Voor de mensen die het niet gezien hebben. Ik heb nog wat aan het vorige hoofdstuk toegevoegd. Want ik was er niet helemaal tevreden over. En shit.
Oooh,vergeet niet te stemmen of een reactie achter te laten. :D
Voor Lux zijn ogen is het donker, als of iemand het licht heeft uitgedaan. En tot nu denkt Lux ook echt dat iemand dat heeft gedaan, maar als na een paar secondes nog steeds dezelfde kleur heeft, komt Lux er achter dat hij degene is die zijn ogen dicht heeft. Meteen opent hij zijn ogen, maar toch voorzichtig, want hij heeft geen zin om verblind te worden door het licht. Maar dat komt niet, want het is donker buiten. Lux kreunt. Heel zijn lichaam doet pijn, het lijkt net alsof zijn lichaam heeft gebrand.
Met veel moeite komt hij overeind. Als hij verder om zich heen kijkt, ziet hij dat hij in een soort speeltuin ligt. Of eigenlijk daarnaast. Hij ligt op vochtig gras, dat eigenlijk al meer zand is dan gras. Vertrapt door de kinderen die er al jaren overheen rennen. Vol met plezier. Iets wat momenteel niet in Lux zit.
Maar als hij verder kijkt merkt Lux dat naast hem, nog iemand zich in dit speeltuintje bevind. Zwart haar en grijze ogen.
Meteen kruipt Lux achteruit. Hij wil niet bij haar in de buurt zijn, maar ook weer wel. Als of ze een soort drugs voor hem is. Niet goed maar wel verslavend en lekker.
Dan dringt hem iets tot hem door. Het verhaal, zijn droom en dan net voordat hij wakker werd.
'Wij zijn het, niet waar. Gedoemd om te dansen tot in de eeuwigheid.' Lux kijkt Cal aan, 'ja, en er is niks dat we er aan kunnen doen. Wij zijn gedoemd om de fouten van onze voorgangers te herhalen. En dat eeuwen lang, tot in de vergetelheid.' Cal maakt een geluid dat op een boos kort lachje lijkt, maar daar in is verdriet en pijn te horen. Het klinkt door tot in Lux zijn botten en he raakt hem.
'De hoeveelste zijn wij,' vraagt Lux zich zachtjes af. 'Dat weet niemand, onze zielen keren terug maart ons geheugen niet. Zelfs onze lichamen veranderen, keer op keer.' Lux kijkt Cal hopeloos aan. 'Wanneer stopt deze onzin.' Cal kijkt vreugdeloos voor zich uit. 'Niet, wij gaan dood en komen weer terug, maar het Licht en het Duister zullen vergaan. Zij zullen moeten blijven vechten , anders zal de wereld zoals we die nu kennen niet meer bestaan. En zo lang zij vechten, vechten onze zielen ook.' 'Best triest eigenlijk,'
Cal gaat naast Lux zitten, samen kijken ze naar de sterren. Die langzaam verdwijnen door de zon. En zo blijven ze zitten.
'Cal, twee dingen,' begint Lux. 'Als mijn naam licht betekent, betekent jouw naam dan duisternis.' Cal knikt. 'Ja, maar Cal is niet mijn hele naam. Alleen een afkorting. Maar ga verder.' Lux knikt nu. 'Want ik neem aan dat jij ook weet over dat artikel.' Lux ziet vanuit zijn ooghoek Cal twijfelend knikken. 'Als we daarvan nou de schrijver opzoeken, die kan ons hier vast meer over vertellen. En uitleg geven om dit te stoppen, want ik heb geen zin om de oorzaak te worden van een hele oorlog. ' Zonder iets te zeggen staat Cal op en begint te lopen.
'Waar ga je heen?' Cal draait zich om. 'De bibliotheek natuurlijk. Bij mij thuis kan het niet en van jou weet ik het niet, maar ik denk dat je je ouders niet wilt zien.'
Dit zet Lux aan het denken. Waarschijnlijk wisten Lieke en Peter hier van, dus hoe zou het zijn als hij dan thuis dingen opzoekt hier over.
Lux grijnst naar Cal,' bij mij thuis is prima.'
Als Lux en Cal binnen zijn, is het eerste wat Lux op valt de tijd. In de gang hangt altijd een grote klok, die er nu nog steeds hangt. Het de grote wijzer stond iets voor de twaalf en de kleine net voor de negen. Lux vraagt zich zelf af hoe lang hij wel niet buiten westen moet zijn geweest. En waarom hij eigenlijk die pijn heeft gekregen en waarom hij er nu helemaal niks meer van voelt. Maar daar houdt hij zich op dit moment niet mee bezig. Hij heet grotere dingen aan zijn hoofd.
ŞİMDİ OKUDUĞUN
Dans der Schaduwen
FantastikDans der Schaduwen, de dans die al eeuwen lang afspeelt. 'Wij zijn het, niet waar. Gedoemd om te dansen tot in de eeuwigheid.' Lux kijkt Cal aan, 'ja, en er is niks dat we er aan kunnen doen. Wij zijn gedoemd om de fouten van onze voorgangers te her...
