ik ben de enige die ze kan zien.

de tekens dan.
ik ben de enige die ze voelt branden, de enige die ze ziet gloeien.
de enige reden dat ik dat weet is omdat de dokters niks zeiden over rare tekens in de tijd dat ik in het ziekenhuis lag, of dat Vincent er nooit grappen over maakt, iets wat hij ongetwijfeld anders wel zou doen.
het zou mijn leven makkelijker moeten maken.
maar dat doet het niet, het is vreselijk om met niemand te kunnen praten over de dingen die ik allemaal meemaak.
ik sta zuchtend op uit mijn bed als het zonlicht door het raam begint te schijnen, ik heb vannacht bijna niet geslapen, en dat merkte ik.
mijn hoofd wil niet echt meewerkten als ik pogingen doe om mijn kleding aan te trekken, gewoon simpele kleding als altijd, zwart shirt en een zwarte skinny jeans met daaronder simpele sneakers. haren in een simpele staart en geen makeup op.

als ik een half uur later eindelijk aan de keukentafel zit bedenk ik me dat dit al de tweede schooldag is.
en dat ik de eerste massaal verkloot heb.
zuchtend kijk ik op mijn rooster, Spaans, Biologie en Gym.
Spaans was redelijk, Biologie is een hel, en Gym is leuk.

"he mislukte Elf kom je nog" hoor ik Vincent vanuit de gang roepen.
binnen no time zit ik naast hem in de auto.
we zeggen beide niks.
tot we op het schoolterrein kwamen.
"ik kan je vanmiddag niet terug naar huis rijden" begint Vincent "ik ga dingen bespreken over mijn studie dus ben ik later uit"
ik zucht.
"ken je de weg naar huis?" vraagt hij weer.
zonder antwoordt te geven stap ik de auto uit en sla de deur dicht.
de klootzak.
ik loop naar het Lesgebouw, waar meer en deel van alle lessen gegeven wordt. ik ben er bijna totdat mijn aandacht getrokken wordt door iemand.
hij zit op een van de picknicktafels, zijn lange benen stonden op het bankje waardoor de lengte ervan geaccentueerd werd. aangezien hij met zijn rug naar me toe zit kan ik zijn gezicht niet zien, al durfde ik te wedden dat die even perfect was als iedereen hun gezicht hier.
de tekens begonnen lichtjes te gloeien en ik loop snel door, me bewust van een starende blik in mijn rug.
de eerste twee lessen gaan moeizaam, ik kan me telkens niet concentreren op het onderwerp en ben daarom dingen in mijn schrift aan het tekenen.
iedere keer was ik blij dat de les voorbij was.
de pauze was een hel, aangezien ik geen vrienden heb bestaat mijn pauze vooral uit zitten op de grond en een boek lezen.
doodsaai dus.
ik ben net bezig met hoofdstuk 23 als de tekens weer beginnen te gloeien, niet op de pijnlijke manier, maar op een zachte bijna vriendelijke manier.
ik sla de bladzijde om en probeer het te negeren.
tot ik gelach hoor.
ik kijk op.
een groepje jongens stonden op 20 meter afstand, ze waren allemaal lang, redelijk knap en gespierd. maar daar keek ik niet naar.
ik kijk naar Vincent, die zo te zien net een goeie grap heeft verteld aangezien iedereen lachte, iedereen behalve eentje, die met zijn rug naar me toe stond.
volgens mij is het dezelfde jongen als vanochtend.
"ze is zo idioot dat ze geloofd dat ik haar vanmiddag niet naar huis kan brengen omdat ik iets moet regelen met een docent ofzo" Vincent lacht.
en ik vraag me af hoe ik dat vanaf hier kan horen.
de tekens begonnen nog heviger te gloeien en ik keek weer in het boek.
negeerde ze.
tot Vincent iets zegt waardoor ik echt pissig werd.
"volgens mijn vader zou hij liever hebben dat Arwen dood was gegaan in de brand"
dat was de druppel.
ik sta op.
loop naar Vincent toe.
ga voor hem staan.
hij kijkt me aan met een glimlach op zijn gezicht.
een glimlach die snel vervaagt als hij de blik in mijn ogen ziet.
"en ik dacht nog wel dat jij beter was dan de rest" sis ik.
Frans, een heerlijke taal omdat het heel makkelijk was als je het vloeiend kon spreken.
de blik in zijn ogen verandert. hij opent zijn mond om iets te zeggen maar ik ben hem voor.
"ja ik heb gehoord wat je zei, en ja ik ben pissig daarom" ik keek hem strak aan.
"ik bedoelde het niet zo dat weet jij ook" sist hij, in zijn ogen zag ik iets wat verdacht veel leek op angst.
"als jij dat wilt geloven, best" zeg ik kalm.
hij opent zijn mond weer.
"lafaard" sis ik.
ik draai me om en loop naar mijn spullen. halverwege word mijn arm vastgepakt en ik draai me om.
Vincent.
en hij is pissig.
hij houd mijn arm zo vast dat het pijn doet.
"jij praat niet zo tegen mij" zegt hij streng.
ik snuif "dan moet jij je niet gedragen als een baby", o god, mijn Engelse accent was weer mooi te horen.
de greep om mijn pols verstrakt "wat zeg je" sist hij.
ik slik, de blik in zijn ogen was doodeng.
niet slim Arwen, niet slim...
ik hoor voetstappen. en niet veel later een klikje.
Vincent verstrakt.
"als je je kleine zusje beledigd en dan ook nog boos wordt als ze er iets tegen doet ben je echt een lafaard" zei een stem achter Vincent.
de stem klonk prachtig, een mengeling tussen Grind en zijde, als dat van een blueszanger.
de greep om mijn pols verslapt en ik ruk me los. ren naar mijn spullen en zwaai mijn tas over mijn schouder.
ik haat hem, ik haat hem zo erg.

SentencedWhere stories live. Discover now