Kamp Westerbork

568 7 8
                                    

Na vier uur reizen wordt het rumoerig in de trein. Iedereen heeft dorst,  wil weer licht zien, wil bewegen, wil plassen, slapen en alle behoeften doen. Hasna weet niet hoe lang het nog duurt. Het duurt haar veel te lang. Zal ze weer met Fynn gaan praten? Vorige keer was dat best gezellig...

'Fynn?'

'Pfff. Ja? Wat nu weer. Ik moet grote boodschap doen. En dat ga ik níét in die eh...nou ja...poep-en pisbak doen!'

'Weet je eens hoe het voelt. Zijn we er bijna?'

'Vast wel, maar Hasna, weet je...'

 Fynn  kan zijn zin niet afmaken, want ineens klinkt er: SKRIEEEEEEE! Ineens is het stil in de trein. Ze horen iemand roepen: 'Daar zijn we dan: kamp Westerbork.' Kamp Westerbork? denkt Hasna. Vast het eerste kamp. Fynn kreunt. 'Ik weet niet of ik nu blij of verdrietig moet zijn." roept hij hard. Iedereen stapt uit. Hasna en Fynn als laatste. Hasna kijkt rond en vraagt: 'Waar is mam? En pap? En Mirte, Kay?' Fynn ziet ze meteen staan. Hij wijst. En inderdaad- daar is hun gezin. De chauffeur stapt ook uit en schreeuwt: 'Dag gevangenen! Ik zal jullie naar jullie barak brengen.' Zonder om te kijken of de mensen hem wel volgen, loopt hij richting een rij schuren, grote schuren. De mensen volgen hem. Hasna fluistert tegen Fynn: 'Die dombo kijkt niet eens achteruit. Waarom lopen we mee? We kunnen gewoon vluchten nu!' Fynn lacht. 'Ja. Dan komt hij in zijn eentje aan bij die barak en dan merkt hij pas dat we weg zijn.' Maar toch loopt Fynn stevig mee. Hasna ook maar. Het is een eindje lopen. Dan komen ze aan. De chauffeur leidt ze rond in de barak. Hasna wist van tevoren niet wat een barak was, maar nu ziet ze het: Een grote schuur - ongeveer de grootte van een koeienstal van nu. Er staan honderden stapelbedden. En er is weinig ruimte voor één mens. En daar zal ze het een paar weken door moeten brengen.


Okeeyyy uhmm verwacht niet teveel van dit verhaal verder, ik heb het geschreven toen ik 10 was...

OorlogWhere stories live. Discover now