20. Sydney

1K 77 11
                                    

Ik hoop dat dit lukt. Het zou echt prachtig zijn als dit lukt. Niet alleen voor de opdracht, maar ook omdat ik dan sowieso goed kan acteren. Ik parkeer mijn fiets een straat verderop en ga te voet de straat in waar Dylan woon. Om geen argwaan te wekken, bel ik meteen bij het eerste huis aan.

Een oudere man met een dikke grijze snor doet open. Hij kijkt me vreemd aan over de rand van zijn bril heen. "Goedenavond."

"Goedenavond," glimlach ik op mijn liefst. "Heeft u misschien iets over voor de Nierstichting?" Ik rammel met de collectebus waar Johan al wat kleingeld in heeft gestopt.

"Ja hoor, meid. Dat heb ik wel. Even mijn portemonnee zoeken." Hij loopt iets verder terug het halletje in en pakt een portemonnee van een plank. Met een munt van een euro komt hij terug. Hij steekt het geld in de gleuf van de collectebus. "Zonder de Nierstichting was mijn vrouw er misschien ook niet meer geweest."

O. Een nierpatiënt. Daar had ik nog geen rekening mee gehouden. Even improviseren. "Nou, dan is het maar goed dat deze mooie stichting er is." Nee, dat klinkt te vrolijk. Er moet meer drama bij. Ik zet mijn gezicht een standje serieuzer. "Weet u, mijn zus is ook nierpatiënt. Daarom collecteer ik nu. Voor haar. Zodat de Nierstichting mensen zoals zij, en uw vrouw, kan helpen."

Vol medelijden kijkt de man me aan. "Zo'n jonge meid en dan al zo'n zorgen. Ik wens je veel succes nog met collecteren."

"Dankuwel meneer. Fijne avond nog." Tevreden loop ik het tuinpad af. Dit ging goed, ondanks een klein, onverwacht obstakel. Nu de rest van de straat nog.

Bij het volgende huis is niemand thuis (of ze willen niet open doen, dat kan ook nog). Bij het huis daarna vertelt een norse vrouw me dat ze niet geeft aan goede doelen. Nou, dat is ook lekker aardig. Daarna kom ik bij de buren van Dylan aan. Zenuwachtig trek ik aan mijn haar. Hij kan me nooit herkennen. Vanmiddag is mijn haar geverfd, waardoor ik nu een week door het leven zal gaan als brunette. Daarna wordt het weer gewoon mijn eigen kleur en kan ik weer voor Sydney spelen.

Nerveus druk ik op de bel. Die zenuwen zijn geen verkeerd teken. Integendeel zelfs. Meestal ben ik een paar minuten voor een optreden heel zenuwachtig en dan gaat het fantastisch. Ik glimlach dan ook vriendelijk naar het buurmeisje van Dylan als zij de deur open maakt. Ze is hooguit een jaar of acht en draagt en wit jurkje met rode vlinders erop. "Hallo daar. Is jouw vader of moeder ook thuis?"

Het meisje knikt en loopt naar de deur die naar de woonkamer moet leiden. "Papa?"

Ik grijp mijn kans om even naar binnen te gluren. Als het huis van Dylan er hetzelfde uitziet dan hebben ze eerst een halletje met een aantal deuren en daarachter een woonkamer. De trap zie ik niet, maar die zal wel ergens anders zitten.

Een man die iets jonger moet zijn dan mijn eigen vader verschijnt in het halletje. Hij kijkt me vragend aan. "Waar is het voor?"

"De Nierstichting."

"Oh, oké." Hij graat in zijn portemonnee en stopt vijf cent in de collectebus. Nou ja, alle beetjes helpen zullen we maar zeggen. Dit is toch niet mijn echte werk. Of doen collectanten dit vrijwillig? Dat weet ik niet eens.

"Bedankt meneer. Fijne avond nog," zeg ik met weer mijn liefste glimlach op mijn gezicht. Ik draai me om en hoor de deur dichtgaan terwijl ik het tuinpad af loop. Ik neem de collectebus over met mijn linkerhand. Mijn rechterhand verdwijnt in de zak van mijn veel te grote jas van de Nierstichting. Mijn vingers omklemmen de zender die erin zit. Nu is het een kwestie van plaatsen.

Terwijl ik het tuinpad op loop, scannen mijn ogen de gevel af naar een geschikte plek. De zender binnen proberen te verstoppen zou waarschijnlijk teveel argwaan oproepen, dus moeten we genoegen nemen met buiten. Natuurlijk heb ik de afgelopen vierentwintig uur al zo'n honderd miljoen keer naar mijn foto van het huis gekeken. Nu is het de vraag of de verstopplekken die ik in gedachten had ook echt geschikt zijn.

Die plant die zo'n beetje de hele muur naast de voordeur bedekt, daar kan ik inderdaad wel wat mee. Ik steek de zender gewoon tussen de bladeren. Als er hier echt zo weinig aan het onderhoud wordt gedaan dan zullen ze er nooit achter komen. Bovendien is die zender echt minuscuul en valt het dus niet echt op.

