Piekerdepieker

15 2 0
                                    

Genre: column

Waarschuwingen: zware onderwerpen worden kort genoemd (familieproblemen, suïcidale gedachten)

*******************

Het is weer zover: studeren lukt niet en het oeverloze overdenken in combinatie met blindelings naar buiten staren begint. Een beproefde (en geduchte) methode.

Het zit namelijk zo: soms vertellen mensen me heftige dingen, écht heftige dingen, dingen van de categorie "ik weet niet of ik nog wel zou weten te lachen als ze mij waren overkomen". Op het moment zelf realiseer ik me niet hoe heftig de inhoud van het verhaal werkelijk is; de setting is er niet naar om lang over die inhoud na te denken. Er zijn anderen bij, en – zoals dat gaat in een gesprek met meerdere mensen – het onderwerp meandert al gauw ergens anders heen, weg van die écht heftige heftigheid. Het lijkt wel of niemand het er over wil hebben, of misschien is het wel dat niemand het erover durft te hebben.

Dus daar zit ik dan, starend naar buiten, achter een bureau bezaaid met onafgemaakt uniwerk. Ik realiseer me (te laat) hoe heftig de inhoud van dat verhaal echt was. Het had helemaal niet binnen vijf minuten alweer mogen gaan over de favoriete hobby van die ene vriend. Het had moeten blijven gaan over de geestelijke gesteldheid van die andere vriend, over de gezondheid van zijn moeder, over de angst voor zijn vader, over zijn wens om voor de trein te springen.

Zouden mensen soms te bang zijn om door te vragen? Na een opmerking als "ik heb geen contact meer met mijn ouders" valt een gespannen stilte, of misschien is "ongemakkelijk" een beter woord. "Jeetje," probeert iemand (om tijd te winnen. Ondertussen denkt de rest koortasachtig na.) Ik kan niet zeggen dat ik nooit bij die laatste groep hoor.

En dan kom ik onvermijdelijk bij de kern van ieder soort overdenken dat deze strekking heeft: het terugverlangen naar het moment waarop alles mis ging om het toch nog recht te kunnen breien. Ik zou precies de juiste vragen weten te stellen: wil je het erover hebben? Heb je het er liever niet over? Afleiding is natuurlijk ook belangrijk, heb ik als onderbouwing bij elkaar gepiekerd. Kan ik er later nog naar vragen? Zou je dat fijn vinden? Heb je het er liever met iemand anders over?

De meest voor de hand liggende vraag lukte op het moment zelf nog wel: Gaat het?

Ja, prima, klonk het.

Nee, denk ik nu met terugwerkende kracht, dat vroeg ik eigenlijk helemaal niet.

Hardop spreek ik tegen mijn overvolle bureau: "Ik bedoel: hoe gaat het écht met je?"

Gatendichter [korte verhalen en andere schrijfsels]Where stories live. Discover now