31. The kiss.

184 8 3
                                    

*nog niet herschreven *

ik zat vastgenageld aan de grond. ik kon niet rennen, ik kon Sirius niet achterlaten.

"Sirius." fluisterde ik. "nee."

op dat moment sprong Harry op Pippeling af, Sirius greep hem om zijn middel en duwde hem terug. "laat dit maar aan mij over- neem je zusje mee en ren!"

er klonk vreselijk veel gegrom, Lupos zijn schouders werden platter en langer net als zijn gezicht en de rest van zijn lichaam. er verscheen haar op zijn gezicht en handen, zijn nagels veranderden in klauwen, hij richtte zich op ons, happend met zijn lange kaken kwam hij op ons af.

angstig deed ik een stap achteruit en pakte Harry bij zijn arm, een reusachtige hond - bijna net zo groot als een beer- sprong op de weerwolf af. het was Sirius.

hij greep de wolf bij zijn nek en trok hem bij ons vandaan. ik stond verstijfd aan de grond, te kijken hoe de wolf en de hond aan het vechten waren. wat moest ik doen? ik kon ze niet helpen maar ik kon ook niet vluchten.

"expelliarmus! " ik werd uit mijn gedachten gehaald door Harry, ik keek naar hem en zag dat hij zijn toverstok gericht had op Pippeling.

"blijf staan! "schreeuwde Harry.

hij rende richting pippeling, maar hij was te laat. pippeling veranderde van gedaante voordat Harry bij hem was.

er klonk een luid gehuil, geschrokken draaide ik me om, Sirius lag bloedend op de grond, zijn snuit was open gehaald en hij had grote krassen op zijn kop.

ik hapte naar adem "sirius!" ik rende naar hem toe, achter me hoorde ik harry iets tegen hem roepen, maar ik luisterde er niet naar .

wat Harry ook had gezegd het was blijkbaar belangrijk voor Sirius want net voordat ik bij hij was, sprong hij op en rende hij weg.

"Sirius!" riep ik "wacht!"

ik rende achter hem aan, in de verte kon ik Harry mijn naam horen roepen, maar ik negeerde hem. ik moest Sirius helpen.

ik zag hem in de verte stilstaan, en toen kwam er een vreselijk gehuil en geblaf van hem vandaan.

"Sirius!"riep ik buiten adem. "wat is er ?"

hij was terug veranderd in zijn menselijke vorm, hij zat op zijn knieën met zijn hoofd in zijn handen.

toen ik bij hem kwam, ging op mijn knieën voor hem zitten en pakte hem bij zijn schouders.

"sirius." zei ik zachtjes "wat is er."

hij keek niet naar me "neee " kreunde hij "nee ... alsjeblieft.."

"sirius !" zei ik bezorgd "wat is er?"

en toen voelde ik de kou, er gleed een rilling over mijn rug en ik voelde mijn maag omkeren, en toen ik om me heen keek zag ik honderden dementors onze kant op komen.

ik stond op "nee!" schreeuwde ik "laat hem met rust!"

"denk aan iets dat je blij maakt!" hoorde ik Harry roepen in de verte.

ik pakte mijn toverstok en richtte het op dementors.

ik heb een peetvader, ik ga samen met Harry bij hem wonen, we zullen een familie zijn.

ik herhaalde die zin constant in mijn hoofd. " expecto patronum! " riep ik. maar er gebeurde niets.

in de verte begon ik het gegil van mijn moeder te horen, en er ontstonden zwarte vlekken in mijn zicht.

impossibleWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu