14

0 0 0
                                    


Ik had mijn armen om Nico's middel geslagen terwijl we op een veel te snelle ezel naar Hades kasteel reden. Ik keek naar de brief in mijn hand. 'Sorry,' zei ik tegen niemand in het bijzonder. 'Wat is er?' vroeg Nico. 'Niks,' zei ik. 'Je zei: sorry. Dat betekend dat er iets mis is,' zei Nico. 'Het is mijn schuld dat we nu naar Hades gaan en zeer waarschijnlijk de dood tegemoet,' zuchtte ik. 'Eh Neeks?' vroegte ik er aan toen. 'Heilige onderbroeken van Hermes!' zei Nico. 'Wat?' lachte ik. 'Uitspraak van Leo,' mompelde Nico. Ik keek naar het kasteel die we nog net konden zien. 'We stonden net toch voor de poort?' vroeg ik. Nico knikte en spoorde de ezel nog eens aan. Ik wist zeker dat we er stonden, maar opnieuw verdween het paleis. Nico gaapte en trok woedend aan de teugels van de grote ezel. 'Ga maar slapen,' zei ik. 'Laat me niet van de ezel vallen,' zei Nico. 'Gebeurd niet,' zei ik terwijl ik de teugels overpakte. Nico leunde tegen me aan en viel in slaap. Twee keer achter elkaar stonden we voor de poort en verdween hij weer. De derde keer voelde ik zelfs het koude hout tegen mijn vingertopen. 'Heilige Apollo!!!' snauwde ik toen de poort oploste en ergens anders weer verscheen. 'Ga slapen,' zei iemand in mijn hoofd. Iemand anders dan mijn vader. 'Wie bent u?' vroeg ik. 'Ik kom je helpen. Ga maar slapen,'  zei de stem. Ergens in mijn hoofd rinkelde alarm bellen, maar die werden overstemd door de slaperige, zoete en ijzige stem. Ik voelde de ezel vaart minderen en de teugels uit mijn handen glijden. Nico's ademhaling en ritmisse hartslag maakte me nog slaperiger. Geeuwend legde ik mijn hoofd op Nico's hoofd en viel in slaap. 


