Hoofdstuk 3

170 14 6
                                    

Het is merkwaardig, de mensen die in het midden meedogenloos op elkaar inhakken, die geen aandacht geven aan hun twee omstanders. De twee omstanders, wie net zo belangrijk zijn in de spelen als de mensen in het midden.

Een pijl suist piepend mijn kant op en mist me op een haar na, een teken voor mij om te rennen. Ik sprint in sneltreinvaart richting mijn broer en geef hem een ruk aan zijn arm, waardoor hij volgt. Het geweldige aan mijn broer: Hij rent gewoon, zonder vragen. Nu valt er in deze situatie niet veel te vragen.

De bebossing nadert. Zorgend Jason niet achter mij te verliezen, trek ik een sprintje. We schieten door een rij struiken, waar we in de dichte bebossing verdwijnen. Desondanks stoppen Jason noch ik niet met rennen. We blijven dik tien minuten rennen, tot we op een open plek belanden. Beiden stoppen we met rennen. Zowel Jason als ik zijn buiten adem. Ik laat mijn blik over de open plek glijden en kijk dan naar Jason.

"Ze mogen het niet weten," Breng ik buiten adem uit. "Wat niet?"

"Hét. Wij."

Hij lijkt te schrikken. "Nee Bonnie, dat doe je niet." Ik loop op hem af en kijk omhoog in zijn lichtbruine ogen. "Ik wil jou niet als laatste af moeten slachten, broertje." Jason knikt. "Als je het overleeft."

"Als ik het overleef." Jason pakt mijn hand. "Maar dat doe je!" Ik zucht en leg mijn hand op de zijne. "Veel geluk." Ik geef hem een kus op zijn voorhoofd en vervolg mijn eigen weg, Jason beduusd en verloren achterlatend.

Twee minuten heb ik gerend. Twee minuten, en ik heb nu al spijt. Ik blijf even staan en kijk achterom. Is het wel verstandig? Alleen ben ik nog minder partij voor de rest, ik heb geen wapens en vier ogen zien meer dan twee. Maar ik kan het Jason niet aandoen, mij te zien sterven of andersom. Het is voor het beste.

Vastberaden draai ik me weer om en begin ik weer te rennen. Na nauwelijks vijf minuten rennen trekt een glimmend ding in de struiken mijn aandacht. Het straalt een gouden licht af. Ik stop opnieuw met rennen en kijk naar de struik met het kleine puntje gouden licht. Het lijkt ook een soort hoge, zingende toon te produceren. Iets in mij zegt er niet naartoe te gaan, maar mijn nieuwsgierigheid wint het van mijn gezonde verstand en ik loop er langzaam op af.

Dichtbij genoeg, zie ik dat de kleine, zwevende, gouden lichtbron een medallion is, met daaromheen gewikkeld, een briefje. Ik sluit mijn hand om het medallion. De hoge, zingende toon verdwijnt langzaam en het gouden licht vervaagt, tot ook dat verdwenen is. Op het medallion zit een knop. Ik laat de knop zoals hij is en wikkel het briefje van het kleine, ronde medallion.

Je zal ze wel gemist hebben ;) Die knop geeft ze je terug.
- R.H.

Ik frons. R.H? Mijn blik blijft hangen op de knop van het medallion en ik zet mijn vinger op het kleine, gouden dingetje. Nogmaals lees ik het briefje.

"Je zal ze wel gemist hebben."

Wat zal ik gemist hebben? Zonder verder na te denken druk ik op de knop. Het medallion verdwijnt en verandert in de twee dingen, die ik het meest van alles nodig had; Mijn eigen boog en pijlenkoker. Ik ga met mijn handen langs het feilloos gesneden hout, volg het vormwerk bij het handvat en voel de vertrouwde spankracht op het elastiek. Ik laat de boog zakken en trek een pijl uit mijn pijlenkoker, waarvan ik de kwaliteit grondig bekijk. Prachtig. R.H heeft er groot werk van gemaakt. Ik kijk naar de lucht. "Dankje."

Ik hoor gelach achter me en draai me vliegensvlug om. Furgil Harisson staat nonchalant tegen een boom geleund. "De staat hoort je niet," zegt hij. Een golf schaamte overspoelt me, maar tegelijkertijd neemt angst me over. Hij zet een stap mijn kant op. Uit een reflex schiet ik een stap naar achter en richt ik mijn boog. "Ho." Hij steekt verdedigend zijn handen op, al is de sarcasme in zijn beweging duidelijk te merken. "Ik zou het niet eens proberen." Ik laat mijn boog langzaam zakken, maar houd hem wel geladen.

"Chique dingetje," zegt hij, met een knikje op mijn boog. "Waar heb je die aan verdiend?"

"Gekregen," Antwoord ik bot. Ik mag hem niet, zijn arrogantie staat me niet aan en dat laat ik meer dan merken. "Je durft, zo'n toon aanslaan," de irritatie is in zijn stem duidelijk te horen. Hij doet nog een aantal stappen mijn kant uit, tot hij slechts een paar centimeter van me verwijderd is.

"Luister Lady blonde, het is dat je net zo'n lekker lichaam hebt, als ze in de staat hebben beschreven, anders ben je binnen een paar seconden net zo dood als de anderen." De volgende golf angst overspoelt me, maar met de arrogante blik, die ik vol in zijn donkere ogen werp, camoufleer ik dit. Furgil lacht. "Ik zou rennen, blondie."

Zonder verder wat te zeggen draai ik me van hem weg en loop ik een stuk van hem vandaan. Vlak bij de struiken draai ik me nog éen keer naar hem toe.

"Allemaal leuk en aardig hoor, kampioentje, maar met die arrogante attitude van je kom je niet ver." Het kwam er gewaagder uit dan ik bedoeld had. Furgil lacht en trekt éen wenkbrauw op. Ik draai me snel om, waardoor mijn haar over mijn schouder vliegt, en - in tegenstelling tot Furgils aanbeveling - wandel rustig de struiken door.

"Klootzak," Mompel ik. Ik had niet gedacht dat hij zo arrogant zou zijn. Eigenlijk had ik niet anders moeten verwachten, Furgil is een typische badboy. Ik been met grote stappen door het bos en probeer de aanvaring uit mijn hoofd te dringen. Hoe meer ik me op de omgeving concentreer, hoe beter de andere kant van het verhaal tot me doordringt en ik me realiseer, hoe diep ik nu in de shit zit. Ik stop met lopen.

Ik heb het goed voor elkaar. Koen Kampioen spaart me, vertelt me waarom - al waren de manier waarop en zijn reden wat arrogant - en ik gooi hem de meest gewaagde opmerking in het universum, in combinatie met de meest arrogante blik van het zonnestelsel als dank.

In het midden van de spelen.

Het had net zo goed mijn laatste opmerking kunnen zijn, betreffend Furgil. Wie zegt, als hij me de volgende keer tegen het lijf loopt, hij me niet meteen afmaakt? Ik zit diep in de shit en ja, dat realiseer ik me maar al te goed..

Just a Game.Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu