{Gone}

182 19 1
                                    


Ik verstop mezelf achter een pilaar en neem een dolk. Ik adem diep in en uit. Ik kom uit mijn schuilplaats en gooi de dolk richting mijn tegenstander. In de reflectie van het raam zie ik iemand achter mij aankomen. Puur uit gewoonte neem ik mijn zwaard en draai ik mezelf pijlsnel om. Ik hou het zwaard tegen mijn tegenstanders keel. Ik neem een dolk en hou die tegen zijn buik. Ik hef mijn voet op en trap hem in zijn buik. De tegenstander vliegt een paar meter naar achter. Ik duw even op een knopje van mijn schoen en hij past zich aan. Hij versterkt mijn kracht nu niet meer.
Triiinnngg, sessie gedaan.
Zuchtend neem ik mijn houten dolk weer en verlaat ik de trainings hal en loop ik naar de kantine. Ik ga bij een paar mensen zitten die ik heb leren kennen.
"Melody, hoe komt het dat je iedereen verslaat terwijl iedereen minstens 5 jaar ouder is als jou?"
Dat is waar, ik ben 15 terwijl de rest 20-27 is.
"Ik weet het niet."
Melody, gelieve naar mijn kantoor te komen. Klinkt door de speakers. Zuchtend neem ik afscheid en vertrek ik door de zo vele gangen naar het kantoor van de directrice.
"Melody, je bent klaar met je studies."
"Maar ik heb ze nog lang niet allemaal gehad!"
"Melody, meestal mag je pas beginnen op deze school vanaf je 20ste. Het is omdat je als klein kind al de beste was op de spionnen-inleidings-School, dat je hier mocht komen. Maar wij, de directie en ik, hebben besloten dat je nog te jong bent voor deze school."
"Maar..."
"Hier zijn al je spullen." Een kleine Zwarte doos wordt in mijn handen gedrukt en mijn wapens overhandigen ze in een zak. Ik word opgepakt door 2 bewakers en word uit de school gezet. Als ik buiten ben sluiten ze de deur en laten ze mij achter. Ontredderd en verbaasd kijk ik naar de deur. Alweer ben ik alleen, net zoals de dag dat mijn moeder, Lorea, ontvoerd werd. De dag dat ik afgeluisterd had dat mijn achternaam Bond was. Ik wist niks van de Bond geschiedenis, zelfs niks van mijn vader. Ik staar nog altijd naar het grote gebouw voor mij. Ineens wordt er een raam geopend. Een bekent gezicht piept naar buiten.
"Psstt, Melody!"
"Hope!"
"Stil, ik mag dit eigenlijk niet doen, maar ga naar Londen. Daar is het hoofdkantoor van de MI6, daar kan je naartoe gaan als je je ouders wilt vinden."
"Bedankt, Hope, ik zou niet weten wat ik zonder je moest."
"Niks, waarschijnlijk."
"We zien elkaar gouw, oke?"
"Oke.. nu ga ik gaan. Ze mogen eigenlijk niet weten dat ik nog met jou praat. Daag Melodu, sterkte."
"Daag Hope."
Snel geeft ze mij nog een knuffel. Voor mij wordt het raam gesloten en even later ben ik weer alleen. Ik wandel het gebied van de school uit en kom aan in een klein dorpje. De mensen kijken mij allemaal vragend aan. Waarom zouden ze ook? Nog niemand heeft mij ooit gezien van de buitenwerdeld. Ik slenter door de straten en kom aan een treinstation. Ik kijk ernaar. Zuchtend steek ik lijn handen in mijn zakken. Ik voel er iets zitten. Langzaam haal ik het uit mijn zakken. Het is een beurs met geld. "Hope toch, zo sluw, je gaat nog de beste van ze allemaal worden.' Denk ik bij mezelf. Ik koop een treinticket naar Londen en haast me dan naar de trein. In de trein ga ik zitten in eek voorlopig nog lege wagon. Langzaam aan stappen er nog mensen in in deze wagon. Het is een gezelschap zie ik. Ze hebben allemaal dezelfde kleren aan, behalve ene. En ze hebben allemaal diezelfde slangen tatoeage, alleen heeft die ene boven de slang een kroontje getatoeëerd. Het zal de leider zijn zeker. Ik doe mijn kistje open en zie dat het uit 2 delen bestaat. Één deel is gevult met mijn persoonlijke spullen en het tweede deel met spionnen snufjes. Ik neem een koptelefoon en zet hem op mijn oren. Ik doe het kistje voorzichtig dicht. De koptelefoon is eigenlijk niet om naar muziek te luisteren maar om gesprekken af te luisteren.
"Ze heeft nog niks losgelaten." Zegt de man met een lange witte snor.
"James B. zal boeten." Zegt de leider. Ik hoor dat we aankomen dus steek ik snel mijn koptelefoon weg. Ik stap uit als ik zie dat het Londen is. Ik bekijk de stad, waar zou hier ergens het gebouw van de MI6 liggen? Niet wetend waar ik naartoe moet loop ik doelloos rond in de stad. Ik begeef mij op grotte drukke straten vol volk maar ook op kleine afgelegen straatjes waar dus echt geen volk is. Ineens word ik tegen de muur gedrukt. Een man duwt mij tegen de muur en ruik meteen een alcohol lucht.
"Wat doet een weerloos meisje hier alleen op straat?"
Ik trap in zijn edele delen en gooi hem tegen de muur. Daarna neem ik hem vast bij zijn kraag.
"Ten eerste, drink minder Alcohol. Je stinkt. Ten tweede, weerloos? Ik dacht het niet. Volgens mij bent u degene die vast staat."
Ik laat de man los en hij vlucht weg. Als ik mij wil omdraaien zie ik weer mannen voor mij staan.
"Neem haar mee, ze zal de baas vast interesseren."
Ze grijpen mij met twee vast en tillen mij op.
"Aah nee, ik dacht het niet."
Ik druk mezelf op en gooi me dan naar beneden. De twee mannen komen met hun koppen tegen elkaar aan en vallen op de grond. Plots wordt er een doekje voor mijn mond gehouden. Niet inademen, niet inademen, niet inademeeen.... langzaam wordt alles zwart.
"Breng haar naar het hoofdkwartier. Misschien kent de MI6 haar wel. Ik ga dus naar de MI6, beter kan het niet worden. Ik ben blij dat ik mijn doosje en de wapens in mijn jas verstopt heb. Dan heb ik die tenminste bij mij. Daarna is echt alles zwart en zak ik totaal weg.

Hey die hooi bye

My Name is BondWhere stories live. Discover now