Hoofdstuk 6

456 7 0
                                    

Het is alweer bijna tijd om op te staan.  Ik heb geen oog dicht gedaan.
Ik pak mijn telefoon en kijk of er nog berichten zijn binnen gekomen.
Helemaal niks.
Ik leg hem teleurgesteld terug.

Vandaag gaan we naar de dierentuin.
We gaan eerst naar beneden om te ontbijten. Eenmaal beneden in de eetzaal kijk ik naar de mensen die er al zitten.
Dik, dun, kort haar, lang haar, kaal, met bril, zonder bril, met een lange broek, met een rok, met een korte broek, met een haaienket....
Ik kijk geschrokken naar de jongen die ongeveer 5 tafeltjes van me verwijderd is.
Mijn ouders lopen al naar een tafel terwijl ik nog sta te staren.
Wat is er toch met die jongen? Waarom kijk ik zo naar hem? Ik schud de gedachtes van me af en besluit lekker te gaan eten.

Ik heb veelste veel gegeten. Mijn maag voelt alsof ie ieder moment kan exsploderen. Ik zeg tegen mijn ouders dat ik alvast naar de kamer ga. Ik pak de sleutel en vertrek. Ik pak de trap en moet 2 verdiepingen naar boven. Bij de eerste trap gaat het nog wel maar bij de tweede begint het me ineens te duizelen en val ik bijna om. Ik voel ineens 2 handen die me vast pakken.
"Gaat het?" ik ken die stem. Ik kijk verschrikt op maar ik sta zo wankel dat ik bijna weer omval. "Kom ga even zitten." hij zet me op een van de treden en ik hang met mijn hoofd naar beneden.
Zo blijf ik een paar minuten zitten tot dat de duizeligheid een beetje gezakt is. "Het gaat wel weer." zeg ik. Ik sta heel langzaam op en voel dat het nog niet helemaal weg is. "Kom hier." zegt de jongen. Ik voel dat ie mijn arm pakt en om zijn nek legt. Zijn hand op mijn heup. Ik krijg er een slecht gevoel over.
Hij neemt me mee de trap op naar de 3de verdieping. Dit is helemaal niet waar mijn kamer ligt! Ik probeer iets te zeggen. Me los te halen uit zijn greep maar ik kan niks meer ik ben zo versuft.
Eenmaal bij kamer 312 aangekomen pakt ie zijn sleutel uit zijn broekzak en opend de deur. Hij draagt me naar binnen. Ik probeer de kamer een beetje in me op te nemen en zie tot mijn grote schrik nog een jongen in de kamer zitten. Hij zit op het bed aan de andere kant van de kamer. "Wie is dit nou weer?" hoor ik de andere jongen zeggen. Ik wordt op een van de bedden neergelegd en voel dat er een deken over me heen word gelegd.
Het is veelste warm voor een deken maar ik heb geen kracht om hem van me af te gooien. "Dit is dat ene meisje waar ik je over had verteld." hoor ik de jongen tegen de andere jongen zeggen. "Moet dat echt NU?" zegt de andere jongen.

"Ja dat moet echt nu. Kijk naar hoe bleek ze is!" de jongen wijst naar me.

Ik voel mijn ogen steeds zwaarder worden. Niet doen! Schreeuw ik tegen mezelf. Maar ik ben zo moe ik kan er niet tegen vechten.

I'm only human Where stories live. Discover now