5. Een bewogen avond

Start bij het begin
                                    

'Laat het jullie smaken.'

Ik voelde mijn ogen alweer onwillekeurig in mijn oogkassen rollen, maar Yona bedankte hem met een goedhartig hoofdknikje en draaide zich dan weer om.

'Jouw type?' vroeg ze met een plagende grijns en wenkte even subtiel naar de barman met het witte hemd.

Ik lachte schamper en schudde hevig met mijn hoofd. 'Hij? Al was hij de laatste man op aarde, dan nog zou ik hem niet willen.'

'Hij is toch knap?'

'Dat wel, maar uiterlijk is niet alles. Hij is veel te arrogant, bah.' Om mijn woorden nog wat kracht bij te zetten, trok ik er een misnoegd grimas bij en legde mijn handen op mijn heupen.

'Als jij het zegt. Maar als je zo kieskeurig blijft, ga je nooit iemand vinden.'

'Drink jij gewoon je glas maar leeg.'

Bij wijze van voorbeeld, slurpte ik zelf wat op het kanariegele rietje in mijn glas en liet het sapje door mijn keel glijden.

De amberkleurige substantie had een zoet smaakje dat ik wel kon waarderen. De gedachte dat er niets natuurlijks aan was en ik enkel een mengsel van wat kunstmatige stofjes aan het drinken was, bleef echter altijd ergens in mijn achterhoofd rond sluimeren. Zuiver water was een kostbaar goed en bovendien erg zeldzaam geworden, dus moesten we er spaarzaam mee omgaan. Alleen rijke snobs konden af en toe natuurlijke drank in zich opnemen, maar zelfs voor hen was dit geen alledaagse gewoonte.

'Zorg er wel voor dat je er niet te veel van drinkt, Fem. Na vijf glazen ben je al helemaal weg. Geloof me: ik heb er ervaring mee,' adviseerde Yona, waarna een schalks lachje van haar lippen rolde.

Ik knikte kort. Ik was nog nooit dronken geweest, dus dat zou ik vanavond ook niet worden. Ik kende mijn grenzen wel.

'Laten we dansen!' riep Yona enthousiast in mijn oor, waarna ze aan de mouw van mijn donkerblauwe truitje trok om me mee naar de dansvloer te sleuren.

Ik verzette me echter standvastig. 'Ga jij maar hoor, ik kom straks wel.'

Yona kantelde haar hoofd een beetje, zodat ze me schuin aankeek. Ze keek me niet gelovend aan, maar aan de uitdrukking op haar gezicht merkte ik dat ze geen zin had om er nog tegen in te gaan. 'Goed dan. Maar komen hé! Het is niet de bedoeling dat je hier de hele avond tegen de muur gaat plakken.'

Ik mompelde wat onverstaanbaars en maakte een gebaar dat ze mocht gaan en ik mezelf wel kon redden.

Waarschijnlijk was dat ook wel hetgeen dat ik ging doen; de hele avond tegen de muur plakken, terwijl ik ondertussen wat ongemakkelijk van mijn drankje nipte en naar de uitbundige menigte om mij heen keek.

De muziek dreunde ondertussen onverminderd voort en ik had zoveel zin om mijn oren met mijn handen te bedekken, want ik vond het niet om aan te horen. Dat je zoiets zelfs nog muziek kon noemen. Onsamenhangende geluiden wisselden elkaar af en ik betwijfelde of er wel rekening werd gehouden met het maximum aantal decibels die mochten worden geproduceerd. Ik hoopte maar dat mijn oren er heelhuids uit zouden komen.

'Jij moet Femke zijn.'

Ik schrok op van de stem die naast mijn oor galmde, waarna ik mijn hoofd in een reflex naar de bron van het geluid keerde.

Naast me bemerkte ik een jongeman van ongeveer mijn leeftijd, leunend tegen dezelfde donkere muur waar ik tegen geplakt stond. Een lok van zijn donkere, warrige haren hing nonchalant over zijn voorhoofd en hij keek me met een grijns om zijn dunne lippen aan.

'Hoe ken je mijn naam?' vroeg ik schuchter en probeerde de brok in mijn keel weg te slikken. Meteen doken allerlei doemscenario's in mijn hoofd op en ik had er meteen spijt van dat ik niet met Yona was meegegaan.

MaanvluchtWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu