeerd naar het kasteel en had ik mezelf opgesloten in mijn vertrek. Ik lag op mijn bed en staarde naar het raam.

Na een paar pogingen waren de magiërs gestopt om me uit mijn kamer te lokken.

Ik wist dat ik hen zou moeten vertellen dat alles goed zou komen en ze zich geen zorgen hoefde te maken, maar ik kon niets. Deed niets anders dan staren naar het landschap uit het raam.

Waarom hij? Soms was de wereld zo oneerlijk. Renzo verdiende het niet om vermoord te worden.

Hij had een familie waar hij naar terug moest. Een vrouw die alles voor hem zou doen en een prachtige, slimme dochter.

Bij die gedachte knipperde ik met mijn ogen. Cara.

Ik sloeg trillend mijn benen over het bedrand en stak mijn zwarte lokken op.

Ik liep naar de deur en legde mijn hand erop. Meteen sprong hij van het slot zodat ik de deur kon openen. Twee wachten naast mijn deur keken me verbaast aan toen ik de gang op liep.

Ik liep de gang uit en liep een gang in aan mijn rechter zeide. Langzaam stopte ik voor deur van Cara. Ik vermande mezelf en klopte drie keer zacht op haar deur. Een lange stilte volgde.

Fronsend opende ik voorzichtig de deur. Ik keek de kamer rond.

Mijn ogen blijven haken bij het bed waar Cara zich met haar rug naar me toe tot een balletje had gevormd. Haar schouders schokte hevig en ze dempte haar snikken door haar gezicht tegen een kussen te drukken.

Een pijnlijke steek stak bij mijn hart toen ik mijn nichtje zo zag.

Geruisloos deed ik de deur achter me dicht en liep ik naar haar bed.

Ik liet me naast haar neer zakken zodat ik achter haar lag en sloeg mijn armen om haar heen. Ik ging met mijn hand door haar goudbruine lokken.

Ze draaide zich naar me om en klemde mijn middel vast met haar armen. Ze drukte haar gezicht in mijn hals.

Ik drukte mijn neus in haar haar en drukte Cara tegen me aan.

'Het spijt me zo erg Cara,' fluisterde ik toen ze gestopt was met huilen. Cara schudde haar hoofd.

'Ik had hem kunnen helen,' fluisterde ik. Ik staarde voor me en slikte.

'Vader had je het nooit laten doen.' Ze was even stil. 'Weet je nog toen we naar de ijsbergen van Eldor gingen?'

Ik glimlachte waterig toen ik aan het tripje dacht.

Het was midwinter en we besloten om een paar dagen naar de besneeuwde bergen in het oosten te gaan. Renzo stond gevaarlijk op de rand van een glibberige rotst toen hij uitgleed.

'Hij brak zijn ribben en weigerde om geheeld te worden door een dokter,' zei ze zacht.

Renzo had het altijd oneerlijk gevonden hoe de armste magiërs geen geld konden betalen voor een volledige heel sessie. Dus besloot hij dat hij nooit meer geheeld wilde worden.

Ik schudde mijn hoofd en zuchtte. Zo lagen we een tijdje tot ik mijn hoofd wat naar achter trok.

'Hoe gaat het met je moeder?' Vroeg ik. Cara zuchtte en tilde haar schouders op.

'Sinds we terug kwamen heb ik haar niet meer gezien. Ze liep meteen weg,' mompelde ze. Ze fronste haar wenkbrauwen en keek boos naar de gesloten deur achter me. 'Ze had me niet eens aangekeken.'

Ik fronste en keek haar met een schuin hoofd aan.

'Zal ik even bij haar gaan kijken?' vroeg ik.

Cara keek me twijfelend aan, maar verslapte haar grip om mijn middel.

Ik gaf haar een kus op haar kruin en wreef over haar schouder.

'Ik kom zo terug. Probeer wat te slapen,' fluisterde ik toen ze langzaam haar ogen sloot van vermoeidheid.

Ik stond voorzichtig op en keek nog om voor ik de deur open maakte en uit de deur stapte.

Snel liep ik naar het eind van de gang en stopte verbaast voor de deur van Renzo. De deur stond op een kier. Ik duwde de deur stilletjes open en keek meteen tegen een rug op.

Sonea stond met haar rug naar me toe op het balkon.

Ik liep naar haar toe en ging naast haar staan. Ze geschokt op. Ik bleef staren naar de zon die langzaam onder ging.

Het was even stil totdat Sonea zich naar me toe draaide.

'Heb je Cara gesproken?' vroeg ze met een hese stem.

Ik beet op mijn kiezen en knikte simpel. 'Hoe gaat het met haar?'

Ik keek haar strak aan. 'Misschien zou je jezelf bij elkaar kunnen oprapen zodat je zélf kan zien hoe het met je dochter gaat,' zei ik zonder enige emotie te tonen. Ze sloeg haar ogen neer.

'Ik weet dat je echtgenoot er niet meer is, maar kijk om je heen, Sonea. Jij bent niet de enige die rouwt. Het is mijn broér waar we het over hebben. Haar váder,' siste ik terwijl ik naar de deur wees. 'Je kan je dochter niet zo aan het lot over laten. Maledictus, ze heeft vandaag haar vader verloren!'

Sonea slikte en keek met betraande ogen naar de deur.

Ik zoog wat lucht naar binnen en kalmeerde mezelf.

'Het spijt me,' fluisterde ze. Ik schudde mijn hoofd.

'Zeg dat tegen je dochter,' snauwde ik toen ik weg liep en de deur weer achter me sloot.

Misschien was het hard, maar ze moest inzien dat niet alleen zij het er moeilijk mee had. Ze kon Cara niet zomaar vergeten.

Zeker stapte ik weg van Sonea en liep de gang door. Er was nog maar één ding te doen.

Ik liep de trappen af en stormde de vergadering zaal binnen.

Een paar hoogopgeleide magiërs, waaronder Dannyl, Nadea en heer Holisten, draaide zich om naar de deur en stonden snel op toen ze mijn aanwezigheid opmerkte.

'Heer Solin ik, Opperhoofd Davina Aryle Sarénia van huize El Dor, ga akkoord met de aanval op de rebellen.'

Blood Promise - Empire of chaos and knowledge: boek 1Where stories live. Discover now