🌿ℋ3

26 5 0
                                    

Lomanaz
Lomanaz werd opgericht in het Noordenlijke land Terra, het menselijk land. Na twee jaar hadden de rebellen {rebellen: blz 287} meer land weten te veroveren en zijn ze onze geliefde ÈLÐðr binnen gedrongen.

Snel stak ik mijn hand uit en tikte op de bladzijde. Het bladzijdes bladerde razendsnel voorbij tot hij op de juiste pagina was.

Rebellen
De eerste keer dat de Rebellen zich in het openbaar lieten zien was in 27 Janvier 3027, waar ze Nova, de hoofdstad van Terra, aanvielen. Hun leiders, Heer Hozar Dragonir, Heer Martel Dragonir en Heer Nagaz Dragonir leidde de groep naar het hart van Terra waar ze de stad volledig overnamen. De mensen zijn gevlucht en hebben zich in een ander gebied gesetteld. Waar dat precies is is nog altijd een raadsel geweest voor ons. Na het overnemen van Terra hebben de heren zich gedeisd gehouden.

Maar er waren problemen ontstaan. Wanneer heer Hozar voorstelde om zich verder uit te spreiden om zo ook ÈLÐðr over te nemen waren de andere twee mannen het daar niet mee eens. Heer Martel wou hun leger versterken door hun een martelende training te laten volgen en Heer Nagaz wou naar het westen trekken om te handelen met de piraten uit de westerse zeeën. De broeders bevochten het uit tot heer Hozar alle macht greep. Wat er gebeurt is met de twee andere heren weten wij tot de dag van vandaag nog steeds niet.

Hozar Dragonir. Hij was degene die verantwoordelijk was voor het inpikken van de randstad van Eldor. Ingepikt en tot kolonie gemaakt. Ik snoof en klapte het boek dicht. Ik zal morgen morgen terug gaan naar de bibliotheek om meer over de man te weten te komen. Net wanneer mijn hoofd mijn kussen raakte werd er zachtjes op mijn deur geklopt.

'Kom maar binnen,' riep ik verbaast. Een meisje met kroes haar opende de deur en stond even stil in de deuropening. Haar lichte groene ogen staken fel af van haar zwarte haren en haar donkere huid.

'Hallo Noori,' glimlachte ik naar het dienstmeisje. Ik kende haar al sinds ik me kan herinneren. Het meisje was mijn dienstmeisje die me altijd gezelschap hielt in het kasteel. Ik zag de zestienjarige als mijn jongere zusje die ik nooit heb gehad. En ook al was ik vijf jaar ouder dan haar, was Noori een meisje met wijze woorden. Mijn blik gleed naar de stapel kleren in haar hand.

'Hallo Davina.' Ze maakte een reverence en hief de kleren even op. 'Het spijt me als ik je stoor maar het licht was nog aan dus ik dacht dat je nog wel wakker zou zijn. Zal ik anders morgen terug komen?' Vroeg ze terwijl ze een een pluk haar achter haar oor stopte. Ik glimlachte en schudde mijn hoofd. Noori liep de kamer binnen en legde het stapeltje neer op mijn eikenhouten bureau. Ik keek toe hoe ze zorgvuldig alles in de kist voor mijn bed stopte.

'Hoe gaat het met je?' Vroeg Noori met een kleine glimlach toen ze op de bedrand ging zitten. Ik wreef vermoeid over mijn gezicht en keek naar het plafond.

'Het kan beter,' mompelde ik. Ze vroeg niet om een uitleg. Dat was één van de reden wat ik fijn vond aan haar. Ze hoefde geen uitleg om te weten wat er aan de hand was. Waarschijnlijk had ze het wel gehoord van één van de dienstmeisjes in het kasteel die, als je het mij vraagt, echte roddeltantes zijn.

'Er gaan geruchten rond. Ze zeggen dat je een aanval op de rebellen bent aan het voorbereiden,' zegt ze terwijl ze mijn deken verder optrekt zodat nu ook mijn armen eronder liggen. Ik zucht en draai me naar haar toe op mijn zij.

'Ja ik ben het aan het overwegen, maar nog niets staat vast.' Ze knikte weer en glimlacht naar me.

'Ik vind dat je het moet doen. Misschien lijkt het niet zo, maar het volk is bang Davina. Er moet iets worden gedaan aan die rebellen al zou ik me nu meer concentreren op de Vikings.'

Ik rolde mijn ogen en bromde een paar verwensingen. Het was waar wat ze zei. De Vikings moesten hoe dan ook mijn land uit. Ik wist niet eens hoe ze het voor elkaar kregen binnen de muren te komen.

Noori stond op en gaf een zachte kneep in mijn hand waarna ze naar de deur liep. 'Slaap zacht Davina,' zei ze nog voordat ze een reverence maakte en de deur achter haar dicht deed.

Zuchtend draaide ik op mijn andere zij en staarde naar de brandende kaars op mijn nachtkastje. Misschien was het dan toch een goed idee. Als het volk zo bang was als Noori had gezegd moest ik iets ondernemen en snel.

Ik stak mijn hand uit naar de kaars en maakte langzaam een vuist van mijn hand waardoor de kaars uit ging. Ik draaide me op mijn rug een keek naar het schilderwerk op het plafond dat leek op te lichten door het maanlicht wat door het raam naar binnen scheen. De vleugels van de engelen leken op en neer te klappen terwijl een vrouw met lang bruin haar en prachtige hazel groene ogen hun een prachtig slaaplied toe zong.

Sarénia dochter van het heelal. De ogen van de engelen sloten langzaam net als die van mij. Ik vond mijn rust waarnaar ik al een paar dagen verlang en werd in slaap gezongen door de prachtige stem van Sarénia.

Blood Promise - Empire of chaos and knowledge: boek 1Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu