3.

13 3 1
                                    

Ik staar naar de regendruppels die tegen mijn raam spatten. Liggend op mijn gloednieuwe hemelbed. Begraven in mijn kussens. Elke keer hoop ik weer dat ik wakker wordt in Engeland. In mijn oude huis, mijn oude buurt.
Alleen dat gebeurt niet. Ik word alleen maar wakker in Amerika. Met stomme mensen. En stomme huizen. En stomme buurten.
Mijn. Leven. Is. Verpest.
Pap wou zo snel mogelijk weg na die brand. Alsof hij kan vluchten voor de dood van mama...
Ik weet wel beter.
De letters branden nog steed op mijn lijf. op sommige momenten harder dan anders. Meestal gevolgd door een vreemde verschijning.
Het houd niet op met regenen en ik sta op om mijn raam dicht te doen. Als ik ook nog moet gaan dwijlen wordt ik helemaal...
Ik kan het goede woord niet vinden. De bliksem slaat in in het bos en de boom vliegt in de brand. De letters beginnen pijnlijk te gloeien.

Nee hè?

Achter mij hoor ik het stampen van zware laarzen.
Ik draai mijn hoofd en zie een man. Gewoon een man.
Wacht. Wat? Hoezo een man in mijn kamer? Ik draai mij om en zie de akelige grijns. Een bebloed mes komt op me af.
Het volgende moment lig ik weer op mijn bed.
Het raam staat nog open.
-
Hoe vinden jullie?

SentencedDonde viven las historias. Descúbrelo ahora