♔ 2

310 26 17
                                    

Half hinkelend - omdat ik over het afstapje voor mijn deur was gestruikeld - vervolg ik mijn weg naar het kasteel. Ik had deze weg al zo vaak gelopen, dat ik hem compleet uit mijn hoofd wist. Allereerst kwam ik aan bij het plaatselijke bakkerijtje van het dorp. Een heerlijke geur van vers gebakken brood en meel dring mijn neus binnen. Meteen had ik spijt dat ik het brood, wat ik van huis had meegenomen, in een keer naar binnen had gepropt en verlangde nu weer naar de luchtige smaak in mijn mond.

Het was vandaag een mooie en heldere dag. Hierdoor kon je vanuit heel het dorp het kasteel zien liggen. Camelot lag gunstig voor oorlogen. Aan vele kanten was het omringt met water, dat in de zomers uit de bergen smolt, en bossen, wat voor dekking zorgde. Uther had in de loop der jaren veel vijanden gemaakt en daardoor was deze ligging ook noodzakelijk om het volk te beschermen van de duistere magie die zich buiten het koningkrijk bevond. Enkele keren was er ook magie gebruikt binnen de muren van Camelot. Soms niet eens met slechte bedoelingen, maar toch werd ook hier hard tegen opgetreden. Uther maakte geen uitzonderding tussen de onschuldige beoefeningen van magie en het beoefen van de duistere, zwarte. Voor hem liepen alle kleine beetjes uiteindelijk uit op iets groots.

Wanneer ik langs de smid loop, doet Guinevere mij uit mijn gedachten opschrikken. Ze lacht  lief naar me en zwaait kort. Het zonlicht valt zachtjes op haar krullende haren, die ze opgestoken heeft in een rommelige knot.

'Hallo Gwen,' Ik glimlach naar haar

Deze afbeelding leeft onze inhoudsrichtlijnen niet na. Verwijder de afbeelding of upload een andere om verder te gaan met publiceren.

'Hallo Gwen,' Ik glimlach naar haar. Guinevere was iemand waar ik goed mee kon opschieten. Ik raakte meestal eerder bevriend met jongens dan met meisjes. Gewoon, simpelweg omdat jongens meer van de dingen hielden waar ik ook van hield, maar bij Guinevere was het anders geweest. Ze was altijd zo lief. Zo oprecht. Als ik ergens mee zat, zag ze dat vrijwel meteen aan mij. Ze was een goede luisteraar en het soort persoon dat je mist, alleen omdat je haar altijd ziet lachen. 

'Onderweg naar je werk?'

Ik knik. Guinevere werkte ook als dienstmeisje aan het hof. Ze was het dienstmeisje van Morgana Pendragon, wat een net belangrijkere positie was dan ik had. Ik werkte niet voor een specifiek iemand. Misschien voor Uther, omdat hij uiteindelijk degene was die mij vertelde wat ik moest doen.

'Kun je deze aan Arthur geven?' Ik trek een wenkbrouw op. In haar handen heeft ze een bos blauwe bloementjes. Wanneer Guinevere mijn reactie opmerkt lacht ze ongemakkelijk.

'Ze zijn niet van mij, ik moet ze sturen van Lady Morgana. Ik bedoel ik zou Arthur nooit bloemen sturen. Ik val niet op mannen zoals hem, of wel, maar dan zou ik hem geen bloemen sturen.'

Ik glimlach breed. Het was wel weer duidelijk dat Gwen niet uit haar woorden kwam. Ze had dit vaker, maar alleen wanneer ze zenuwachtig was.

'Het is al goed Gwen,' antwoord ik lacherig. Guinevere kijkt ongemakkelijk naar haar schoenen. 'Ik zal ze voor je afgeven.' Ik pak de bloemen van haar aan en vervolg dan mijn weg.

Wanneer ik eenmaal door de poorten op het binnenplein van het kasteel ben aangekomen, loop ik rechtdoor langs de oude water put. Er gaan geruchten dat deze waterput vervloekt is, omdat Uther er weleens een gezicht in had gezien en hierdoor compleet was doorgedraaid, maar ik vroeg me weleens af, of hij dit niet al altijd was geweest. De waterput zag er, naast het mos wat erop groeide, redelijk normaal uit en vond het nergens op slaan dat sommige een angst voor de put hadden.

Wanneer ik het kasteel binnen ben gelopen sla ik meteen lings af de trap op. Ondanks ik nog niet vaak in Arthur's kamer was geweest, wist ik toch precies waar deze zich bevond. Plotseling vroeg ik mij af waarom ik dit wist, misschien omdat ik extra op Arthur's bewegingen lette, of omdat ik na mijn werk nog eens een extra keertje langs deze kamer liep?

Zachtjes klop ik op de deur. Wanneer er geen reactie komt, klop ik nog eens, maar nu ietsjes harder. Wanneer er nog steeds niks klinkt aan de andere kant van de deur, duw ik de deze voorzichtig open.

De kamer is mooi ingericht. In het midden van de kamer staat een groot bed met een rood bedovertrek, dat, tot mijn verbazing, al keurig opgemaakt is. Naast het bed staat een eikenhouten nachtkastje waarin structuurtjes zijn gekerft. In de hoek van de kamer staat een grote kast. In het midden van de kamer bevindt zich een lange eettafel waar wapenuitrusting op klaar is gelegt. Meteen loop ik naar de tafel toe. Ik neem niet eens de moeite om de deur achter mij te sluiten. Vol bewondering kijk ik naar de wapenuitrustig dat keurig ligt uitgestald. Alsof het zo kon worden na geschilderd voor een stilleven. Ik had mij altijd al geinteresseerd in wapens en wapenuitrusting, maar veel ervaring had ik er niet mee. Langzaam pak ik het zwaard, wat tegen de tafel aan staat op en blanceer hier behendig mee. Daarna houd ik hem tegen het licht in waardoor deze prachtig schitterd in de zon.

Wanneer ik plots de deur achter mij open hoor gaan, laat ik het zwaard verschrikt vallen waardoor deze hard op de stenen vloer kletterd. Ik draai mij met een ruk om. Een lange, slungelige jongen, met kort donker haar en heldere blauwe ogen komt de kamer binnen. Ik glimlach schaapachtig naar hem, maar de jongen lijkt mij niet op te merken. Hij loopt naar de tafel en pakt de wapenuitrusting lomp op. Daarna kijkt hij mij kort aan, alsof hij door me heen kijkt, en loopt daarna weer weg. Ik grinnik wanneer de jongen opnieuw de kamer komt ingelopen. Dit keer kijkt hij mij wel recht aan. Het lijkt alsof hij zich nu pas bewust word van de situatie.

'Wie ben jij?' Zijn stem klinkt heeft een zacht brits accent.

'Skylar,' ik steek enthousiast mijn hand uit. Maar trek hem meteen weer terug als ik merk dat ik de bloemen nog steeds vast heb. De jongen kijkt mij met een scheve glimlach aan.

'Deze zijn voor Arthur,' Ik gebaar naar de bloemen in mijn hand. 'Ze zijn van Guinevere.' Meteen corrigeer ik mijzelf. 'Ik bedoel Lady Morgana. Gwen moest ze afgeven, maar ze vroeg het mij te doen.' De jongen's ogen dwalen langzaam af naar de grond waar het zwaard nog steeds voor oud vuil op de grond ligt. Mijn gezicht betrekt. Zou Arthur hier boos om worden?

'Uh .. waar is Arthur eigenlijk?' Stamel ik terwijl ik het  zwaard onmerkbaar weg schuif.

'Hij staat voor je.' Glimlacht de jongen. Zijn tanden staan een beetje scheef, wat er bijzonder schattig uitziet. Langzaam trek ik een wenkbrouw omhoog. 'Wat? Zie ik er niet uit als een prins?' De jongen begint nog breder te lachen. Ik schud snel mijn hoofd. 'Nee, je ziet er meer uit als een bediende.'

'Dat hoor ik vaker,' antwoord de jongen nog steeds met dezelfde glimlach op zijn gezicht. 'Ik ben Merlin.' De jongen, die merlin blijkt te heten steekt zijn hand uit. Ik schud deze stevig. Daarna weergalmt er een harde stem vanuit de gang. 'Merlin!' De jongen kijkt geirriteerd achterom. 'Dat daarin tegen,' hij maakt een hoofdknikje naar de kant waar het geluid vandaan kwam. 'Dat is de enige echte Arthur.' Ik glimlach kort en raap daarna het zwaard op en geef deze aan Merlin. 'Je wilt hem niet horen wanneer hij echt boos is,' zegt merlin zo zacht dat ik het bijna niet versta. nog geen seconde later klinkt opnieuw de stem vanuit de gang. 'MERLIN!' Merlin bijt even op zijn onderlip. 'Zoals nu dus.' Antwoord hij grappend en loopt daarna onhandig de kamer uit. Ik zet de bloemen snel in een vaas en volg daarna zijn voorbeeld.

-

Deze afbeelding leeft onze inhoudsrichtlijnen niet na. Verwijder de afbeelding of upload een andere om verder te gaan met publiceren.

-

Woahh jullie stemmen, lezen en reageren massaal op dit boek! Ik vind het echt super dat het boek nu al zo in de smaak valt :)
 

      

Where The Boys Go II GESTOPTWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu