De volgende dag, laat in de avond zit ik in de auto, op weg naar het nieuwe huis, Pap is er al vaker geweest, Vincent was er al, dus alleen Milo en ik zitten op de bruinleren achterbank, ik met mijn oortjes in en Milo met zijn pluche Pandabeer Pilo op zijn schoot, jep, mijn broertje is heel orgineel wat betreft namen.

maar wat verwacht je van een kind dat net kan lopen?

mijn hoofd leunt tegen het raam en ik kijk naar buiten, zie de verandering van bos naar stad, van rust naar drukte.

mijn adem maakt wolkjes op het glas als ik uitadem en ik maak een patroontje met mijn vinger op het glas.
Bitch van Meredith Brooks klinkt in mijn oren en er vormt een vage glimlach om mijn mond toen ik me verloor in de tekst, zachtjes mee neuriënd, me geen zorgen makend om wat me te wachten stond.

ik word me pas bewust van het feit dat we er zijn als Pap opeens stilstaat en mijn deur opengaat. voorzichtig stap ik uit en bekijk het huis, het is niet klein, maar ook niet super groot, normaal zeg maar. met grote ramen en een gezellige uitstraling. op de veranda staan plantenbakken met verschillende soorten planten.

ik zucht en pak de koffer met mijn schamele bezittingen uit de kofferbak terwijl ik nadenk hoe ik hier zou moeten overleven.

zonder te reageren op mijn vader loop ik met mijn koffer het huis in, op de witte muren van de gang hangen foto's van mijn broers en mij.

niet van Mama. Pap heeft haar verbannen uit ons leven.

ik slik en zet mijn koffer goed neer, waarna ik naar de woonkamer loop, de woonkamer is wit, met kleurrijke meubels en schilderijen, de openhaard staat aan waardoor er een gezellige sfeer in de kamer heerst.

Vincent zit op de bank terwijl hij geconcentreerd naar de televisie staart. ik wend mijn blik af als ik zie hoe er iemand vermoord wordt.

mijn voeten vinden een weg naar de gang, naar de trap naar boven, waar ik pap aantref.

"dat is jouw kamer" zegt hij kil,

Hij wijst naar een simpele witte deur en ik loop naar binnen.

ik kijk niet rond, ik kijk helemaal niet. Er vált weinig te kijken.

ik sluit de deur achter me en zak in elkaar.

geluidloze tranen glijden over mijn wangen terwijl mijn lichaam schokt.

Waarom ik. Ik rol mijzelf op tot en bolletje en val op de grond in slaap. Een onrustige slaap geteisterd door de duistere dingen uit deze wereld.

ik word wakker met het gevoel alsof mijn lichaam terwijl ik sliep honderden jaren ouder is geworden.

oja.

ik had half verwacht dat het een droom zou zijn, dat we waren verhuisd. dat ik weer in mijn oude versleten bed lig en dat Pap zijn kamer niet uitkomt voor het ontbijt.

maar dat is niet zo.

in plaats van de vertrouwde witte muren van mijn oude kamer zie ik beigekleurige muren.

in plaats van mijn oude versleten bed zag ik een gloednieuw tweepersoons hemelbed.
er loopt een eenzame traan over mijn wang en ik veeg hem ruw weg.

een klopje op de deur maakt dat ik opsta en de deur open doe.

Vincent.

"kom je, we moeten over een uurtje naar school" zegt hij.

ik knik en kijk naar zijn rug als hij wegloopt.

Vincent lijkt het meest op Pap met zijn bruine haar en bruine ogen, ik leek op Mama en Milo leek op allebei.
tegen de tijd dat ik de keuken in liep was Vincent al volledig aangekleed en al bezig met zijn ontbijt.

ik pak een broodje en ga tegenover Vic zitten, ik voel zijn blik over me heen glijden het blijft stil.
en ik eet verder.

kijk toe hoe hij wegloopt.
tien minuten later zaten we in de auto, Vincents auto.
Vincent is achtien, en het voorbeeld van een perfecte tiener. hij haalt alleen maar hoge voldoendes, en alle docenten mogen hem. terwijl mijn gemiddelde een 6 is ende meeste docenten de pik op me hebben.

de school is groot.

al is dat nogal zwak uitgedrukt.

het bestaat uit vier gebouwen, die aan elkaar worden gevestigd door stenen paadjes die door het smaragdgroene gras liepen en uitkwamen bij een fontein, waar tieners zitten te genieten van het zonnetje dat net achter de wolken tevoorschijn komt.

Vincent parkeert soepel tussen twee duur uitziende sportauto's en stapt uit.
ik haal diep adem en volg na enkele seconden zijn voorbeeld.

ik voel me gelijk een buitenbeentje.

alles was perfect.
het gras is op precies dezelfde hoogte gemaaid, het gebouw is perfect symmetrisch, zelfs de leerlingen zijn allemaal prachtig en perfect, als elfjes of een ander niet bestaand wezen.
ik voel me lelijk.

als een gnoom tussen de ranke Elfen...

Vic liep met me mee naar de balie, die zich vlak naast de ingang van het hoofdgebouw bevond.

ik krijg mijn boeken, plattegrond en kluissleutel.

o jeetje.

dit word zwaar.

SentencedWhere stories live. Discover now