Hoofdstuk 41

409 26 10
                                    

Heel erg bedankt voor alle leuke lieve reacties tot nu toe! Ze toveren elke keer weer een lach op mijn gezicht

~~~~~~~~~~~~
De typische ziekenhuisgeur dringt haar neusgaten binnen als ze door de ingang naar binnen rent. Haar hand omklemen nog steeds stevig die van Fenna, terwijl ze met de brancard meerent. Een verpleegster probeert haar tegen te houden, maar Liselotte rent stug door. Snapte ze dan niet dat ze Fenna niet los wou laten!

Toch duwt een andere verpleegster haar na een paar meter, met een vriendelijke meelevende glimlach, aan de kant.

De brancard wordt voorgeduwd en steeds meer mensen voegen zich bij het kleine groepje dat inmiddels is ontstaan. "Vrouw, midden 20, ernstigste verwonding: steekwond in de linkerzij, onderweg.." De stem van de ambulancebroeder sterft weg als er een deur achter de groep dicht valt.

Ze haalt haar hand door haar bruine haren, die inmiddels uit hun staartje waren ontsnapt terwijl ze Fenna nakeek.

"Lies! Liselotte!" Er wordt een hand op haar schouder gelegd. Ze draait om en kijkt recht in de ogen van haar collega. Die haar met een bezorgde blik aankijkt. "Bram" zucht ze. Als verdoofd laat ze Bram haar omhelzen.

"Lies! Ben je gewond?" vraagt Bram als hij Liselotte eens goed bekijkt.

"Wat? Nee." Ze volgt zijn blik en kijkt naar haar bovenlichaam en armen. Haar witte shirt en armen zijn bedekt in iets roods. Bloed. "Het is niet van mij." Fenna's bloed.

"Maar," begint Bram. "De bloeding was gestopt toch?"

Liselotte schudt haar hoofd. "De laatste paar minuten voor de ambulance kwam is de wond weer open gegaan. De rest van het bloed komt van haar kleren."

"Waar is Evert?" vraagt ze dan.

"Die laat naar zijn arm kijken."

Liselotte haalt haar wenkbrauw op. "Vrijwillig?"

Bram glimlacht. "Wat denk je?"

Er valt een stilte. "Heb je al iets gehoord"

Liselotte schudt haar hoofd. Beiden agenten staren naar de grond. Niet veel later voegen Carla en Menno zich bij hen. Ze zwijgen allebei, alsof ze weten dat dit niet het moment is voor vragen.

"Kom hier dan babysitten!" galmt de stem van iemand die ze allemaal kennen door de kamer.

"Tot zover Evert's 'vrijwillige' bijdrage." mompelt Liselotte.

Hun blonde collega komt op hen afgerend met zijn arm in een mitella. "Hoe is het met haar?" "Geen nieuws." zegt Bram.

Uren later, of uren, het voelden als uren, maar Liselotte had echt geen idee hoeveel tijd er werkelijk verstreken was. Evert ijsbeerde door de gang. Bram zat met zijn hoofd in zijn handen en Carla, Carla sprak via de telefoon met het Belgische politiekorps. Het gesprek was, beoordeeld op wat Liselotte had gehoord, niet erg gezellig.

Een vrouwelijke dokter kwam hen tegemoet gelopen. "Familie van Fenna Kremer?" Alle vijf stonden ze snel op en drongen om de arts heen. Schouder aan schouder stonden ze klaar om te horen wat ze te zeggen had.

"Via de open wond aan haar zij heeft mevrouw Kremer veel bloed verloren. Om die reden en het gebrek aan eten, drinken en warmte is ze erg verzwakt. Het vele bloedverlies is de afgelopen tijd in zo'n maten toen genomen dat het levensbedreigend was. Ons personeel heeft keihard gewerkt om.."

"Dokter?" onderbreekt Evert met een bezorgde stem. De arts kijkt Evert vriendelijk, maar vragend aan. "Vertel het maar gewoon. Heeft ze het gehaald?"

De dokter glimlacht een beetje. "Mevrouw Kremer leeft nog. Ze is nog niet helemaal buiten de gevarenzone ,maar ze is een vechter. Als iemand dit kan overleven is zij het wel, ik heb haar dossier gelezen.

Het hele team blaast hun ingehouden adem uit en van alle kanten klinken opgeluchte geluiden.

"Zoals ik dus al zei," gaat de dokter verder.  "Ons personeel heeft keihard gewerkt om de bloeding te stoppen en dat is gelukkig gelukt. Haar rechterarm was op twee plaatsen gebroken en zit in de gips. We hebben aanwijzingen gevonden dat haar linkerenkel gekneusd was, maar die is zo goed als genezen. Haar ribben zijn zwaar gekneusd. Al met al heeft ze heel veel geluk gehad dat de schade niet erger is en de infectie haar de kop niet heeft gekost."

"Mogen we haar zien?" vraagt Liselotte ongeduldig.

"Mevrouw Kremer is nog steeds buiten bewustzijn. Ze ligt in kamer 414. Jullie kunnen naar haar toe."

Liselotte, Evert en Bram zijn weg nog voor de zin in geeindigd.

Carla knikt de dokter toe. "Dankuwel dokter.."

"Van Dam." glimlacht de dokter.

Carla lacht terug. "Dokter van Dam." Dan volgt ze haar team richting kamer 414. Ze legt haar hand op de klink en kijkt even door het raampje naar binnen. Liselotte heeft de plek naast het bed opgeeist en houdt Fenna's hand in de hare. Evert buigt zich voorover en geeft de blonde een kus op haar wang.

Ze haalt diep adem en loopt de kamer in. Bram staat als verdoofd aan de voet van het bed en kijkt Fenna aan. "Ze ziet er zo klein uit." fluistert hij. Liselotte richt zich tot Fenna. "Hee Fen," fluistert ze zachtjes terwijl ze met een hand de blonde plukken die Fenna's gesloten ogen bedekken aan de kant strijkt. "Je moet wakker worden, oké? We zijn er allemaal, je bent niet meer alleen. Ik wil die mooie, grote bruine ogen van je zien. Evert heeft roze gips, dat moet je zien, Fen. Dat moet je echt zien."

Het is lang stil. Tot Evert de stilte verbreekt. "Ter mijn verdeding, Kremer, roze was het snelst klaar. Hoor je dat Fenna, ik loop speciaal voor jou voor gek. En voor het eerst kan ik niet wachten tot je me te kijk zet met een van die opmerkingen van je."

~~~~~~~~~~~
Nou zijn jullie wel blij met mij toch? Ze leeft nog 🎉
Fijn weekend lieve mensen ❤️

ZonneschijnWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu