Hoofdstuk 9

18 4 0
                                    

Bij Rozenroodje

"Nee, nee, natuurlijk niet!" riep Rozenroodje. "Wat zou ik af moeten luisteren?"


"Hmm," bromde Prakkie. Als hij zo deed, leek hij echt verbazingwekkend veel op Brompie, bedacht Rozenroodje zich. "Waarom lig je dan op de grond?"

"Ik was gevallen," loog ze. "Op weg naar de wc."

"Waar ben je op gevallen?" vroeg de tuinkabouter.

Snel bedankte Rozenroodje de splinter die had uitgestoken en haar knie had geschaafd. Ze liet haar knie zien. "Mijn knie."

Prakkie zei: "Goed dan. Zie je dat kastje daar?" Hij wees naar een houten kastje met twee lades dat ongeveer tot Rozenroodjes knieën kwam. "In de bovenste la liggen pleisters."

"Oké, bedankt," zei Rozenroodje, opgelucht dat hij haar geloofde.

Bij Ebbenzwartje

De volgende ochtend gingen de dwergen weer weg bij Ebbenzwartje. "Net zo voorzichtig doen als gisteren, hè, toen je stiefmoeder langskwam. Misschien komt ze vandaag wel weer!" waarschuwde Dikkie.

"Ik zal mijn best doen."

"En vooral niet de ceintuur van de kast pakken," zei Kukeltje. "Beloof het."

"Beloofd," zei Ebbenzwartje. "Beloof jij nou maar dat je niet over je voeten zult struikelen."

"Dat zal ik helaas niet kunnen waarmaken, prinses," zei Kukeltje op een doodserieuse toon.

"Bezeer je dan in ieder geval maar niet te erg," zei ze en ze voegde er een knipoog aan toe.

"Wegwezen! Kom op!" riep Boosje.

"Ga maar, dwergies van me," zei het meisje met een grijns, wat natuurlijk een reactie van Boosje veroorzaakte.

Toen de dwergen weg waren, ging Ebbenzwartje weer naar binnen. De slaapkamers van Toffeltje, Snottel, Snuffel, Kukeltje en Puffel had ze gisteren al schoongemaakt. Vandaag waren de kamers van Dikkie en Boosje dus aan de beurt. De kamer van Dikkie zag er voorspelbaar uit. Er lagen overal en nergens snoepwikkels. Ebbenzwartje kreeg door dat het schoonmaken van deze kamer erg lang zou duren en zuchtte. Hoe eerder het voorbij was, hoe beter. 
Terwijl ze de kamer van Dikkie schoonmaakte, dacht ze na over hoe de kamer van Boosje eruit zou zien. Ze had geen flauw idee. Waarschijnlijk had de chagrijnige dwerg er niet te veel versiering hangen. Maar het zou vast niet helemaal leeg zijn. En wat voor behang zat er op de muren? Welke kleur lakens? Ze kon alleen maar gokken. Zodra ze de kamer van Dikkie had gedaan, sprintte Ebbenzwartje naar de kamer van Boosje toe, zo nieuwsgierig was ze.

De kamer van Boosje was eigenlijk een kamer met basismeubels. De muren waren niet behangen, het hout van de muur was nog zichtbaar. In de hoek stond een bed met een donkerblauw laken. Tegen de muur stond een houten kast. En, aan de muur er tegenover, hing de enige vorm van echte versiering. Een kalender. Wat zou erop staan? Ach ja, eerst maar even vegen, dacht Ebbenzwartje.

Toen ze bij de kalender aan het vegen was, kon ze het niet weerstaan om een blik op de kalender te werpen. Over twee dagen was een datum omcirkelt. Boosje was bijna jarig.

Ebbenzwartje dacht aan wat Boosje had gezegd: "Denk je dat ik een feestje zou willen dan?" Maar had hij dat echt gemeend? Verdiende niet iedereen een beetje aandacht op zijn verjaardag? Ja, toch? Maar ook als het zo'n chagrijn is?

Ebbenzwartje zuchtte en liep de kamer van het chagrijn uit.

Ebbenzwartje stond buiten het tafelkleed uit te kloppen toen ze de dwergen terug hoorde komen. Behendig vouwde ze het tafelkleed op en stopte het in de kast. Daarna ging ze weer naar buiten.

"Ging het goed op werk?" vroeg ze.

"Nee," bromde Boosje.

Ebbenzwartje keek naar Kukeltje, die over zijn knie wreef. "Je bent dus toch weer over je voeten gestruikeld?"


"Nee!" riep Kukeltje uit. "Het is gelukt! Ik ben niet over mijn voeten gestruikeld!"

"Waarom wrijf je dan over je knie alsof je hem hebt bezeerd?" zei het meisje.

"Dat komt," zei Kukeltje trots, "omdat ik over Boosjes houweel ben gestruikeld. Dus niet over mijn voeten."

"Ja," gromde Boosje. "En daarbij brak hij natuurlijk meteen mijn houweel in tweeën. Ik had véél liever gehad dat 'ie over zijn voeten was gestruikeld."

Boosje stamvoette naar binnen en daarmee was het gesprek wat hem betreft beëindigd.

De 3 nichtjes en de 21 mormeltjesWhere stories live. Discover now