Ik haal diep adem en bel aan. Dit is het moment van de waarheid. Hier kan ik mijn acteertalent bewijzen. De deur gaat open en ik sta oog in oog met Dylan zelf. Ik had me al voorbereid op zijn vader, maar dit is ook goed. "Goedenavond, heb jij misschien wat over voor de Nierstichting?"

"Nee." Hij wil de deur dicht smijten, dat was te verwachten. Gelukkig had ik daar al rekening mee gehouden.

Plotseling hoestend laat ik me tegen de deur aan vallen, zodat die weer een stukje verder open gaat. Ik doe mijn best om overtuigend over te komen. "Sorry," breng ik tussen twee hoesten uit. "Astma-aanval. Dat heb ik soms gewoon ineens. Heb je misschien een glaasje water voor me? Meestal helpt dat."

Wantrouwend kijkt hij me aan, maar als ik nog een paar keer hoest en rood aan begin te lopen krijgt hij volgens mij toch wel medelijden. "Oké. Wacht even, ik ben zo terug."

Niks wachten. Zodra hij weg is, trek ik de zender uit mijn zak en maak die aan een tak van de plant vast. Ik laat er een controlerende blik overheen glijden, maar zo van de buitenkant is er niks te zien. Perfect. Gauw zet ik het weer op een hoesten, iets minder heftig dit keer om te doen alsof mijn astma-aanval bijna voorbij is.

Dylan komt de gang weer in met een glas water, dat hij aan mij geeft. "Gaat het weer een beetje?"

"Ja hoor, dank je." Ongeduldig neem ik een paar slokken. Dan geef ik het glas aan hem terug. "Heb je echt niks over voor de Nierstichting?"

"Nee, dat wil mijn vader niet. Je kunt beter gaan."

"Oké." Ik hoest nog een laatste keer. Dan draai ik me om en loop ik het tuinpad af. Deze missie is in ieder geval geslaagd. Nu nog hopen dat we een signaal oppikken.

-

De rest van de huizen sla ik over. Als iemand het al verdacht vindt dan heb ik in ieder geval een astma-aanval als excuus. Ik haal mijn fiets op en rij rechtstreeks door naar de geheime dienst.

Met weinig geduld wacht ik tot Johan klaar is met een bespreking met iemand anders. Dan loop ik enthousiast zijn kantoor binnen. "Missie geslaagd." Met een klap zet ik de collectebus op het bureau.

"Mooi zo. Hoe ging het? Heb je veel moeten improviseren?"

"Best wel, ja." Ik vertel hem eerst het verhaal over mijn zogenaamde zus die nierpatiënt is en dan over mijn niet-bestaande astma. "Het was een mooie oefening voor mijn creatieve geest."

"Fijn. Dan is het nu wachten tot we iets opvangen. Ik zal ervoor zorgen dat het signaal naar jullie kelder wordt gestuurd."

"Dan ga ik maar eens snel daarheen om te kijken wat we opvangen." Ik trek de oversized jas met het logo van de Nierstichting uit en leg die over mijn arm. Deze mag terug naar het kledingdepartement. "En als ik nog ooit iets voor de stichting kan doen dan hoor ik het wel." Met een grijns loop ik het kantoor uit.

-

Thuis tref ik pap in de woonkamer voor de televisie aan. Hij bekijkt me hoofdschuddend.

"Ik moet er nog wel aan wennen, hoor, om jou met bruin haar te zien. Je lijkt sprekend op je moeder zo."

"Dan heb ik dat tenminste ook eens een keer meegemaakt." Normaal gesproken hoor ik juist altijd dat ik op mijn vader lijk. Connor is degene die op mam lijkt, ook al heeft zij krullen en mam niet. Waar die vandaan komen dat weet ik ook niet. Had pap als tiener soms een lang krulkapsel dat nu is overgegaan in iets korts en steils?

Ik loop door naar de kelder, waar ik me in de inmiddels vertrouwde stoel van zwart leer laat zakken. Ik weet nog goed de eerste keer dat ik hier kwam. Toen vond ik het eruit zien als hoe ik me een ruimtevaartstation voorstelde en eigenlijk is dat nog steeds zo. Alleen zou ik niet weten wat ik in een ruimtevaartstation moet en hier voel ik me prima thuis.

De computer voor me komt tot leven als ik met de muis beweeg. Ik ga naar het programma waarin we alle afluisterapparatuur beheren, maar zo te zien heeft de geheime dienst het signaal nog niet doorgeschakeld naar deze computer. Jammer, maar ik wacht wel. De rest van de avond als het moet. Deze opdracht wordt het pronkstuk van mijn officieel te vroeg begonnen carrière.

(Sisters in crime 2) SpionnenSpelenWhere stories live. Discover now