XIII

260 3 2
                                    

Er klinkt een knal "Wat de fack" "Wat was dat?" Vraagt Koen vanaf de andere kant van t kantoor. "LOÏS! Ze is.. flauwgevallen.." Zeg ik. Ik besef zelf ook nog niet helemaal wat er gebeurt. "Fack" Wat moet ik doen? WAT MOET IK DOEN? Kommop denk na! Benen omhoog, iets met haar hersenen. "Mag ik een kussen?" Vraag ik "of twee?" Ik krijg al gauw kussens aangegeven en leg deze onder haar voeten. Er heerst gigantische chaos om me heen. Ik zit een soort trans. Ik sla er niets van op. Loïs moet wakker worden. Ze heeft niets gegeten. En waarschijnlijk ook niets gedronken. "Lo kommop" fluister ik haar in. "Ik zweer het. Het duurt nu echt te lang." Mn handen trillen en kan niets anders dan zitten en wachten. Ik zit hier pas 20 seconde, maar het voelt echt als 30 minuten. "Moet ik iets van een ambulance bellen?" Vraagt Julie, iemand van kantoor. "Uhh even afwa-" ze opent opeens haar ogen "ze is al wakker!"

Pov Loïs
"Ze is al wakker!" Wat. Ik probeer m'n omgeving waar te nemen. Ik lig op de grond. Ik probeer te gaan zitten. "Hey hey, effe blijven liggen" het is Matthy. "Wat is er" "Je bent net flauwgevallen Loïs" Oh. "Dus je moet effe blijven liggen, ik wil niet dat je weer flauwvalt" Hij zit naast me op de grond. "Het is oke" zegt hij "je bent veilig. Er gaat niets gebeuren" Ik knik. Hij lacht. "Hoe voel je je?"
"Beetje uh raar" "Ja?" "Ja wazig en misselijk." "Aw neejj.. had je dat net ook al?" "Ja" "ben je al eens eerder flauwgevallen?" "Nee" "En heb je iets gegeten vandaag" er valt een stilte. "Uh.. nee" "Wel gedronken?" "Nee" "Hoezo niet?" "Gewoon" "Kan iemand effe een glas water brengen en wat zoets?" Vraagt hij.

"Kan je rechtop zitten?" Vraagt hij. "Ik help je wel" Ik ga langzaam rechtop zitten. "Gaat dat zo?" "Niet echt" "Dan moet je weer effe gaan liggen denk ik, das beter. Je zweet, wil je je trui uit?" "Ja" "Handen omhoog" Hij trekt m'n trui uit. Ik heb gelukkig nog een hemd onder m'n trui. "Wil je anders op de bank zitten? Of liggen kan ook." "Ja"  Hij helpt me de bank op. Ik ga liggen op m'n zij met een kussen onder m'n hoofd. "Hier, water" Hij geeft me het glas aan. Mijn handen trillen nog dus het gaat niet heel soepel. Ik neem drie slokken en zet hem neer. "Ben je boos?" Vraag ik aan Matthy. "Boos, op wie?" "Op mij. Omdat.." "Nee ik ben niet boos. Ik had het gewoon niet verwacht, dat je, niet at." "Oh" "Hoelang heb je al niets op, eerlijk?" "Kheb gister nog noodles op" "verder niets gister?" "Ja" "Waarom?" "Ja.. ik weet het niet. Ik kan het gewoon.. niet" "Hoezo niet?" "Lukt gewoon niet. Ik kan mezelf er niet toe zetten. Ik raak totaal in de stress. Het is niet het eten en de calorieën, al geeft dat toch alle strijd. Het is het gevoel van onderdrukken." "Ik wil je niet dwingen, maar je moet echt iets eten. Is er iets waar je zin in hebt? Ik heb een napoleon voor je, je moet iets van suiker binnen krijgen. Wil je er een?" "Ja" Hij geeft me er een. Hij heeft er ook een. Ik maak de napoleon open en stop hem in mijn mond. Ik speel nerveus met het papiertje. Hij is wel lekker. Ik heb hier al zo lang zin in, maar.. ja. "Ik ga wat te eten voor je halen, oke?" vraagt hij "ja."

Ik heb wel honger. Zoveel honger. Maar ik ben misselijk. Zó misselijk. De napoleon is op. Ik heb hoofdpijn. Ik probeer het glas water te pakken van het bijzettafeltje. Mijn hand trilt nogsteeds. Ik durf niet recht op te gaan zitten. Ik drink het glas leeg. Zet het glas weer terug. Ik schaam me kapot trouwens. Ik lig hier op de bank, midden in het kantoor. Gelukkig kan ik hun niet zien, want ik kijk richting de muur. Ik hoor van alles maar ik sla vrij weinig op. Wat is hier ook allemaal gebeurt. Nu kan Matthy niets. En ik ook niet. Ik kan nu ook niet naar huis, want dat durf ik nu echt niet. "Ben ik weeer" matthy komt aanlopen met een bord in zijn handen "heeyy." "Ik heb in de aanbieding; tomaten cup a soup, een mueslireep en een rijstwafel" "Okee"

Hij zet het eten neer op de bijzettafel en gaat bij me op de bank zitten. "Kmoet effe gaan zitten denk ik" "Wil je het proberen?" "Ja, mag ik die kussens?" "Hier." Hij geeft me een paar kussens aan en helpt me op rechtop te gaan zitten. "Voel je je al beter?" "Nahh.. maar anders kan ik niets eten." "Ik denk dat eten ook helpt, wat wil je?" "Doe maar die soep, want anders wordt die koud." Hij geeft me de soep aan. "Je kan het. Deze tijden zijn moeilijk, maar het gaat ooit voorbij. Echt."

comfort. (MATTHY)Where stories live. Discover now