'Herinner jij je dan dat artikel nu al niet meer.' Cal is verbaast dat Lux het artikel niet meer herinnert van een paar uur geleden. Het artikel waar de Dans der Schaduwen in wordt uitgelegd. 'Artikel. Welk artikel ?'vraagt Lux verbaast.
'Oh god. Scander, hij weet niks meer van de afgelopen uren.' 'Fack!' Lux kijkt verbaast naar Cal. 'Wow wow wow! Wat! Afgelopen uren. We zijn toch vanuit het park hiernaar toe gegaan. ' De verbijsterde blik van Cal verraad alles. 'Niet! Oh god. Wat heb ik gedaan.' Lux begint steeds sneller te ademen. De overspoelende pijn die hij nu weer begint te voelen helpt niet.
'Cal! Lux heeft een paniekaanval. Doe wat.' 'Ik moet er wat aan doen. Hoezo moet ik er wat aan doen. Heb jij niet een paar dagen in zijn huis rond gehangen.' Brengt Cal paniekerig uit.
'Ik ga hem niet kussen hoor!' Dan realiseert Cal zich iets. 'Hoe weet jij daarvan.' Vraagt ze dreigend.
'Geen tijd voor. Hij stikt bijna!' Roept Scander wijzend naar Lux, die rood aan het aanlopen is.
Zonder enige twijfel drukt Cal haar lippen op die van Lux. Maar als Cal haar lippen die van Lux net aan raken, ervaart zij ook de pijn die Lux op dit moment voelt. En niet alleen zijn pijn maar ook de geluiden, die zich lijken te herhalen.
'Leh in meh. Leh in meh. Leh in meh. Leh in meh. Leh in meh. Leh in meh.' Keer op keer opnieuw.
Cal schreeuwt het uit. En probeert zich met veel moeite probeert Cal zich van Lux los te trekken. Maar dat lukt niet. De woorden en pijn lijken haar vast te houden. En dan wordt het haar te veel. Voor de eerste keer in haar hele leven raakt ze bewusteloos. Je zou denken dat het komt door de pijn. Maar Cal weet beter, de stem neemt haar mee. Of niet de stem maar de persoon die bij de stem hoort.

Scander kijkt verbaast naar het tafereel dat voor zich speelt. Hij staat op het punt om in te grijpen maar een bepaalde stem in zijn achter hoofd houdt hem tegen. Cal is nog steeds aan het schreeuwen maar het lijkt niet dat ze er van bewust is dat ze aan het schreeuwen is.
Scander kijkt om zich heen, bang dat er misschien iemand komt. En hij weet niet hoe hij dit wilt gaan uitleggen. Want het ziet er nogal vreemd uit. Een jongen zittend met gesloten ogen die aan het huilen is en dan een meisje die de jongen vasthoudt bij de bovenarmen, alsof haar leven er van af hangt terwijl ze aan het schreeuwen is.

Scander kan er na een paar seconden niet meer tegen en staat op het punt om ze los te maken. Maar dan stopt Cal met schreeuwen en valt zij met Lux neer op de grond. Alsof ze in een slaap zijn. Iets waar Scander nog best blij mee is.

Lux merkt dat de pijn gestopt is maar ook dat hij buiten bewust zijn is. Maar het is niet donker, nee. Het is zelfs licht. Hij staat in een helemaal witte kamer. Met een betonnen vloer en nog twee andere personen. Een meisje met zwart haar, dat haar ogen nog niet geopend heeft maar toch weet Lux nu al dat Cal is.
En een jongen. Een jongen die nog redelijk veel op hem lijkt.Een jongen met blond haar, zo blond als zon zelf. Een gezicht met scherpe hoeken, smalle lippen, een smalle neus met sproeten. De jongen heeft een witte broek en shirt aan en is erg lang. Daarnaast kijkt deze jongen met extreem veel zelfvertrouwen voor zichzelf uit. Alhoewel de jongen er erg stoer en misschien wel gemeen uit ziet, krijgt Lux niet dat gevoel. Welk gevoel hij krijgt is hem nog niet duidelijk. Maar dan kijkt Lux in zijn ogen.
Hemelsblauwe ogen. Zo blauw als de lucht zonder wolken. Zowat de kleur van zijn ogen maar deze. Deze ogen lijken zoveel op die van de lucht, dat Lux zichzelf afvraagt of het kan zijn dat deze jongen de lucht in zijn ogen heeft.
En het gevoel dat Lux krijgt. Is een gevoel van herkenning. Maar hij weet nog niet of hij er blij mee moet zijn. Want ondanks de vriendelijke uitstraling van de jongen, voelt Lux zich niet op zijn gemak.
De aanwezigheid van de jongen maakt Lux een beetje ongemakkelijk en zelfs misschien een beetje bedreigd. En dat terwijl de jongen nog niks heeft gedaan of gezegd.
'Wie ben je?' vraagt Lux onzeker. Een geamuseerde blik verschijnt op het gezicht van de jongen, dan trekt hij een wenkbrauw op en er verschijnt een speelse lach op zijn gezicht, wat de jongen er nog beter uitlaat zien.
'Laten we er een spelletje van maken, zullen we.' zegt een bekende heldere en hoge stem. Verschrikt kijkt Lux de jongen aan. Paniek verspreidt zich over zijn gezicht en angst lijkt in heel zijn lichaam te vinden. Zijn ogen beginnen weer waterig te worden, bang voor de verschrikkelijke pijn. Die ieder moment weer zijn lichaam in kan komen. Ook zijn ademhaling begint sneller te worden.
'Nee!' roept Lux uit. 'Dit kan niet. Ga uit mijn hoofd!' De lach die op het gezicht van de jongen zat, begint te groeien.
'Maar we zitten helemaal niet in jouw hoofd.' zegt de jongen. 'We zitten in ons hoofd.'
Een kreun komt van Cal. 'Dat klonk niet eng ofzo.' Zegt ze met een pijnlijk gezicht. De gezichtsuitdrukking van de jongen veranderd lichtjes. De glimlach wordt groter en zijn ogen lijken bijna licht te geven.
'Fijn dat je wakker bent prinses. Ik begon me al zorgen te maken.' Cal zucht hoorbaar. 'Toen al niet geïnteresseerd in je. En nu nog steeds niet creep.'
'He, rustig aan. Waarom zou je zo reageren. 'Cal negeert hem en staat op. 'Kom op Caligatio. Je weet dat we bij elkaar horen.' Boos kijkt Cal hem aan. Zo boos dat Lux zich meer door Cal bedreigt voelt dan dat hij zich in heel zijn leven heeft gevoeld.
' Ik zal nooit. Nooit van heel mijn leven iets met jou willen of iets positiefs voelen. Nooit. Alleen maar haat. Voor jou en je hele. Hele mikmak. Al die lichamen die jij dan in beslag neemt. Nooit. Nooit zal ik wat met jouw soort willen hebben!' Brengt ze giftig uit.

You've reached the end of published parts.

⏰ Last updated: May 09, 2017 ⏰

Add this story to your Library to get notified about new parts!

Dans der SchaduwenWhere stories live. Discover now