Ik ren boos weg. Weg van Vincent en deze verschrikkelijke school. Ik haat alles. Het huis. De school. Mijn vader en broer. De... Hoe omschrijf ik de 'mensen' en tekens? Ik ga weg hier. Zo ver als mijn voeten mij willen dragen. Met mijn hand wrijf ik de tranen uit mijn gezicht. Tranen om alles.
"Hé! Arwen! Wacht!" Het is de stem van de blueszanger.
Mijn benen weigeren verdere dienst.
Ik draai mij om en kijk in zijn ogen. Donkereblauwe ogen. Als twee twinkelende safieren. Ogen zo mooi en donker als een oceaan in de nacht.
Ogen om in verloren te raken.
"Wat." Zei ik kil
Hij glimlacht naar mij. Het was zo'n scheve glimlach waar bijna ieder meisje van smelt.
"Ik ben Collin. Fijn dat je het vraagt." Zegt hij droog, in zijn ogen verscheen een twinkeling.
"Je weet mijn naam al. Blijkbaar." Was mijn droge reactie, waarom gaat hij niet weg?!
Glimlach verandert in grijns.
"Wil je iets te drinken, of een ijsje?" Vroeg hij, glimlach verdween.
"Slechte poging om mij mee uit te vragen?" Ik denk niet dat ik hem mag.
"Geen poging Arwen." Zijn ogen lijken donkerder te worden,
Ik zucht.
"Goed dan. Veel keus heb ik niet, of wel?" Mopper ik.
"Nee. Tien punten." In een klap is hij weer vrolijk.
Collin legt een arm om mijn middel. Ik sidder.
"Wat is er?" Vraagt hij verbaasd
Collin kijkt mij vragend aan. Nog steeds die grijns.
"Niks." Zeg ik fronsend, ik durf te zweren dat er iets is.
En dan gebeurt het. De eerste keer van vele. De letters branden en zenden een schok door mijn lichaam.
Een schok die zo plotseling en pijnlijk is dat ik op de grond val.
Op de koude straatstenen.
Recht onder de ogen van Collin.
"Arwen..." Zie ik iets van bezorgdheid?
Nope.
"Raak. Me. Niet. Aan." Sis ik.
Ik sta op. Loop een paar stappen. En val weer met mijn snoet op de straat.
"Arwen, laat me je helpen." Hij loopt achter me aan, met zijn hand ietsje omhoog, alsof hij zich wou verdedigen.
De tekens lijken een vaag licht af te geven als ik omhoog kom,
"Wil jij ooit nog lopen?"
Collin knikt.
Plotseling staat hij voor me.
pakt me op.
Ik probeer me uit alle macht los te wurmen. Iets wat helemaal niks uitmaakt.
Daar lig ik dan.
Geen enig verzet dat ik kan leveren.
"Kom kom, ik bijt niet hoor." Zegt Collin, hij lijkt het allemaal wel grappig te vinden.
Ik stomp met mijn elleboog hard in zijn ribben.
Hij reageert niet, krimpt niet eens in elkaar.
"Waarom geloof ik dat niet?" Grom ik terwijl ik mijn armen over elkaar sla.
Collin doet alsof hij doof is.
"Kom, je moet even staan." Zegt hij na een poosje, hij zet me voorzichtig op de grond. Laat zijn arm om mijn middel liggen.
Ik blijf stokstijf staan.
Hij haalt een sleutel uit zijn zak en opent de deur van het huis waar we op dat moment voorstaan.
Een klein uitziend wit huis, grote ramen, mooie uitstraling.
Hij tilt mij weer op en ik stribbel hevig tegen.
Hij reageert niet.
loopt met mij naar binnen.
En mijn mond zakt ietsje open, het was ruim, met een hoog plafond en mooie meubels. Hij legt mij voorzichtig op de bank,brengt me een glas water.
Daarna vraagt hij die ene vraag.
De bevestiging.
Ik ben niet de enige.
"Wat betekenen die letters?"
Het glas op tafel spat uit elkaar.
En ik staar naar mijn handen die langzaam rood kleuren.

You've reached the end of published parts.

⏰ Last updated: Aug 05, 2015 ⏰

Add this story to your Library to get notified about new parts!

SentencedWhere stories live. Discover now