hoofdstuk 7

0 0 0
                                    

'De maan verdwijnt straks,' zuchtte Nico en hij wees naar de zon. 'Ik ben echt moe!' klaagde Leo. 'Winnie we moeten stopen!' hijgde Nico toen ik stug bleef door lopen. 'Nee!' snauwde ik. Leo greep mijn arm vast. 'We moeten ergens uit rusten!' zei hij. 'Waar?!' snauwde ik wijzend naar het hoge gras om ons heen 'Er is hier HELEMAAL! ECHT HELEMAAL NIKS!' Leo liet mijn arm los. 'We kunnen in het gras slapen!' bromde hij. 'IK BEN GEEN DIER!' snauwde ik terug. Leo begon nu ook te schreeuwen. 'GA DAN ZELF! WE PROBEREN JE ALLEEN TE HELPEN!' hij pakte mijn schouders beet en schudde me door elkaar. Ik gaf hem een stomp in zijn maag. 'AUW!' snoof Leo. Nico duwde ons uit elkaar en keek ons boos aan. 'Zo schieten we niet op!' riep hij boven ons uit. Leo knikte en liet zich verslagen op de grond zakken. 'Ik zei het je! Die jongen deugt niet,' bromde Apollo. Ik stak ongezien mijn middel vinger op naar de lucht en ging naast Leo zitten. 'Doe niet zo kleintje!' gniffelde Apollo. Ik rolde met mijn ogen. Apollo schraapte lachend zijn keel en probeerde serieus te worden. Ik negeerde hem en sloeg mijn armen om de jongens. 'En nu?' vroeg ik. Nico haalde zijn schouders op. 'Laten we even rusten en daarna kijken of we ergens iets van eten kunnen vinden,' zei hij. 



Leo gooide de bessen in de lucht. 'Niet eetbaar,' zuchtte ik. 'Net als die paddenstoel,' vervolgde ik wijzend op de paddenstoel van Nico. Nico zuchtte geërgerd. 'Er is hier echt niks eetbaar! En nergens prooi te zien!' riep Leo. 'Niet zo schreeuwen je jaagt elke muis tussen hier en die eik weg,' zei ik wijzend naar de eik verder weg. 'Ik jaag niets meer dan die wurm daar weg!' snauwde Leo. Hij wees naar een worm die snel de grond in kroop. 'Ik zou kunnen vragen aan mijn zus om hem in een een mol te veranderen,'  mompelde Apollo. Ik begon te lachen. 'alsof dat kan,' fluisterde ik zachtjes. Ik klopte wat gras van mijn wit met zwart gestipte broek en keek Leo aan. 'Daag je me uit?' vroeg Apollo. Ik knikte en lachte. Uit het niets stak er een zilveren pijl uit Leo's borst. 'Wat the f*k!' schreeuwde Leo. Hij begon te krimpen tot er een koper kleurige mol over was. 'Wat schattig!' lachte ik. Nico greep zich aan mij vast omdat hij bijna om viel van het lachen. Zijn lache veranderde in kreunen toen een zilveren pijl punt door zijn arm stak. Ik stapte weg van Nico. 'Wacht!' riep ik. 'Eh...Misschien weet Artemis dus nu weer dat jullie geen katten meer zijn,' Zuchtte Apollo verveeld. 'En misschien ook niet. Hoe dan ook slechte keuze van kleur. Zilver is zo niks echt jaren 60,'  mompelde hij half in zich zelf. Ik sloeg mijn ogen ten hemel beseffend dat we deze keer geen hulp van mijn vader konden verwachten. Nico veranderde in een zwarte wolf. Hij keek me wild aan met ogen die niet de zijne waren. Ik pakte Leo die aan een gras sprietje knabbelde van de grond en stopte hem in Nico's rugzak die op de grond stond. 'Nico ik ben het!' riep ik. Nico sprong op me af en drukte me op de grond. Ik keek om me heen op de grond lag een tak die zich leek te vervelen. Ik pakte de tak en sloeg hem op Nico's kop. Ik probeerde weg te kruipen maar Nico pakte mijn  enkel en beet er in. Ik liet de tas uit mijn handen glijden en op de grond vallen. Leo kroop er uit en begon een gat te graven. Nico liet me los en krabde mijn arm. Ik werd duizelig en huilde zachtjes van de pijn. Door de tranen zag ik iemand verschijnen. Apollo en Will stonden bij Leo's molshoopje en trok hem er uit. 


'Will?' vroeg ik bevend. Will zat naast me en streelde mijn haren. 'Wat! Wat doe jij hier!' riep ik. 'Apollo heeft me gehaald. Hij zei dat je me nodig had. Hij heeft me over de profetie verteld,' zei Will. Tranen vulde mijn ogen. Ik zag een jonge met bruine haren. 'Ik ben het,' fluisterde hij. 'Nu ik zekere ben dat je leeft moet ik gaan Winnie,' fluisterde hij. 'Wacht! Apollo!' zei ik toen hij verdween. 'Will! Waar is Nico,' vroeg ik daarna aan Will. Will wees naar Nico. Hij was geen wolf meer gelukkig. 'Nico,' zei ik. Ik liep naar hem toe en ging naast hem zitten. 'Ik heb Leo vermoord,' zei Nico. 'En ik had net zo goed jou kunnen vermoorden,' Ik pakte Nico's hand. Hij keek me aan en ik zag dat hij huilde. 'We gaan hem halen,' zei ik. Ik begon ook te huilen en legde mijn hoofd tegen Nico aan. 'Winnie?' vroeg Nico met een trillende stem. Ik knikte en streelde zijn rug. 'Wil je dit niet doen,' vroeg hij. Ik keek hem aan. 'Waarom?' vroeg ik. 'Omdat je me hoop geeft dat je van me kan houden wat niet zo is,' zei Nico. 'Wat?' ik trok mijn wenkbrauwen op. 'Ik weet dat jij en Leo wat hebben en dat ik daar niet tussen moet zitten,' zei Nico. Ik gaf Nico een klap. 'Auw! Waar is dat goed voor?' vroeg Nico. 'Ik wilde even weten of dit de echte Nico was en niet de halve wolf!' lachte ik. 'Ik ben het,' zei Nico en hij lachte een beetje. 'Ik geef om je Nico, maar ik hou van Leo en dan nog iets Will is hartstikke verliefd op je,' lachte ik. Nico keek vlug achterom naar Will. Ik sloeg mijn armen om Nico's middel en gaf hem een knuffel. 'Laten we opzoek gaan naar Leo,' zei Will en hij liep naar ons toe. 'Je verdoet je tijd, maar ik zeg mooi niks,'  bromde Apollo.

 'Je verdoet je tijd, maar ik zeg mooi niks,'  bromde Apollo

Deze afbeelding leeft onze inhoudsrichtlijnen niet na. Verwijder de afbeelding of upload een andere om verder te gaan met publiceren.
Winnie Solace de duistere zonWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu