Badend in het zweet schiet ik overeind in het bed, iets drukt op mijn longen en zorgt ervoor dat ik moezaam adem.

Een.

Twee.

Drie seconden gaan voorbij tot ik weer een beetje bijgekomen ben.

Zuchtend laat ik mijn blik door de karakterloze kamer gaan, de witte muren zonder foto's of posters voelden vreemd aan, alsof ik ze voor de eerste keer zie.

Voorzichtig stap ik uit het bed en rilde toen de warmte van mijn bed plaats maakte voor de ijzige kou die in de kamer heerste.

Mijn voeten vinden hun weg naar de badkamer en ik staar in de spiegel. in de twee hazelnootbruine ogen die dwars door me heen leken te kijken.
ik laat mijn blik over mijn hals gaan, alles normaal, mijn bleke huid leek een vaal licht af te geven door het zwakke maanlicht dat door het kleine raampje schijnt.
en toen begon het, op mijn sleutelbeen.

Verwoed draaien mijn handen aan de kraan die niet open wil. Het brand! Kleine vlammen dansen in sierlijk handschrift over mijn lichaam. Twee woorden achterlatend.

Mortem.

mijn adem stokt als ik mijn blik over mijn arm laat gaan,

Ignis.

losse woorden, woorden die voor iemand anders waarschijnlijk niks anders zou zijn dan een hoopje letters. Voor anderen zouden het tatoeages zijn, geen tekens die nooit meer zouden vervagen.

het waren er precies dertien. sommige kleiner dan de anderen, een op mijn sleutelbeen, twee op mijn linkerarm, drie op mijn rechter, een om elke enkel, een op mijn rechterheup, drie op mijn rug en een schuin op een van mijn borsten

Gewoon woorden. Niks aande hand. Het zijn maar simpele letters toch?

Het zijn ook maar gewóón letters.

Alleen die letters vormen woorden.

Woorden die mijn leven gaan bepalen.

Alleen dat weet ik zelf nog niet.

Vote, comment, share?

SentencedWhere stories live. Discover now