Mijn hoofd bonkte alsof ik tegen de grond was geslagen, een keer of vijftien. Onder me lagen warme vachten. Ik opende me ogen en zag dat ik in een hemelbed lag op warme vachten. 'Waar ben ik?' vroeg ik aan twee vrouwelijke zombies die bij een raam zaten. 'Ze is wakker!' zei er een. 'Wie zijn jullie en waar is Nico!?' vroeg ik. 'De Italiaanse zoon van Hades is precies waar hij moet zijn, maak je geen zorgen schat,' zei de tweede zombie. Ik voelde me misselijk worden. 'Ga maar weer liggen,' zei de eerste zombie. Ik deed wat ze zei en keek naar de zwarte satijnen stof boven mijn hoofd. Opeens merkte ik op dat ik niet meer mijn eigen kleren droeg, in plaats van mijn korte broek en zwarte hoodie droeg ik nu een zwart satijnen badjas en een wit nachthemd. 'Waar zijn mijn kleren?' vroeg ik. 'Beneden, ze worden gewassen,' zei de eerste zombie. De deur sprong open en Nico kwam de kamer in. Ik sprong uit het bed en omhelsde hem. 'Geen jongens hier binnen!' snauwde de twee zombies. 'Rustig het is een vriend,' zei ik. 'Precies daarom,' zei de zombies in koor. 'We moeten hier weg Nico,' zei ik. Ik merkte op dat hij een blouse droeg. 'Wat heb jij aan?' zei ik. 'Ze stonden er op, je zou Percy moeten zien,' zei Nico. 'Percy? Is Percy hier?' vroeg ik. 'En Grover en Leo ze zijn allemaal beneden in de eet zaal,' zei Nico. 'Ik moet daar heen,' zei ik. 'Ga weg jongen, we sturen haar zo in gepaste kleren naar beneden,' zei de eerste zombie. De tweede zombie duwde Nico naar de deur. 'Tot zo!' riep ik nog voordat Nico buiten de deur werd gezet. Het duurde een half uur voordat de zombies blij waren met mijn outfit. In een strakke zwarte jurk liep ik naar beneden naar de jongens. Ik duwde een grote houten deur open en zag de andere. 'Winnie!' riep Leo. Ik vroeg me echt af hoe de zombies hem ooit een normale schone blouse aan hadden laten trekken. 'Je ziet er niet uit,' zei Leo. 'Moet jij zeggen?' zei ik pestend. Leo haalde zijn handen door mijn gekamde haren zodat het slordiger uit zag. Percy en Grover waren ook in nette kleren gestoken en liepen naar me toe om me te omhelzen. 'Wat moet dit allemaal betekenen?' vroeg Nico wijzend op de kleding. 'Ik weet het niet,' gaf ik toe. 'Ga zitten hij komt er zo aan,' zei een mannelijke zombie. 'O, de vrouw kan hier zitten,' zei hij toen hij mij zag staan. 'Nee ik blijf bij mijn vrienden,' zei ik. De zombie trok een raar gezicht. 'Nee,' zei hij streng. Nico pakte mijn hand en knikte naar me. 'Laat haar los!' sneerde de zombie. Hij wierp iets naar ons toe. Het deed mij pijn en liet een diepe snee achter op Nico's hand. Toen ik naar Nico toe wilde stappen om zijn snee te genezen keek Grover me streng aan. Leo liep naar Nico en keek naar de snee. 'Wat was dat?' vroeg ik. 'Anti knuffel bijtertjes, AKB uitvinding van koning Gluipos,' zei de zombie. 'Winnie dit is niet goed,' zei Leo. Hij hield Nico's hand vast die al heel snel een grauwe kleur kreeg. Ik negeerde de zombie en liep naar Nico. 'Niet doen Winnie,' zei Percy. Hij trok me terug en kreeg ook een AKB tegen zich aan. 'Daar is de koning! Ga snel zitten,' zei de Zombie. Ik ging aan de andere kant van de tafel zitten, weg van de jongens. Een grote man kwam binnen. Hij was duidelijk al jaren dood. 'Ik ben koning Gluipos,' zei hij. Leo fluisterde iets in Percy's oor en Percy lachte. Ik voelde me nog nooit zo alleen. 'Onder het eten praten we wel,' zei de koning en hij klapte in zijn handen. Schalen vol vlees doemde voor ons op. Ik zag Grover wit wegtrekken en ik voelde mezelf ook misselijk worden toen er geiten koppen op tafel verschenen. 'Eet wat mooie dame,' zei de koning. 'Nee bedankt uwe hoogheid,' zei ik terwijl ik probeerde niet naar de schalen vol vlees te kijken. 'Dus een moeilijke eter? Precies goed,' mompelde de koning. Nico keek me aan met ogen vol vragen. De koning keek ons om de beurt aan en leek een stuk bozer te worden. 'Finn!' schreeuwde de koning. Een jongen met  blond haar en een bovennatuurlijke huid keek me aan. 'Dit is Finn hij is mijn zoon en de zoon van Aphrodite,' zei de koning. De jonge knappe prins knipoogde naar me. Ik voelde meteen één en al haat naar deze jongen. 'Ik geef straks een bal en hoopte eigenlijk dat jullie er zouden zijn,' zei de koning. 'Ik dacht dat u het geen goed idee vond als jongens en meisjes met elkaar in contact komen?' zei Grover. 'Wekte ik dat idee? Oh sorry! Ik zoek alleen al heel lang naar iemand voor mijn zoon,' zei de koning. Ik zag Finn proberen om in de schaduwen te verdwijnen, maar dit mislukte door zijn opvallende roze met groene jas en witte huid. 'Misschien moet je hem zelf laten kiezen,' zeiden Leo en ik tegelijk. Ik keek naar Leo en even ontmoete onze ogen elkaar die allebei zeiden dat de ander verder moest met praten. 'Kiezen?' vroeg de koning en hij keek naar Finn. Leo stond op en liep naar mijn kant van de tafel. 'Want we laten Winnie niet hier,' zei hij. Nico stond ook op en trok me mee naar achter. 'Ga! Nee! Kop dicht! Als jij verdwijnt zal hij ons met rust laten,' zei hij toen ik probeerde te prosteren. Ik schudde mijn hoofd. Nico verstijfde. Ik zag dat hij pijn hadt. 'Ik kom terug Nico dat beloof ik,' zei ik. 'Zoek Sara ze kan ons helpen,' zei Nico. 'Hoe weet ik het wanner ik haar zie?' vroeg ik. 'Je komt er snel genoeg achter. Ze is een dochter van Apollo die hier bleef voor haar vriend. Ze heeft kort blond haar en een mythomagicg shirt aan,' zei Nico. 'Dan zijn jullie vast beste vrienden,' zei ik. 'We zijn vrienden, wat wel raar is omdat ze iets van honderd hoort te zijn maar twaalf is,' zei Nico. 'Ik ga hulp vragen aan een twaalf jarige? Ik ben veertien niet vier,' zei ik. Nico rolde met zijn ogen en trok me mee naar buiten. 'Ga en kom pas terug als je Sara gevonden hebt,' zei hij. Ik leunde naar voren en kuste hem op zijn neus. 'Ga,' zei Nico. Ik zag dat hij tranen in zijn ogen had toen hij me weg duwde. Zijn handen gleden van mijn heupen en hij draaide zich om om Leo, Percy en Grover te helpen. Ik liep weg van het gebouw en zag dat het: Hotel de Glamour, heten. Ik moest opzoek naar die Sara, maar wie was ze eigenlijk? 

Winnie Solace de duistere zonWhere stories live. Discover now