Slapeloosheid

126 10 2
                                    

Zuchtend draait ze zich nog eens om. Ze verdringt het verlangen om op de wekker te kijken. Ze voelt aan alles dat het laat is. Dat ze eigenlijk moeten slapen, maar hoe moe ze ook is, het lukt haar niet om de slaap te vatten. Gefrustreerd trapt ze de dekens van zich af, met een zachte plof komt het dekbed op de grond terecht.

Haar hoofd blijft maar malen. Ze denkt aan hem. 

Floris Wolfs. 

De man die twee deuren verderop ligt. Haar partner, werkpartner wel te verstaan, en vriend dat ook, én huisgenoot. Eigenlijk denkt ze niet eens zo zeer aan hem, maar meer aan zijn blauwe ogen en zijn brede schouders.

De kriebels in haar buik zijn aangenaam, maar zorgen er ook voor dat ze plotseling begint te blozen als hij naar haar knipoogt en dat ze knikkende knieën krijgt van de geur van zijn aftershave. 

Zou hij ook aan haar denken? 

Stiekem hoopt ze van wel. Dat zijn hart ook sneller gaat kloppen als hij haar ziet en dat alles opeens klunzig voelt als hij naast haar staat.

Ze schudt de gedachte van zich af, vermoedelijk ligt hij als een blok te slapen. Ze kent hem niet als iemand die door kopzorgen wakker wordt gehouden, laat staan door haar. Plots spitst ze haar oren.

Was dat..? 

Ze houdt haar adem in en wacht gespannen af.

Na een aantal tellen ademt ze teleurgesteld uit. Even dacht ze dat ze Wolfs op de gang hoorde, maar het was vast gewoon een krakende vloerplank ergens. Ze balt haar handen tot vuisten en dwingt zichzelf om haar ogen dicht te houden. Uit alle macht probeert ze aan niets te denken, maar telkens weer spookt hij door haar gedachten.

Na wat voelt als uren, laat ze haar ogen weer openvliegen en ramt op haar wekker. Geschrokken schieten de rode cijfers tevoorschijn, 03:09. 'Godsamme', vloekt ze zachtjes. Ze haat het als ze niet kan slapen en al helemaal als ze de volgende ochtend gewoon vroeg moet opstaan.

In een poging zichzelf uit te putten, stapt ze het bed uit en begint push-ups te doen. Als ze bij haar tweede rondje is, voelt ze haar buikspieren branden. Hijgend laat ze zich op de grond vallen, de koele houten planken tintelen tegen haar wang. Ze is niet meer kwaad, maar nog steeds wakker en nu ook dorstig én ze moet plassen.

Ze trekt zachtjes de deur van haar slaapkamer open. Niemand. Het is veilig genoeg om in enkel haar ondergoed de oversteek naar de badkamer te maken. Ze sprint naar de deur schuin tegenover haar slaapkamer en huivert als ze de ijskoude plavuizen voelt. Bibberend laat ze zich op het toilet zakken en leegt haar blaas.

Dat was één, nu haar dorst nog oplossen. Haar oog valt op de wasmand terwijl ze haar handen wast. Bovenop alle andere vuile was ligt een lichtblauw kledingstuk wat verdacht veel lijkt op het overhemd dat Wolfs vandaag aanhad. Nieuwsgierig trekt ze het kledingstuk uit de mand.

Inderdaad, het is zijn blouse. Ongemerkt verschijnt er een glimlach op haar gezicht en ze duwt haar neus in de stof. Het ruikt naar zijn aftershave, haar hartslag die al aan de hoge kant was na haar push-ups, verdubbelt. Ze trekt het overhemd aan, slaat haar armen om zichzelf heen en fantaseert hoe het zou zijn om in zijn armen te kruipen.

Ze weet zeker dat ze dan als een blok in slaap zou vallen, veilig tegen zijn warme borst, dicht tegen zijn hart. Terwijl hij lieve woordjes tegen haar fluistert en met zijn vinger figuurtjes maakt op haar blote huid.

Haar voeten die langzaam veranderen in ijsklompjes storen haar zwijmelende gedachten. Voorzichtig, om haar huisgenoot niet te wekken, sluipt ze de badkamer uit over de gang, ze houdt heel even in als ze zijn kamerdeur passeert. Ze moet de neiging onderdrukken om zachtjes op zijn deur te kloppen en bij hem in bed te kruipen.

