Container

28 5 5
                                    

Genre: absurdistisch

*******************

In de tuin van de buren staat een container. Het is een grote, rode container. Hij staat er al negen dagen en tweeëntwintig uur. Het is een lelijke container, een nutteloze container. Er gaat niks in, er gaat niks uit.

Er zit een slot op de container. Herman is al drie maal wezen kijken nadat de buren de afrit waren afgerold in hun melkwitte BMW – een elektrische, van het soort waar Herman er net een week een van op zijn eigen oprit had staan. Hij had getracht de deuren net ver genoeg te openen om door een kiertje naar binnen te kijken, maar het slot zat te strak.

De container is vies, vooral de onderste rand; die zit onder het zand waarvan een hele berg op de stoep ligt. Hermans hondje, een kleine dwergteckel die door zijn vrouw op vakantie altijd wordt rondgedragen in een babyroze handtasje, plast er iedere avond tegenaan, tegen die berg.

Er lopen ook werklui rond bij de buren, werklui die 's ochtends om een uur of acht komen aanmodderen en dan de hele dag af en aan lopen over het tuinpad met kruiwagens vol – ja, wat eigenlijk? Herman kan de inhoud van die kruiwagens net niet zien vanachter het vensterraam.

Hermans keuken is verleden jaar gerenoveerd, maar nadat de asociaal grote container in de tuin van de buren was verschenen, heeft hij meteen de aannemer gebeld – de duurste. Nu lopen werklui ook over zijn tuinpad de hele dag af en aan met kruiwagens. Hij groet de mannen vriendelijk als hij 's ochtends naar zijn melkwitte BMW loopt met zijn aktetas. Hij probeert een blik in de kruiwagens van de werklui van de buren te werpen vlak voor hij instapt.

Tussen acht en negen rijdt hij dan zijn rondje, eerst door de buurt, daarna de wijk en als laatste de drie straten aan de andere kant van de stad. Daar zijn ook mannen aan het werk. Maar in die wijk staat nergens een melkwitte BMW op de oprit, en er is al helemaal nergens een rode container te bekennen die het gras in de voortuin verplettert.

Herman eet stipt om twaalf uur een broodje ei. Het eitje moet vier minuten koken, en wordt dan de stuipen op het lijf gejaagd door zijn vrouw. Pellen heeft hij in geen jaren meer hoeven doen; de schil glijdt er steevast van schrik vanzelf af.

Ook bij de overburen zijn werklui begonnen, of eigenlijk: tuinmannen. De hele voortuin is eerst omgespit, tot er alleen nog een grote zanderige vlakte over bleef waar Hermans dwergteckel 's avonds altijd op poept. Nu staan zwetende tuinmannen dag in dag uit magnolia's te planten rondom een pas afgegraven vissenvijver.

De auto van de overburen is een rode Tesla waarvan de stekker 24/7 in het stopcontact steekt. Ze hebben geen zonnepanelen, want zonnepanelen zijn voor mensen die geld willen terugverdienen – die dat extra geld dat over tien jaar binnen zal komen stromen nodig hebben.

Hermans overburen hebben dat geld niet nodig. Herman ook niet. Zijn buren evenmin.

De rode container heeft precies zeventien dagen en vijf uur in de voortuin van zijn buren gestaan als er eindelijk een vrachtwagen met zwaaiende lichten het ding komt ophalen. Van binnen klinkt allerlei gerommel als de container langzaam achterop wordt getakeld. Ook de werkmannen bij de buren zijn niet lang daarna verdwenen. Herman is rap om ook zijn eigen werklui naar huis te sturen.

Bij de overburen zwemmen glanzende karpers in de nieuwe vissenvijver.
Zijn eitje om twaalf uur eet hij niet meer. Zijn vrouw is niet langer in staat het voor hem te koken.

Soms vraagt ze ernaar, of al dat gedoe nodig was.

Achterin Hermans huis is het een bouwval. Vanaf de straat is niet te zien in wat voor ravage zijn keuken is veranderd. Het fornuis ontbreekt, net zoals de koelkast. De werklui waren nog bezig met de kastjes toen Herman het wel weer welletjes vond geweest.

Er staat nu in zijn eigen voortuin een asociaal grote rode container met een slot erop. Erin liggen de restanten van zijn gerenoveerde keuken. Over zeventien dagen en vijf uur zal een grote vrachtwagen het gevaarte komen ophalen.

Herman wrijft in zijn handen.

Hij verheugt zich erop.


***

Dit was mijn allereerste poging ooit tot het schrijven van een absurdistisch verhaal. Geen idee of het een beetje gelukt is...

Gatendichter [korte verhalen en andere schrijfsels]Onde as histórias ganham vida. Descobre agora