Hoofdstuk 27

341 18 9
                                    

Fenna voelt het bloed langs haar been stromen. In een grote stroom over de voorkant van haar bovenbeen, en dan bij haar knie splitst de stroom in twee stroompjes. Eentje recht over haar scheenbeen, de andere wat meer naar de zijkant. Beide stroompjes komen uit bij haar voet, haar sok begint wat plakkerig aan te voelen. Haar broek ook, nu ze er zo over nadenkt. Langzaam opent ze haar ogen en kijkt ze naar beneden. Ze ziet een donkerrode vlek op haar lichtgrijze joggingsbroek. De vlek wordt steeds groter, geschokt kijkt ze hoe het bloed in de stof van haar broek trekt.

"Fenna?" Evert staat voor haar. Ze merkt hem pas op als hij haar naam hardop uitspreekt. Ze kijkt hem even aan. Haar beeld is wazig, ze ziet sterretjes voor haar ogen dansen. Ze knippert een paar keer, maar nog steeds krijgt ze Evert niet scherp. Ze voelt hoe hij de touwen om haar polsen losmaakt en haar langzaam naar de grond laat zakken, maar ze voelt geen pijn. "Fen? Fenna?" Zijn stem lijkt van ver te komen. Ze kijkt hem aan, hij lijkt bezorgd. Ze wil hem vertellen dat alles goed is, maar dan vallen haar ogen dicht en zakt ze weg in het donker.

"Godver," Evert vloekt hardop. Zijn handen beginnen te trillen. Hij moet het bloeden stoppen. Hij weet niet zeker of Fenna is flauwgevallen door bloedverlies, door schok of door alles wat er de afgelopen dagen is gebeurd gecombineerd, hij weet wel dat hij de wond op haar bovenbeen nu dicht moet krijgen, want anders gaat het sowieso mis. Met trillende handen pakt hij het – al bebloede – shirt van de vloer, en hij drukt het stevig tegen Fenna's bovenbeen aan.

Een zachte kreun geeft aan dat Fenna weer wakker is. Ze knippert met haar ogen en kijkt Evert dan versuft aan. Hij haalt opgelucht adem, "je bent er weer." Ze knikt. Ze probeert zichzelf overeind te werken, maar Evert houdt haar tegen. "Blijf even liggen." Langzaam knikt ze weer. "Is het erg?" Vraagt ze voorzichtig. Hij haalt zijn schouders op. "Ik heb er nog niet naar gekeken, wil eerst het bloeden stoppen." Hij houdt het shirt nog steeds stevig tegen haar been aangedrukt. Ze laat haar blik er even naartoe gaan. Ze begint de pijn te voelen inmiddels, en niet zo'n beetje ook.

Evert ziet aan Fenna dat de pijn begint te overheersen. Hij wrijft even met zijn vrije hand over haar heup. "Fen, kan je je tenen nog bewegen?" Hij weet niet hoe diep de wond is, maar er zitten behoorlijk wat belangrijke spieren en zenuwen in het bovenbeen, en als er daar iets van geraakt is, heeft ze een probleem. Fenna probeert te wiebelen met haar tenen. Omdat ze nog steeds op haar rug ligt kan ze zelf niet zien of er iets gebeurt. Angstig kijkt ze naar Evert. Hij knikt naar haar, als teken dat het goed is, en dan haalt ze opgelucht adem. In elk geval iets dat meevalt aan deze situatie.

Fenna ligt nog steeds op haar rug, ze merkt dat ze steeds onrustiger wordt. Op deze manier kan ze haar omgeving niet overzien, en ze kan ook niet zien wat er met haar been aan de hand is. Ze reikt met haar rechterhand naar Everts hand. Hij snapt de hint en neemt haar hand in de zijne. Met zijn duim wrijft hij cirkeltjes over de rug van haar hand. Veel meer kan hij nu niet voor haar betekenen. Hij ziet de stress op haar gezicht, hij zou willen dat hij iets voor haar zou kunnen doen.

"Is het al gestopt met bloeden?" Fenna kijkt onderzoekend naar Evert. Hij heeft eigenlijk geen idee. Het shirt is doordrenkt met bloed, maar hij besluit dat Fenna dat niet hoeft te weten. Voorzichtig tilt hij het stukje stof op. Door het gat in haar joggingsbroek kan hij de wond zien. Het is een diep gat in haar been, Evert wordt er misselijk van. Hij dwingt zichzelf om niet weg te kijken. Er zijn nog een paar kleine stroompjes bloed, maar het grootste gedeelte van het bloeden lijkt gestopt te zijn.

Evert gaat naast Fenna op de koude keldervloer liggen. Hij kan haar nu niet verplaatsen, daarvoor is de wond nog te groot en te open. Als ze nu beweegt gaat het zo weer bloeden. Ze kijkt naar hem, en hij kijkt terug naar haar. "Het is ongeveer gestopt met bloeden, maar het ziet er niet goed uit. Het is diep." Vertelt hij haar zacht. Hij moet eerlijk zijn. Ze knikt. "Komt goed," fluistert ze. Even glimlacht hij. Ze is zo sterk en zo dapper. Hij kust haar wang en neemt haar in zijn armen. "Ik ben trots op je, Fen."

----------------------------------------

jaja.. de situatie wordt er niet beter op hè? ;o

xoxo Laura

GevaarWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu