33

348 15 2
                                    

Het is 4 uur 's ochtends. Ik sta voor de spiegel in de badkamer. Ik walg van mezelf. Ik voel me gebruikt.

Ik stap de douch in. Ik begin mezelf met moeite schoon te maken. Het bloed druipt naar beneden.

Naar een paar zware minuten loop ik met een handdoek naar mijn kamer. Ik trek mijn lignier aan (hoe schrijf je dat?)  en een warme badjas. Ik doe een hoge knot en loop naar beneden om wat te eten. Aangezien ik helemaal niks heb gegeten.

Als ik bijna beneden ben zie ik het lampje van de keuken aan. Er is iemand. Met mijn hongerige buik loop ik weer naar boven.

'Kouthar.' Hoor ik soffiane zeggen.

Ik draai me om.

'Ja.' Zeg ik zacht.

'Je moet wat eten. Je hebt niks binnen.'

Met een zucht loop ik naar de keuken. Soffiane loopt achter me aan en geeft me wat brood en kaas. En ja. Daar zitten we dat. Te eten.

Als ik alles op heb sta ik op. Mijn benen doen opeens heel erg pijn. Ze beginnen te wiebelen. Snel pak ik het aanrecht vast om niet om te vallen.

Soffiane ziet dat en loopt snel naar me toe. Hij houd me vast. En dan staan we tegenover elkaar. Oog in oog. En dan krijg ik weer de beelden. De beelden van mij en Ibrahim.

Hoe ik schreeuwde.

Hoe hij lachte.

Hoe ik met alle moeite hem weg probeerde te duwen.

Hoe hij in mij kwam.

Alles word me even te veel. Alles word zwart. Alles is verloren.

Snel doe ik nog mijn sahada.

Het spijt me.

Verkracht (deel 1)Where stories live. Discover now