Ze dwingt zichzelf om verder te lopen, de trap af, richting de kelder. In enkel haar ondergoed en een open overhemd loopt ze de donkere keuken in om een flesje water te pakken. De kou van de koelkast laat de donshaartjes op haar buik rechtovereind staan. Ze zet het flesje aan haar mond en begint gulzig te drinken.

'Ook nog wakker?', klinkt er plots. Ze zet geschrokken een stap achteruit en verslikt zich, proestend draait ze zich om. Er gaat een lichtje aan en Wolfs komt tevoorschijn, 'sorry ik wilde je niet laten schrikken'.

'Jezus, ik schrok me kapot', proest ze met haar hand op haar hart.

Geamuseerd kijkt Wolfs haar aan, 'sorry'.

'Wat vroeg je?', hoest Eva.

'Of je ook niet kan slapen?', Wolfs glimlacht, terwijl hij nonchalant tegen het aanrecht leunt en aan een biertje nipt.

'Oh ja ehm.. nee, ik lag ook nog wakker', mompelt ze blozend.

Ze voelt kippenvel over haar lichaam. Ze weet niet of het komt door het koele windje dat door de kelder blaast of doordat Wolfs zijn ogen gretig de kost geeft. Ze staat immers vrij bloot voor hem en heeft bij gebrek aan haar gebruikelijke simpele ondergoed een lingeriesetje aan. Eigen schuld dikke bult, had ze de was maar minder lang moeten uitstellen.

Als ze wist dat Wolfs ook hier beneden was, had ze iets meer aangetrokken. Huiverend trekt ze het overhemd, zijn overhemd, beschermend om zich heen en laat zich op een keukenstoel zakken. Hij zegt niets over het feit dat ze zijn kleding aanheeft, misschien is het hem niet eens opgevallen.

'Het zullen de zorgen wel zijn over de Maastrichtse moordenaars', bromt Wolfs.

'Huh', onnozel staart Eva hem aan.

'De zorgen, waardoor we wakker liggen', verduidelijkt hij.

'Oh', knikt Eva, 'ja, zou kunnen'.

Zwijgend drinken de twee rechercheurs van hun drankje. Na een tijdje zet Wolfs zijn lege bierflesje op het aanrecht en loopt richting de trap. Op de onderste treden draait hij zich om.

'Je weet toch wat ze zeggen. Dat als je niet kunt slapen, dat je dan wakker bent in iemand anders' dromen'. Met die woorden draait hij zich weer om en loopt de trap op.

Stomverbaasd kijkt Eva hem na. 

Wat is dit nou weer. Is dit een hint of..? Zou hij weten dat zij over hem droomde, is dit een subtiele aanwijzing? Maar zij is ook wakker, zou dat betekenen dat hij ook over haar droomde? Of bedoelde hij niks met die opmerking en was het gewoon één of andere filosofische uitspraak die hij ergens heeft gelezen?

Eva's hoofd raakt in de knoop. De uitspraak van Wolfs heeft meer verwarring gezaaid dan bevestiging geschept. Zuchtend staat ze op en loopt de trap op, met een nog onrustiger hoofd dan waarmee ze naar beneden kwam, vertrekt ze weer naar haar bed.

Gefrustreerd kruipt ze weer onder de dekens, ze ging naar beneden om haar hoofd leeg te maken, maar het tegenovergestelde is gebeurd. En dat komt allemaal door hem, hij ligt twee deuren verder vast alweer te snurken. Overdreven tevreden met zichzelf over het feit dat hij haar hoofd weer op hol heeft gebracht.

Haar vuisten ballen zich, hij is onuitstaanbaar die vent en tegelijkertijd weergaloos aantrekkelijk. Even twijfelt ze of ze hem terug zal pakken, door gewoon zijn kamer in te stappen bij hem in bed te kruipen en hem te zoenen, maar ze durft niet.

Knarsetandend draait ze zich om en duwt haar oortjes in haar oren. De muziek die haar trommelvliezen laat trillen, maakt het niet makkelijker om in slaap te vallen maar leidt haar gedachten in ieder geval af van Wolfs. Ongeduldig wacht ze tot de slaap haar eindelijk komt halen.

"Over & Uit"Where stories live. Discover now