'Ben je gek! Je kent die mensen niet eens én ze zijn niet eens je echte familie én ze weten waarschijnlijk niet eens van je bestaan af.' Roept Cal uit. 'Nou dan komen ze het gauw genoeg te weten.' Zegt Lux alsof het de normaalste zaak van de wereld is.
'Lux, normaal gesproken zou ik dit hartstikke leuk vinden. Maar zelfs ik denk dat je hier nou niet zo goed over na hebt gedacht. En dat ik het zelfs vind, zegt toch wel heel wat. Aangezien ik meestal met de meest domste ideeën kom.' Dan lijkt Scander Cal boos aan. ' Caligatio wat heb je met hem gedaan.' 'Ik.' Cal kijkt beschaamd naar beneden. 'Ik heb hem misschien gekust.' Scanders ogen worden groot. 'Je hebt wat! Je weet dat dat echt het stomste is. Cal. Oh my god. Je weet wat dit betekend en doet met hem. Ooh, you fucked up Cal.' Zucht Scander. 'Ik weet het.'
Lux staat er beduusd bij. 'Uhm, fijn dat ik zo'n interessant onderwerp ben. Maar wat bedoelen jullie?' Een beetje verbaast kijkt Lux voor zich uit, alsof hij nu pas beseft wat hij heeft gezegd. De woorden die hij uitsprak hadden zijn stem maar niet zijn goedkeuring. De arrogantie die er bij kwam, was er nooit geweest. En had er nooit moeten zijn. Iets wat Lux zich nu lijkt te realiseren, alsof hij uit een slaap ontwaakt.
'Waarom zei ik dat, dat wou ik niet zeggen. Wat gebeurt er met me!' Paniekerig kijkt Lux ze aan. Realiserend dat hij niet weet hoe hij hier gekomen is. Dan hoort hij vanuit het niks een geluid. Een helder en hoog geluid. Een stem, waarvan de woorden komen. Maar de woorden zijn onbekend voor Lux.
'Waarom hoor een stem in mijn hoofd! Haal het weg!' Cal en Scander kijken elkaar twijfelend aan. Een kreun van pijn komt er uit Lux zijn mond. Bij ieder geluid lijkt er een straal van elektriciteit door zijn lichaam te gaan. Een verschrikkelijke pijn.
'Doe iets,' huilt Lux nu. 'Het doet zo'n pijn.' Tranen druppen op de betonnen weg.
Met medeleven kijkt Cal Lux aan. 'Ik kan je niet helpen. Dit gebeurt in jou. ' Lux kijkt haar aan met een blik die zegt: daar heb ik wat aan.
'Waarom hoor ik die stem. ' Huilt Lux. 'Lux, rustig aan maatje. Het komt goed. Wij zijn hier ook door heen gegaan. Als je het eenmaal aanvaardt hebt dan zal de pijn verdwijnen. Dat was bij mij wel het geval toen dit bij mij gebeurde, alleen leek ik er niet zo'n last van te hebben. Cal volgens mij ook niet. Dus dit maakt jou een uitzondering. Cal er is toch niks mis met hem!?' 'Scander, je helpt niet.' Snauwt ze de jongen toe.
Angstig kijkt Lux haar aan. 'Jullie. H-h-hadden d-i-it ook.' Stottert Lux. Cal en Scander knikken.
'Leg me dan alsjeblieft dan uit wat er gebeurt,' vraagt Lux zacht maar de wanhoop is duidelijk te horen in zijn stem. Wanhopig naar een manier om de pijn te stoppen, die met de minuut erger lijkt te worden. Cal merkt het.
Cal zucht, 'misschien moet je maar even gaan zitten.' En met veel pijn en moeite lukt het Lux om op de grond te zitten. Zijn tranen zijn al gestopt met vallen, maar zijn snikken nog niet. Zijn tranen zijn klaar met vallen, net zoals Lux die klaar is met de pijn. Hij wilt dat het stopt maar hoe meer hij wenst dat dit allemaal voorbij is, hoe erger het lijkt te worden. Want bij elke keer dat de geluiden, woorden, gemaakt worden lijkt het steeds meer pijn te doen. Maar niet per woord, nee. Er lijkt een patroon in te zitten. Alsof het een zin is.
'Lux je weet dat wij,' begint Cal terwijl ze wijst naar zichzelf, Lux en Scander. 'De zielen hebben van duizend jaar oude personen. Maar natuurlijk zijn wij ook nog ons eigen persoon. Dus onze persoonlijkheden kunnen nog al verschillen. ' Lux knikt, de pijn wordt even aan de kant gedrukt, doordat Lux zich volledig focust op het gesprek. Snakkend naar de waarheid. 'Dat snap ik, denk ik. Maar vanwaar die extra stem en die pijn?' Cal is even stil, ze weet niet hoe ze het moet verwoorden.
Een stilte heerst voor een paar seconde, tot dat die wordt onderbroken door een snif van Lux.
'Nou,' komt er wanhopig uit Lux. De pijn begint wee toe te nemen. Pijn verschijnt zonder dat hij het wilt op zijn gezicht. Scander lijkt het te merken en komt naast Lux zitten om zijn hand vast te houden. Klaar om geruststellende woorden te zeggen. Cal daarin tegen lijkt nog steeds niet te weten wat ze wilt gaan zeggen.
'Waarom hoor en voel ik hem nu pas?' Cal lijkt hier wel antwoord op te weten.
'Omdat die persoonlijkheid eigenlijk altijd in slaap is geweest, tot dat iets hem wakker maakt. Dat is bij ieder ziel iets anders. Bij mij toen ik voor het eerst in de schaduw oploste. En bij Scander toen hij voor het eerst iemand dood zag zien gaan. ' 'Wat heeft mijne dan getriggerd?'
'Onze kus.' Antwoordt Cal kortaf. 'Onze kus?! En waarom dat nou weer?'
YOU ARE READING
Dans der Schaduwen
FantasyDans der Schaduwen, de dans die al eeuwen lang afspeelt. 'Wij zijn het, niet waar. Gedoemd om te dansen tot in de eeuwigheid.' Lux kijkt Cal aan, 'ja, en er is niks dat we er aan kunnen doen. Wij zijn gedoemd om de fouten van onze voorgangers te her...
