Florence

190 45 25
                                    

Flo

Deze afbeelding leeft onze inhoudsrichtlijnen niet na. Verwijder de afbeelding of upload een andere om verder te gaan met publiceren.

Flo.

Ik ben altijd al jaloers op jou geweest. Zelfs de eerste keer toen ik je zag, vreedzaam in de couveuse met je lichaampje nog vol slijm en andere overblijfselen van je uitje in de baarmoeder, voelde ik mij een schaduw naast jouw verschijning. Toen al had je die doordringende blik in je ogen, die grote ogen die alles met veel ontzag in zich opnamen. Die glinstering in je ogen, die gelaatstrekken die zo eigenzinnig in de plooi vielen, dat porseleinen huidje vol slijm; je was het mooiste scharminkel dat ik ooit had gezien.

Voorheen was ik altijd de diva geweest in huis. Tot jij plots alle aandacht opeiste. Ik benijdde je om je gedrag en hoe jij iedereen keer op keer kon doen opkijken terwijl je niet eens zo veel moeite deed. Jij verdomd aandachtstrekkertje! Jij kon iedereen om je vinger winden en natuurlijk was ik degene die altijd straf kreeg; natuurlijk, jij was het onschuldige engeltje en ik was de verantwoordelijke oudere zus.

Ik zou je dit jeugdtrauma schuldig kunnen nemen, maar toch doe ik dat niet. Ik gaf het namelijk niet graag toe, maar stiekem vond je ik je wel een heel klein beetje leuk. Onze verkleedpartijtjes op de zolder zal ik nooit vergeten. Dan bouwden we een catwalk van kartonnen dozen en wandelden we er met veel tralala over, de spot van die oude gloeilamp op ons gericht. Daarvoor hadden we ons geschminkt met alles wat we in de collectie cosmetische artikelen van onze moeder konden vinden, in het geheim natuurlijk, want moeder zou ons vermoorden als ze zag dat we haar dure anti-rimpelcrème gebruikten - al gok ik dat ze wel een vermoeden had, toen ze haar mascara terugvond tussen ons badspeelgoed. Toen al oefende je zwoele poses. Dan waanden we ons even prinsesjes, al was dat eigenlijk het verkeerde woord. Jij wilde geen prinses zijn. Dat klonk zo kinderachtig, vond je. Jij wilde gewoon oogverblindend zijn.

Voor sommigen kwam je misschien een beetje verwaand over. Dan vonden ze dat je toch wel veel streken had voor zo'n jong kind. Het was niet eens je bedoeling om opgemerkt te worden; het gebeurde gewoon.

Het werd er niet beter op toen je in je tienerjaren terechtkwam. Voor mij alleszins. Nog meer dan anders was ik jaloers op jou; op jouw innemende uitstraling, die steeds beter tot zijn recht kwam met de jaren. We maakten toen veel ruzie thuis. Ik vond het simpelweg oneerlijk dat jij gezegend was met die natuurlijke schoonheid en ik niet. Ik was kwaad op mama, omdat ze mij niet knapper had gebaard. Ik was kwaad op papa, omdat hij altijd zei hoe mooi jij was en dat nooit zei over mij. Ik was kwaad op jou, omdat je alles zo voor de wind leek te gaan.

Toen wist ik echter nog niet dat jij er ook een prijs voor betaalde.

Het was een grijzige woensdagmiddag en samen waren we op zoek naar een cadeautje voor Moederdag in het plaatselijke winkelcentrum. Ik weet nog dat je toen heel slechtgehumeurd was, want je had diezelfde dag een slechte toets van wiskunde afgelegd. Je reageerde in eerste instantie dan ook nogal bot toen een oudere vrouw je uit het niets aansprak. Tot ze haar naamkaartje liet zien en zich voorstelde: ze werkte voor een vooraanstaand modellenbureau en ze waren op zoek naar nieuwe meisjes. Toen ze jou zag, flanerend door de winkelstraat met een figuurlijke donderwolk boven je hoofd, meende ze in jou de geknipte persoon gevonden te hebben. Mijn eerste reactie was natuurlijk een steek van jaloezie, maar gelukkig realiseerde ik me op tijd dat ik donders trots op jou mocht zijn. Jij twijfelde zelfs nog nota bene, maar ik spoorde je aan het aanbod aan te nemen.

Misschien had ik dat beter niet gedaan.

Plots ging het allemaal heel snel. Eerst was je het gezicht van een bescheiden reclamecampagne, dan stond je model in een fotoshoot van een bekende modeketen en vervolgens flaneerde je over de catwalk van zowat elke befaamde mode-ontwerper. Je reisde van her en der over de wereld; je agenda was drukbezet. Het gekrijs en het getier in huis toen je de beslissing nam met school te stoppen, zal me altijd bijblijven, maar toen kon het simpelweg niet anders.

Ik zag je nog heel weinig. Als ik je wel zag, schrok ik telkens van je aanblik. Het was alsof al het leven uit je gerukt was: je porseleinen huid was vaal geworden, je jukbeenderen staken akelig uit je gezicht, de wallen ontsierden je ogen. Je was nog frêler dan anders; je knokige lichaam leek ieder moment in elkaar te kunnen zakken. Wanneer ik vroeg of je wel genoeg gegeten had, schonk je me altijd een fikse uitbrander. Waar bemoeide ik me mee? Jij bleef er de schijn op houden dat het geweldig met je ging.

Ik dacht altijd dat het leven van een model rock en roll was: dat zij iedere nacht de hipste feestjes afstruinden, dat ze zich met hun rijke levensstijl alles konden veroorloven en dat ze de vrijheid hadden om te doen wat ze wilden. Jij liet me pijnlijk inzien dat dit een misvatting was. Er was helemaal niets rock en roll aan jouw leven; discipline had zich in jou verankerd en had alle spontaniteit en levendigheid weggezogen waar ik je ooit zo voor bewonderde.

Het is me dan ook nog steeds een raadsel hoe het is kunnen gebeuren, Flo. Plots stond je voor de deur van ons ouderlijk huis, met je handen stevig om je bolle buik geklemd. Ik wilde je meteen feliciteren met dit heugelijke nieuws, maar jij schudde meteen je hoofd. Jij had dit evenmin zien aankomen, maar nooit heb je meer willen vertellen dan dat. Negen maanden later was die daar, de jonge spruit, jouw kleine Bram. Hij is nog te jong om te beseffen dat hij moederloos zal opgroeien, maar ik beloof je, Flo, uit de grond van mijn hart, dat ik me over hem zal ontfermen alsof het mijn eigen kind is.

Je had het rustiger aan moeten doen.

Het kind was nog niet eens een paar dagen oud, of jij was alweer iedere dag in de fitness te vinden. Je was nog steeds knap, liefste zus. Tienmaal knapper dan je daarvoor was. Toch zag jij enkel de vetkwabben, het cijfertje op de weegschaal. Tot je op een dag die weegschaal vanuit het raam uiteen deed vallen en al huilend in mijn armen viel. Het lukte je niet meer. Ze wilden je niet meer.

Het was gedaan. Finito.

Ik was blij dat het gedaan was. Niet omdat ik jaloers op je was, maar omdat ik wist dat het beter voor jou was. Er leek een last van je schouders te vallen en langzaam ontdekte ik terug die levensvreugde in je, weerspiegeld door die glinstering in je ogen. Je ging opnieuw naar buiten, was zelfs vaker uit dan thuis, maakte je niet meer druk om hoe je eruit zag. Ik dacht dat de oude Flo terug was, mijn kleine zusje zoals ik haar kende.

En toen gebeurde dit.

Ik kan het nog steeds niet geloven. Die kleine diva, voor eeuwig in een kist in de grond waar niemand haar schoonheid nog zal kunnen aanschouwen, wachtend om tot stof te vergaan en het laatste deeltje van haar schoonheid prijs te geven aan... Tja, aan wat?

Toch zal ik je niet vergeten. Niet omwille van je schoonheid, maar omwille van hoe je was.

Liefs,
je grote zus

OnsterfelijkWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu