What Am I? (Teen Wolf S2) voltooid

Ik ben niet je...

Ik volg de geur van Stiles en op een gegeven moment zie ik ambulances en politie auto's staan. Snel genoeg zie ik Stiles met z'n vader zitten en ren er naartoe. "Is alles Oke?"vraag ik. "Sophie? Wat doe jij hier?"vraagt sheriff. "Ik ben wat aan het rennen"lieg ik. "Mag ik nou alsjeblieft gaan?"vraagt Stiles aan z'n vader. "Tuurlijk, maar zonder je jeep"zegt sheriff en staat op. "Sorry jongen, het is bewijs"zegt Sheriff. "Ik zie je thuis"zegt hij nog en gaat weg. "Zorg er tenminste voor dat ze 'm wassen"zegt Stiles. Ik ga zuchtend naast Stiles zitten. "Hoe wist je dat er iets aan de hand was?"vraagt hij aan me. "Ik weet het niet, er was een erge piep in m'n oren en ik hoorde je naam"zeg ik en we kijken elkaar aan. "Maar het heeft niet veel zin gehad, ik ben telaat. Ik had die jongen kunnen helpen"zeg ik. "Ach ja, het gebeurt wel eens"zegt Stiles en kijkt me nog steeds aan. "Ik ga maar weer"zeg ik en sta op. Stiles kijkt alsof hij een kans heeft gemist. "Doei"zeg ik en hij zwaait zachtjes.

Al snel ben ik thuis en maak de deur achter me dicht. "Wie is daar?"vraagt m'n moeder op een rare manier. "Ik ben het"zeg ik. "Owh"zegt ze en lacht alsof ze dronken is. Ik loop naar de woonkamer en zie haar met een glas wijn in haar handen zitten. "Sinds wanneer heb jij bruinen haren?"vraagt ze. "Sinds mijn geboorte"zeg ik en neem de glas uit haar handen. "Geef dat terug!"zegt ze en wilt 'm pakken maar valt op de grond. "Alles Oke?"vraag ik en draag haar weer op de bank. "Wat is er met je aan de hand? Waarom drink je opeens?"vraag ik en ga naast haar zitten. "Geen idee.. Maar wat ik.. Wel weet is dat ik niet je biologische moeder ben"zegt ze en valt op haar zij. "Maak je een grapje?"vraag ik. "Nope"zegt ze met een poppende P. "Kom op, ik breng je naar je bed"zeg ik en leg haar arm over mijn schouder en neem haar mee. Niet veel later lig ik ook in bed, met steeds het zelfde zinnetje wat in m'n hoofd spookt. 'Ik ben niet je biologische moeder' Zo lig ik bijna 20 minuten met open ogen voor me uit te staren. Ik heb geen zin om langer zo te blijven zitten dus ik ga buiten rennen. Al snel ben ik aangekomen op de plek van Derek.