31

447 13 3
                                    

Het eten is hier best oké. Ik kan ermee leven. Maar het restaurant waar ik samen met soffiane naartoe ging was nog lekkerder.

Of anders gezegd: mijn fiancee is nog lekkerder

Soffiane. Eerlijk gezegd weet ik niet wat ik van hem moet vinden. Het geeft mij een raar gevoel in mijn buik als ik hem tegenkom. Of ik walg van hem, dat kan natuurlijk ook.

Opeens staat er iemand voor me. Nee mensen deze keer is het geen Soffiane. Het is Ibrahim. De enige echte.

'Wat doe jij hier?' Vraag ik zo bitchi mogelijk.

'Het is altijd leuk als ik er ben.'

Please, help me.

'Ben je hier om de loterij aan mij te geven?'

'Nee.'

'Waarom is het leuk dat je hier dan bent?'

'Weet je. Altijd als ik jou tegenkom ben je boos, agressief of chagrijnig.'

'Vind je het gek?'

'Ja eigenlijk wel. Maar weer je, misschien ligt het wel aan je familie.' Zegt hij.

Pats.

Ik heb hem zojuist een klap gegeven. Man die was goed.

'Heb het lef om nog een keer over mijn familie te beginnen en je zou willen dat je moeder nog maagd is.' Zeg ik kwaad en sta op.

'En Ik hou er niet van om dingen te herhalen. Voor de duidelijkheid.' Zeg ik nog.

Ik loop het restaurant uit. Ik dacht ik heb een goed idee om terug naar huis te kunnen gaan.

Het is namelijk zo: als ik of Rami verdwalen hadden we afgesproken dat je dan met je bankpas ergens moet pinnen of bij de supermarkt wat moet gaan kopen, en dan kan de persoon thuis kijken waar je voor het laats was. En dan moet je niet weglopen. Bij je laatste locatie.

Dat is ook wat ik niet ga doen. Ik zie dat er vlak bij het restaurant een bankje is. En aangezien ik echt moe ben, ga ik even zitten.

Na een half uur gaat mijn telefoon af. Onbekend nummer. Zal ik opnemen? Ik ga het doen.

'Hallo?' Zeg ik.

'Waar spook jij uit?!' Vraagt Soffiane boos.

Huh

'Hoe kom jij aan mijn nummer.'

'Waar ben je?' Schreeuwt hij.

Geloof me. Als de telefoon een leven had was zijn trommelvlies allang beschadigd. Van de telefoon dan.

'Bij het (........) restaurant.' Zeg ik en geef de naam door.

'Blijf daar.' Zegt hij en hangt op.

Nu is het een kwestie van wachten. 

Zal ik terug gaan naar het restaurant of hier blijven wachten? Hij kan me hier gewoon zien. Mwa ik ga wel terug.

Als ik naar het restaurant loop, loop ik langs een steegje waar natuurlijk bijna alle horror films over gaan. Ik word ruw naar binnengetrokken.

Ik begin heel had te gillen.

'Bek dicht.' Zegt iemand.

'Laat me los klootzak.' Schreeuw ik. Als ik me omdraai zie ik Ibrahim die me hard tegen de muur duwt.

'Ik dacht dat ik duidelijk was.'

Hij begint te grijnzen. Ik zie pure lust in zijn ogen. Hij komt dichterbij.

'Laat me los. Asjeblieft Ibrahim laat me los.' Zeg ik smekend.

'Nooit.' Zegt hij en hij beging me ruw te zoenen. Hij geeft mij kusjes in mijn nek en met zijn hand houd hij mijn mond vast zodat ik niet kan schreeuwen.

Ik open mijn mond om hem te bijten. Wat me ook lukt.

'Jij bitch.' Zegt hij woest en hij duwt me nog harder tegen de muur aan.

Hij beging aan mijn kleren te trekken. Maar hij is blijkbaar zo boos dat hij mijn kleren scheurt. Ik begin te schreeuwen, huilen, trappen maar Ibrahim houd me tegen. Hij kent geen genade. Hij doet zijn broek uit.

En dan. Dan gebeurt het. Mijn eer word afgepakt.

Verkracht (deel 1)Wo Geschichten leben. Entdecke jetzt